Hoofdstuk 44

12.9K 643 90
                                    

Laatste hoofdstuk :O Daarna komt er nog een epiloog.


Hoofdstuk 44

Twee jaar later

Ik wist niet wat het was. Mijn handen trilden onophoudelijk, en ik kreeg mijn gejaagde ademhaling niet onder controle. Bang voor vliegen was ik echter nooit geweest. Mijn blik gleed af naar het wolkenveld, waarin het vliegtuig zich bevond. Herinneringen kwamen weer naar boven. De keer dat ik met Joe Finn op ging zoeken. Plots gleed er een hand in de mijne. Glimlachend keek ik opzij. Joe keek mij onderzoekend aan. 'Denk je aan vroeger mama?'

Joe herinnerde zich niets meer van het bezoek aan Finn, hij was te jong. Hij had alleen het verhaal gehoord, en de foto's bekeken. Glimlachend knikte ik. 'Maar nu is papa toch bij ons?' stelde hij mij gerust.

Nogmaals knikte ik. Ik wierp een schuine blik op Finn, die rustig een krant zat te lezen. Naast hem zat Tim, onze eenjarige zoon. De bevalling was geen makkelijke geweest, had ik al snel geconstateerd. Een keizersnede was de beste oplossing geweest. Ik wist dat een keizersnede beter was, maar ik had liever een natuurlijke bevalling gehad. Een zucht glipte tussen mijn lippen door. Ik mocht zo niet denken. Hij was gezond, dat telde. Joe' revalidatieproces was eindelijk ten einde gekomen. Hij kon alles weer, en ik besefte mij maar al te goed dat we daar ontzettend veel geluk mee hadden. Hij begon steeds meer op Finn te lijken, terwijl mij mijn karaktertrekken begon te krijgen. Al was zijn karakter niet meer hetzelfde. Het was afgevlakt. Vaak had hij geen mening meer, en kon het hem vrij weinig schelen. En dat kwam door zijn coma. Ik was allang blij dat hij het overleefd had. Iris zat naast Joe. Die twee konden ontzettend goed met elkaar overweg. Dagenlang speelde ze met haar poppen, of zijn haaien – zijn obsessie met haaien was nog steeds aanwezig. Joe was geen moeilijk kind als het op spelen aan kwam. Hij deed gewoon wat de tegenpartij wilde doen. En af en toe gaf hij daar zijn eigen draai aan. Nu ook. Iris had haar tekenspullen tevoorschijn gehaald, en tekende iets wat op een vliegtuig moest lijken. Joe staarde naar haar, en af en toe tekende hij zelf iets op haar blaadje, waarna Iris moest lachen. Ze was bijna vier jaar. Dat betekende dat ze naar school zou gaan, vriendinnetjes zouden maken, en meer geconfronteerd ging worden met het feit dat zij geen echte moeder meer had. Natuurlijk, zij zag mij als haar moeder. Maar ooit kwam de klap nog wel. Eigenlijk zou het rechtvaardiger zijn om te zeggen dat ik ermee geconfronteerd zou worden dat ik haar echte moeder niet ben. Een trieste glimlach vond mijn lippen. Ik bekeek mijn medepassagiers, iets waar ik eerder deze vlucht geen aandacht aan had besteed. Mijn blik bleef hangen bij een man met zwarte, wilde hare. Hij droeg een net pak, en zag er echt uit als een zakenmannetje. Hij deed mij denken aan Rowan. Maar ik wist dat hij het niet was. Sinds hij mij aangerand had, liet hij mij met rust. Hij had een vriendin, en het gerucht ging dat zij zwanger was. Al wist ik het niet. Wij lieten elkaar voortaan met rust. Dat was beter. Het vliegtuig zette de landing in. Ik moest Joe enkele keren terug op zijn stoel duwen, omdat hij anders over mij heen hing.


De grond voelde vertrouwd aan , toen ik beide benen op IJslandse grond zette. Finn had een brede glimlach rondom zijn lippen. Ik glimlachte kort naar hem. Misschien was Nederland zijn thuis niet meer, maar IJsland. Ik droeg Tim, terwijl Finn Iris behendig optilde. Joe rende enthousiast voor ons uit, op zoek naar de ''verloren'' bagage. Zwijgend trok Finn even later onze koffers van de lopende band af. De koffers rolden achter ons aan, terwijl we onze weg vonden naar de uitgang. Meteen kwam een frisse lucht mij tegemoet. Ik ritste mijn vest tot mijn kin toe dicht. Finn beende recht op onze huurauto af. Zonder een woord te zeggen legde hij de koffers achterin. Sinds het vliegtuig geland was hadden wij nog geen woord gewisseld. Beide in onze eigen gedachten verzonken. En ik kon wel raden waar de zijne waren. Ik installeerde Tim op de achterbank, waarna Joe en Iris ook op de achterbank schoven. Finn nam plaats achter het stuur, en nadat ik ingestapt was, scheurde hij weg van het vliegveld. 'Het is hier maar vijftien graden', mompelde hij nadat we een kwartier in stilte gereden hadden. Ik wreef met mijn handen over mijn armen, als teken dat het inderdaad koud was. Een uur later reden we de oprit van het huis op. Zijn huis. Het was de bedoeling dat het verkocht zou worden, maar Finn kon het uiteindelijk niet. Het was nu ons vakantiehuisje. Wat dus betekende dat we elk jaar opnieuw naar IJsland zouden gaan. Voor Finn geen enkel probleem, hij kon dan het graf van Melissa opzoeken, en wat vrienden. Ik had liever een zonvakantie, maar goed. Volgens Finn gingen we nog een keer naar Spanje. Zwijgend stapte we uit. Finn nam de koffers weer tot zijn rekening, terwijl ik de kinderen uit de auto haalde. Joe was meteen enthousiast, terwijl Iris een bedenkelijk gezicht trok. Tim vond er niet zoveel van, al waren zijn rode wangetjes een teken dat hij het koud had. Ik drukte hem steviger tegen mij aan, terwijl we het huis binnen treden. Joe rende meteen naar boven, om een kamer uit te zoeken. Iris probeerde hem zo goed mogelijk te volgen. 'Joe, help Iris de trap op', riep ik hem nog na. Maar eigenlijk was dat niet nodig. Joe ondersteunde Iris de trap al op. Een warm gevoel maakte plaats in mijn buik. Ik legde Tim op de bank neer, en ging naast hem zitten. Anders dan Joe, leek Tim wel op mij. Finn nam naast mij plaats, en legde een hand op mijn rug. 'Het is echt een knap mannetje', zei hij, en een glimlach sierde zijn lippen. Ik knikte. 'Net als Joe.'

'Vind je het goed als ik straks met Iris haar graf op ga zoeken?'


Uiteindelijk was ik mee gegaan, natuurlijk. Joe had mijn hand stevig vast gepakt, alsof de sfeer hem hier niet beviel. Het grind knisperde onder mijn voeten. Finn liep voor mij uit. Iris had zijn hand stevig vastgepakt, en liet haar ogen alle kanten op flitsen. Niemand had haar verteld dat haar moeder dood was. Ze was er te jong voor, had Finn besloten. Ik had instemmend geknikt. Ik duwde met een hand een wandelwagen voort, waar Tim in lag te slapen. Geloof me, dat kan je beter met twee handen doen. Maar Joe wilde mijn hand niet los laten, hield het haast krampachtig vast. We kwamen aan bij haar graf. Een ongemakkelijke stilte overviel ons. Joe liet mijn hand los, en trok zijn gezicht dicht bij de steen. 'Melissa.' Hij sprak haar naam uit alsof zij een godin was Alsof zij gekoesterd moest worden. Finn gaf Joe een aai over zijn bol heen.


Melissa Johanna Catherina van Erkelenhout.


Het deed mij gek genoeg pijn om de naam te lezen. Ik wilde niet weten wat Finn nu voelde. Ik schoof mijn hand in de zijne, en kneep er zacht in. 'Ze is echt weg', zei hij, en slikte hoorbaar. 'Nu pas besef ik het. Het was goed om haar graf op te zoeken.'

Iris had de steentjes gevonden, die langs het graf lagen, en gooide er enkele op de grafsteen.

'Ze wilde niet in Nederland begraven worden', zei ik onnodig. Ik kon mijzelf wel slaan. Die zin voegde echt niets nuttigs toe. Finn schudde zijn hoofd. 'Ze had een ongelooflijke afkeer naar Nederland, vanwege haar ouders. Hun waren ook niet op de begrafenis.'

Nu pas begon het mij te dagen. Finn was het enige dat ze nog had, en ik pakte hem van hem af. Hij verliet haar voor mij. Zelfs nu, twee jaar later, kon ik een deel van het schuldgevoel niet volledig loslaten. 'Is het mijn schuld?' fluisterde ik zachtjes, niet willend dat de kinderen er iets van mee zouden krijgen. Abrupt schudde Finn zijn hoofd. 'Natuurlijk niet Eef.'

Hij sloeg een arm om mij heen. Een traan gleed over zijn wang heen. 'Ze was gewoon nog steeds een goede vriendin van mij', prevelde hij.

Ik besloot er niet op in te gaan, en veegde heel voorzichtig zijn traan weg. Ik wilde hem kussen, maar besloot dat dat ongepast zou zijn voor haar graf. En zo bleven we een tijdje staan. Iris bleef stenen gooien, ik zag het als iets moois. Als een soort eerbetoon aan haar moeder, al had ze geen idee. Joe had plaats genomen op de grond, en leek keer op keer opnieuw de grafsteen te lezen. En Tim? Tim had niets door. Zijn ogen waren gesloten. Vredig. Hij had nog geen besef van de boze buitenwereld.


Bijles, part two Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu