Hoofdstuk 25

19K 870 138
                                    

Hoofdstuk 25

Vol ongeloof staarde ik hem aan. Een dochter. Licht in de war schudde ik mijn hoofd. 'Je hebt een zoon', fluisterde ik, hopend dat hij even mentaal in de war was, en wartaal uit sloeg. Maar waarom zou hij dat plots zijn? Hij zuchtte diep. 'Ja, en een dochter. Een zoon en een dochter.'

Ik had de neiging om hem te slaan, maar onderdrukte die. Ruzie maken had geen nut. 'Waarom heb je dat niet eerder verteld?'

Hij haalde zijn schouders op, en haalde een hand door zijn blonde haren. 'Ik weet het niet Eva.'

Verslagen liet ik mij achterover op het kussen vallen. 'En al die tijd... Heb je niet met haar gepraat?' fluisterde ik ijzig kalm.

Hij schudde zijn hoofd. 'Nee.'

Boos keek ik hem aan. 'Je wil niet weten hoe boos ik nu ben.'

'Sorry Eva, ik had het je moeten vertellen', zijn stem stierf weg. Wanhopig keek ik hij mij aan. 'Ik heb een puinhoop van mijn leven gemaakt', concludeerde hij, zonder dat ik hem enige reden had gegeven, zoiets te zeggen. Ik schudde zuchtend mijn hoofd. 'Nee. Joe was mijn schuld. Ik kan er alleen niet bij dat je haar verzwijgt voor mij én Joe. Het is wel zijn halfzusje.'

Finn knikte bedachtzaam. 'Eerlijk gezegd wilde ik jullie zo snel mogelijk vergeten, en samen met Melissa en Iris een leven opbouwen.'

Mijn ogen werden nog groter dan ze al waren. 'Hoe durf je..', een zucht verliet mijn mond en ik sloeg mijn armen over elkaar heen, voordat ik mijn zin afmaakte, 'hoe durf je Joe te vergeten? Mij vergeten, oké. Maar Joe... Je fácking zoon Finn!' schreeuwde ik naar hem. Ik voelde een vlaag van woede door mijn lichaam heen trekken.

'Eef, ik heb Joe nooit gewild, denk daar alsjeblieft ook aan.'

De kalmte waarmee hij het zei, zorgde ervoor dat ik uithaalde naar hem, en een krab op zijn gezicht achter liet. Finn wreef pijnlijk over zijn wang heen, en keek mij boos aan. 'Doe normaal Eva.'

'Ze heet dus Iris?' vroeg ik hem. 'Ik wil een foto zien.'

Een zucht rolde over zijn lippen heen, en hij greep naar zijn telefoon. Zuchtend zocht hij een foto op, en liet die mij vervolgens zien. Ik staarde met open mond naar de foto. Ze was werkelijk waar prachtig, nu al. Ze had dezelfde ogen als Finn, als Joe. Ze leek op Joe. Ze leek op Finn. 'Wauw, ze is mooi', zei ik, en schudde vervolgens mijn hoofd. 'Maar hoe kon je dit achter houden? Hoe kon je Joe achter laten?'

Hij legde zijn telefoon weer weg, en schudde zuchtend zijn hoofd. 'Niet. Anders was ik hier nu niet.'

'Je negeert mijn eerste vraag', zei ik bot.

Hij haalde een hand door zijn haren heen, alweer. 'Ik weet het niet. Ik had het je moeten vertellen.'

'Hoe oud is ze? Op de foto leek ze rond de een jaar.'

'Ze is een jaar oud.'

Ik knikte. 'Ik wil dat Joe het te weten komt als hij ooit nog wakker wordt. Ik wil dat ze contact hebben als Iris daar oud genoeg voor is', zei ik streng tegen hem. 'Het is verdomme zijn half zusje.'

Ik liet achterwege dat dit mij ergens ook pijn deed. Hij had een kind met een ander, een teken dat hij echt van haar hield. Maar zijn woorden herinnerde ik mij ook nog. Hij voelde nog iets voor mij, en wilde sowieso niet verder met Melissa. Weer een kind dat in de steek werd gelaten. 'Hoe zie je het voor je dan?' vroeg ik hem.

Hij keek mij niet begrijpend aan.

'Je verlaat Melissa en Iris, voor mij?'

Een zucht rolde over zijn lippen heen, en nogmaals haalde hij een hand door zijn haren heen. 'Ja, als jij het nog met mij wil proberen?'

'Daar moet ik nog over nadenken', zei ik twijfelend. 'Nu wil ik slapen.'

Finn fronste. 'Ben je straks niet meer boos op mij dan?'

'Oh jawel.'



Een kreun verliet mijn lippen, toen ik mijn ogen weer dicht moest knijpen tegen het felle licht. Langzaam opende ik ze weer, en blikte op de wekker. Oh shit. Twaalf uur al. Snel sprong ik uit bed, waarna ik bijna viel. Finn was nog in diepe rust, en dat liet ik zo. Ja, ik was nog steeds boos. Snel verruilde ik mijn nachtjapon voor gewone kleren, en sloop de kamer uit. Ik vond mijn weg naar de badkamer. Snel haalde ik een borstel door mijn haar, en haalde de miljoenen klitten eruit. Vervolgens vervolgde ik mijn weg naar beneden, en begon een ontbijt te maken. Hij had verdorie gewoon een dochter. Tranen begonnen te prikken achter mijn ogen. Hij wilde Joe vergeten. Mij vergeten. Een zucht rolde over mijn lippen heen. Ik had Cecilia nodig. Maar eerst wilde ik weer langs het ziekenhuis, alleen. Vluchtig at ik een boterham, en dronk een kopje koffie. Een paar minuten later zat ik in de auto, op weg naar mijn zoon. Mijn gedachten bleven bij Finn en zijn dochter. Ik was nog steeds boos, al zakte het nu wel weer. Al snel kwam ik aan bij het ziekenhuis, en parkeerde auto op zijn standaard plek. Nooit had een hekel aan het ziekenhuis gehad, maar ik kon het nu niet meer ontkennen. Ik liep door de vele witte gangen heen, zag patiënten met hun familie, en vroeg mij af wat hun verhaal was. Een jongen kwam aan gehinkeld op krukken, en kon mij nog maar net ontwijken. Of ik hem. 'Sorry', mompelde hij, en ik wuifde zijn excuses weg. Na nog bijna een botsing gehad te hebben met een rolstoeler, kwam ik aan bij Joe's kamer. Langzaam opende ik de deur. Joe lag nog steeds aan allerlei infusen. Ik voelde tranen branden achter mijn ogen, maar stond het niet toe. Mijn oog viel op een kaartje dat op zijn nachtkasje lag. Nieuwsgierig pakte ik het op, en las de inhoud. Vreemd staarde ik naar de tekst, en herkende meteen zijn handschrift, dat nog steeds niet veranderd was. Beterschap Joe, sterk zijn. En Eva, alles komt goed. Ik zie je snel weer. X Rowan

Zuchtend legde ik het kaartje weer terug. Fijn. De arts van Joe kwam binnen gelopen, en glimlachte naar mij. 'We hebben gister testen gedaan, zijn situatie verbeterd.'

Ik kon de man wel zoenen, maar hield mij in. 'Dat is geweldig nieuws.'

De arts knikte. 'Ja zeker.'

'Denkt u dat...', mijn stem stierf weg, niet wetende hoe ik de vraag het beste kon stellen.

De arts haalde zijn schouders op. 'Mevrouw, ik weet het echt niet. Het is in ieder geval al gunstig dat hij vooruit gaat. We kunnen alleen maar afwachten en hopen.'

Ik knikte. De arts had natuurlijk een punt.

'Als u mij nu excuseert, ik moet weer weg.' Hij glimlachte naar mij, en verdween uit de kamer.


Na nog even bij Joe te zijn geweest, besloot ik weer naar huis te gaan. Maar eerst belde ik Cecilia op. 'Hee Cel, Joe's situatie is verbeterd!' gilde ik haast door de telefoon heen.

'Dat is geweldig nieuws', hoorde ik haar aan de andere kant antwoorden.

'En ik moet nog met je praten....', mijn stem stierf weg.

'Finnmans?'

'Ja.'

'Ah, verrassend. Het zal ook eens niet. Vanavond heb ik tijd? Maar laat hem thuis, wil je.'

Ik glimlachte en rolde met mijn ogen. 'Ik zal mijn best doen.'

Bijles, part two Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu