Hoofdstuk 12

18.4K 868 134
                                    

Hoofdstuk 12

Weekend, twee volle dagen in de week dat kinderen niet naar school hoeven. Weekend, een dag in de week dat mensen niet hoefden te werken. De zon verwarmde mijn huid. Mijn ogen waren gesloten om naar het gezang van de vogels te luisteren. Joe was een weekendje met mijn ouders naar een camping. Gek genoeg, maakte de vrije tijd mij onrustig. Normaal zou ik met Joe zijn gaan zwemmen, al hoewel als Jay er niet was dan. Of ik was met hem een ijsje gaan eten hier in de buurt. Samen met hem een boswandeling wezen maken. Een cake bakken. Nu had ik het rijk alleen. Mijn ogen opende zich toen mijn oren een geluid waarnam. Een vogeltje had plaats genomen op het uiteinde van mijn ligbed, iets wat in Nederland ongewoon was. Ik stak mijn hand uit, al had ik geen idee waarom. Het vogeltje liet zich toch niet aaien. Mijn hand naderde de kleine mus, en net voordat ik hem raakte, vloog het beestje weg. De heldere lucht tegemoet. Ik keek het vogeltje na totdat ik hem niet meer zag en slaakte een tevreden zucht. Het was echt heerlijk weer. Langzaam stond ik op en schuifelde op mijn slippers naar binnen toe, een glaasje water halen. De zon droogde mijn lichaam snel uit, dus extra vocht drinken tijdens deze hitte was geen overbodige luxe. Ik sloeg het glas in een teug achterover. Ik bekeek mijn huis eens, het was nodig tijd dat ik het schoon ging maken. En ik wist dat als Joe weer terug was, het er niet van zou komen. Zuchtend haalde ik de schoonmaakspullen uit de kast en begon mijn huis te stofzuigen. Nadat ik dat gedaan had, baadde ik al in het zweet. En omdat de stekker niet mee werkte, verliet een luide vloek mijn lippen. Na het stofzuigen haalde ik een dweil door mijn huis heen, en gooide de deur wagenwijd open zodat het beter kon drogen. Gek genoeg was ik van deze klus uitgeput. Zuchtend liet ik mij weer buiten op mijn ligbed vallen, nadat ik het in de schaduw had geplaatst. Het zweet droop van mijn voorhoofd af. Het had alleen weinig nut om nu te douchen, aangezien ik dan binnen no time weer zou zweten. Ik sloot mijn ogen opnieuw, maar opende ze gelijk weer met een kreun toen mijn telefoon af ging. Snel liep ik naar binnen toe en nam het toestel op. 'Eva', zei ik.

'Eva, met je moeder. Joe ligt in het ziekenhuis, je moet echt snel hier heen komen', zei ze haastig en de angst was duidelijk in haar stem te horen. Een naar gevoel kroop omhoog in mijn buik. 'Ziekenhuis, wat? Mam, wat is er gebeurd?'

'Dat leg ik je straks allemaal uit, maar je moet komen.'

'Ja natuurlijk kom ik', zei ik snel en mijn moeder had de telefoon al opgehangen. Dit was niets voor haar. Snel rende ik naar boven en trok een lange broek aan en verruilde mijn slippers voor schoenen. Zo snel als ik kon rende ik naar mijn auto en scheurde ermee weg. Ik parkeerde mijn auto snel ergens, mij niet druk makend om het tarief dat ik moest betalen. Zo snel als mijn benen mij konden dragen haastte ik mij het ziekenhuis in. 'Mijn zoontje is hier', zei ik hijgend tegen een vrouw aan de balie.

'Wat is zijn naam?' Vroeg ze en keek mij met haar donkere wimpers afkeurend aan. Goed, het was mij niet ontgaan dat ik behoorlijk naar zweet stonk. Maar ik kon toch niet eerst rustig douchen als mijn zoon hier lag? 'Joe van Haren', zei ik snel. Ze typte wat in op haar computer en schudde toen haar hoofd. 'Hij is op de intensive care, mijn collega loopt wel even met u mee.'

Een andere vrouw kwam achter de balie vandaan en wenkte mij. 'Kom maar', zei ze vriendelijk en ze liep mij voor een enorme witte hal in. Na nog meer saaie witten muren gezien te hebben, kwamen we eindelijk aan op de afdeling. Mijn ouders zaten in de wachtruimte. Snel stonden ze op en ik liep haastig naar ze toe. 'Wat is er gebeurd?' Vroeg ik angstig toen mijn moeder mij in een omhelzing trok. 'Oh Eva, hij rende de straat op om zijn bal te pakken en een gek kwam met 80 km/h aangereden...', haar stem stierf weg en ze slikte hoorbaar. Haar rode ogen verraadde dat ze al flink had gehuild. Mijn hart was geklopt met stoppen en de woorden duizelden na in mijn hoofd. 'Hij ligt in coma', zei mijn vader rustig, al kon ik merken dat dat maar schijn was. Iedereen was alles behalve rustig. Het woord coma kon ik nauwelijks bevatten. De wereld begon te draaien. Ik voelde hoe ik werd vastgepakt en op een stoel neergezet werd. Hoe iemand een glas met water in mijn hand duwde, en ik het als een robot opdronk. Alles ging langs mij heen. Mijn lieve Joe lag in een coma. Nu pas kwam het besef, de harde realiteit. Het kwam als een klap. Alsof iemand mij recht tegen mijn wang aan sloeg. De eerste traan rolde naar beneden, werd niet opgevangen. De traan kreeg alle ruimte, waardoor de rest van mijn tranen ook begonnen te rollen. Mijn moeder trok mij tegen haar aan. 'Eef, ik weet dat je het liever niet wilt, maar je moet Finn bellen. Het is ook zijn zoon.' Klonk mijn moeders stem in mijn oor. Ik had er geen seconde aan gedacht om Finn te bellen. 'Nee', zei ik. 'Hij kan toch niets doen.'

'Hij kan toch overkomen?'

Ondanks de situatie nam mijn hart een sprongetje. 'Dat denk ik niet', zei ik. 'Hij heeft nooit tijd, zegt hij.'

'Eva, bel hem', bemoeide mijn vader zich met het gesprek, met een stem die geen tegenspraak duldde. Zuchtend stond ik op, en merkte dat mijn benen gruwelijk trilden. Ik liep een eindje bij mijn ouders vandaan, zodat ze het gesprek niet mee konden luisteren. Ik hoopte maar dat Finn niet op nam. Mijn vingers zochten zijn naam op en drukte op het groene telefoontje. 'Finn', zei hij meteen na de eerste keer overgaan.

'Eva', zei ik koel, al stond mijn hart in brand bij het horen van zijn stem. 'Luister', begon ik meteen voordat hij iets kon zeggen. 'Joe ligt in het ziekenhuis, hij is omver gereden door een auto.'

'Wat?' Vroeg Finn vol ongeloof. 'Hoe is het met hem?' De bezorgdheid in zijn stem was duidelijk te horen. Ik friemelde aan mijn shirt, iets wat ik altijd deed als ik met hem aan het bellen was, maakte niet uit waar het gesprek over ging.  'Hij ligt in coma', gooide ik er snel uit, voordat mijn stem de kans had om te gaan stotteren. Voordat mijn ogen de kans kregen om weer een waterval los te laten. Het bleef even stil aan de andere kant. 'Ik kom naar jullie toe', zei hij ineens vastberaden. 'Ik pak de eerste de beste vlucht naar Nederland.'

Ik hapte naar adem. 'Finn, dat is niet – '

'Jawel Eva', onderbrak hij mij streng. 'Ik wil er zijn voor mijn zoon. Voor jou', het laatste kwam er nogal twijfelend uit, maar mijn hart sloeg toch een slag over. 'Oké.'

'Ik neem wel gewoon een hotel.'

'Nee is niet nodig, ik heb plaats genoeg', zei ik. Finn dacht volgens mij dat ik op een flatje woonde.

'Oh oké. Ik laat je weten hoe laat ik vlieg', zei hij en na nog een gedag gezegd te hebben, hing hij op. Ik borg mijn telefoon op en gaf mijzelf even de tijd om na te denken. Finn kwam. Mijn hart bonkte luid in mijn keel. Hoe ging ik ooit mijn gevoelens voor hem verborgen houden? Ik schudde mijn hoofd. Dat was nu niet het belangrijkste. Ik liep terug naar mijn ouders en ging weer naast mijn moeder zitten. 'Hij komt', deelde ik mee.

'Mevrouw van Haren?' Vroeg een arts die blijkbaar naar ons toe was gelopen.

Ik knikte. 'Ja?'

'U mag uw zoon wel even opzoeken, als u wilt. Schrikt u alstublieft niet', zei hij en liep mij voor een kamertje in.


------------------

Jaaaaa, nu begint het verhaal pas echt. Want Finn komt terug. ^^

Na het weekend komt er pas weer een nieuwe hoofdstuk. Ik moet werken en ik geef een feestje, dus moet daar ook nog dingen voor regelen. ^^


Ik heb echt iets met ^^

Maar oke. ^^

Bijles, part two Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu