Mijn enige broer

948 74 2
                                    

De dag na de vertrek van Taher is het erg stil. Misschien komt het door mij. Ik lig hier al sinds de avond weg te kwijnen. Ik mis Taher niet of zo, jongens doen niet aan elkaar missen. Niet op die manier en niet met die woorden in ieder geval. Vandaag heb ik vrij gekregen van Mo de automonteur en ik denk dat dat vooral is omdat iedereen denkt dat ik het zwaar ga hebben zonder Taher. Ja, Taher is als een broer voor me, maar ik kan wel af en toe zonder hem. Dat is in ieder geval wat ik dacht. Nu het echt zo ver is en Taher ervandoor is zonder mij, begin ik te twijfelen. Alle goede momenten met hem flitsen voorbij als flashbacks uit een goed gemaakte film. 

Er wordt niet op mijn deur geklopt. Niet sinds Taher weg is. Iedereen denkt vast dat ik wat 'alleen tijd' nodig heb. Ik dacht dat ik dat niet nodig had en toch zit ik hier. Mijn eigen gezelschap is nooit mijn favoriete gezelschap geweest. Als mijn telefoon over gaat, sta ik in één keer op met het besef dat Taher me belt. Teleurgesteld kijk ik naar mijn scherm als ik zie dat het Dalila maar is. Ik wil niet opnemen. Misschien heeft iedereen gelijk en heb ik echt 'alleen tijd' nodig. 

Toch neem ik op. Taher wilt dat ik dit niet verpruts met Dalila en Taher heeft nooit iets van mij gevraagd. "Hallo?"vraag ik als ik eenmaal heb opgenomen. "Oh, heey! Ik hoop dat ik je niet stoor nu je aan het werken bent", zegt Dalila verontschuldigend. Ik kijk naar mezelf in mijn joggingbroek en naar mijn bed. "Oh nee, je stoort niet. Ik voel me denk ik niet goed, ik ben thuis", antwoord ik eerlijk. Geen idee waarom ik het haar zo gemakkelijk kan zeggen, maar het voelt zelfs bijna natuurlijk. "Oh serieus? Ik heb nu pauze, dus als je wilt kan ik je iets te eten komen brengen", hoor ik haar vriendelijk zeggen. Ik kijk mijn 'huis' rond. Als ze ziet in wat voor krot ik woon... . "Je ehm.. mijn huis is... ik woon tijdelijk ergens anders. Mijn huis wordt gerenoveerd", lieg ik. "Ik stuur je het adres door, maar niet schrikken als je mijn tijdelijke verblijf ziet ahah." "Hahah, ik heb vast erger gezien, trust me", hoor ik haar zeggen. We hangen beide af en ik stuur haar mijn adres. 

Niet veel later wordt er aangeklopt. Ik zet mijn t-shirt recht en ga snel met mijn handen door mijn haren. Als ik eenmaal de deur heb geopend, komt een bezorgde Dalila naar binnen. "Ik heb Harira bij (soep)", zegt ze. Ik ben haar dankbaar. Harira is één van mijn lievelingseten. Mijn moeder heeft misschien nooit de kans kunnen krijgen om dat voor mij te maken, maar Amina (zus van Taher) maakt het wel af en toe voor ons tijdens de Ramadan. "Dank je wel", zeg ik slechts. Ik haal een stoel voor Dalila en ze gaat zitten terwijl ik op mijn eigen bed zit. Meer heb ik niet, wat misschien zielig kan overkomen. "Zielig hé", zeg ik als ik Dalila om haar heen zie kijken. "Natuurlijk niet, het is maar tijdelijk", zegt ze en glimlacht lief naar me. Ik forceer een glimlach terwijl ik denk: Ja... tijdelijk. 

Dalila praat veel. Dat is waar ik achter ben gekomen. Omdat ik niet veel zeg en zij me niet het gevoel wilt geven dat ik iets moet zeggen, is zij vooral aan het woord. Ook kom ik veel over haar te weten. Ze werkt bijvoorbeeld voor de overheid. Of zoiets. Ze heeft drie oudere broers en geen zussen en haar ouders houden veel van haar. Zoveel dat ze haar niet naar TheStreets wilden laten verhuizen. Ze noemt het verhuizen, al weten ik en mijn dreries wat beter. Natuurlijk wil ik haar ook dingen vertellen. Ik wil haar zoveel zeggen. Over mijn vader, mijn moeder, Taher, hoe graag ik hier ben in TheStreets... Maar ik hou wijs mijn mond en luister in plaats daarvan naar haar. Als ze praat is ze mooi. Haar ogen glinsteren en ik kan zien aan haar dat ze erg gepassioneerd is in hetgeen  ze over praat. "Hoeveel broers heb je?"vraagt Dalila opeens onverwacht. "één", antwoord ik slechts. Ze kijkt me met haar glinsterende ogen aan terwijl ze vraagt: "Wie? Ken ik hem? Vast niet ahah." Ik knik met mijn hoofd. "Je hebt hem wel ontmoet. Zijn naam is Taher. Hij is mijn enige broer", vertel ik. Dalila kijkt me geinteresseerd aan. "Wil je erover praten of voel je je nog steeds niet zo goed?"vraagt ze voorzichtig. Ik denk na. "Ik wil er wel over praten", zeg ik twijfelend. "Wel, ik luister." Dat moedigt me slechts aan om te vertellen over Taher. Hoe hij is, hoe lang ik hem ken, hoe ik hem heb leren kennen, onze eerste goede momenten, ... . En Dalila? Zij zit, luistert en geeft me het gevoel dat ik er niet alleen voor sta. Dat er iemand op deze wereld naar me kan kijken en kan zeggen: "Vertel het me maar. Ik luister, ongeacht wat." 

Illegaal levenWhere stories live. Discover now