Hoofdstuk 41

14.1K 621 54
                                    

Hoofdstuk 41

Mijn ogen openden zich de volgende dag weer, zoals ze elke dag deden. Tevreden rekte ik mijzelf uit, en slaakte een zucht. Finn sliep nog, zijn haren zaten alle kanten op. Plagend woelde ik er kort doorheen, en er klonk een enorme kreun. Snel trok ik mijn hand terug, en keek Finn onschuldig aan, toen hij tergend langzaam zijn ogen openen. Vermoeid keek hij mij aan. 'Je hebt mij wakker gemaakt', zei hij op een beschuldigende toon.

Ik wees naar mijzelf, vragend. En schudde vervolgens mijn hoofd. Maar mijn lach wilde niet binnen gehouden worden. Finn rolde met zijn ogen, toen een lachje zich tussen mijn lippen door wist te persen. 'Hoe laat is het?' vroeg hij, en kwam overeind.

'Half tien', zei ik. 'Moet je vandaag weer naar het kerkhof?'

Finn schudde zijn hoofd, en slaakte een opgeluchte zucht. 'Nee, gelukkig niet. Morgen weer.'

Als taakstraf moest Finn het kerkhof onderhouden, samen met andere mensen die een taakstraf gekregen hadden. Natuurlijk was het niet leuk, maar het was altijd beter dan een gevangenisstraf. Ik sloeg mijn benen over de bedrand heen, en stond toen langzaam op. Zo lang ik mij kon herinneren had ik last van ochtendduizeligheid, en het duurde dan ook enkele minuten voordat ik mijn weg vond naar de badkamer. Een glimlach sierde mijn lippen toen ik mijzelf in de spiegel bekeek. Ik zag er eindelijk weer goed uit. Niet vermoeid, geen wallen. Gewoon Eva. Ik fatsoeneerde mijn haar, en bracht wat make-up aan. Bijna liep ik vervolgens in mijn pyjama naar beneden. Geërgerd zuchtte ik. Een ding zou nooit veranderen. Verstrooide Eva. Ik liep terug de slaapkamer in, waar Finn zich inmiddels aan het omkleden was, en volgde zijn voorbeeld. 'Zullen we vandaag langs Joe gaan? Als het goed is begint zijn therapie vandaag. En Henny had verteld dat we weleens een sessie bij mochten wonen.'

Finn knikte, terwijl hij een riem door zijn broek heen haalde. Ikzelf had een shirtje aangetrokken, waaronder ik een korte jeans aan had. Samen vervolgden wij onze weg naar beneden. 'Ik ga niet weer een ontbijt maken', zei Finn waarschuwend en liet zich op een stoel vallen. Verontwaardigd keek ik hem aan. 'Je kan best je eigen koffie zetten.'

Een zucht verliet zijn volle lippen. 'Zoveel moeite is dat niet.'

'Nee precies.'

Ik pakte de waterkoker, en goot er water in. Ergens vond ik het vervelend dat Finn te beroerd was om voor zichzelf koffie te zetten. Maar anderzijds kon ik het ook best voor hem doen. Lichtelijk gefrustreerd zette ik koffie voor hem, en bracht het water aan de kook. Niet veel later had ik voor een keurig, maar simpel ontbijt gezorgd. Tevreden propte Finn zijn boterham met jam naar binnen, en in een iets nettere variant volgde ik zijn voorbeeld. Na het broodje goot Finn zijn koffie naar binnen. 'Shit', mompelde hij, en wreef over zijn keel heen. 'Te heet.'

Ik besloot mijn woorden voor mij te houden, maar toch verscheen er een brede glimlach rondom mijn lippen. De laatste hap van broodje verdween in mijn slokdarm. Zwijgend begon ik af te ruimen, terwijl Finn alvast naar boven liep om zijn tanden te poetsen. De gedachten van gisteravond kwamen weer opspelen. Een kind. Een warm gevoel vestigde zich opnieuw in mijn lichaam. Ja, ik wilde dit. Ik wilde Joe. Ik wilde nog een kind met Finn. En bovenal wilde ik Finn.


Nadat ook ik mijn tanden gepoetst had, er nog wat huishoudelijke taken verricht waren, en we nog kort een discussie hadden over het probleem wie er achter het stuur zou kruipen, waren we dan eindelijk vertrokken richting het revalidatiecentrum. Het was een stukje verder rijden naar het ziekenhuis, maar dat deerde niet. Daarbij, ik had mijn voeten op het dashboard geplant, en lag te genieten van de zon, die door de voorruit heen scheen. 'Asociale Eva, mmm', zei Finn peinzend, en wierp kort een blik op mijn voeten. Mijn ogen maakten een rollende beweging, die Finn niet op kon merken. Mijn zonnebril verborg mijn ogen. 'Stiekem wel een leuke kant van jou.'

'Zeg, we gaan niet slijmen nu', zei ik waarschuwend, maar kon niet voorkomen dat een rode kleur mijn wangen beschilderde. De rest van de rit verliep zwijgend. Toen we eindelijk aankwamen, dacht ik even dat ik verbrand was door het glas heen, maar bedacht mijn toen dat zoiets helemaal niet mogelijk was. Finn pakte liefdevol mijn hand vast, en onze vingers verstrengelden zich samen. We meldden ons bij de balie, en niet veel later verscheen Dion. Hij stelde zichzelf voor aan Finn, en we volgden hem naar de behandelkamer. 'Vandaag ga ik Joe leren om zijn arm te strekken', vertelde hij ons met een brede glimlach rondom zijn lippen. 'Maar dat zal niet in een sessie gaan lukken', waarschuwde hij ons vervolgens, en opende de deur. Joe zat op een stoel, en brabbelde een aantal woorden. De tranen sprongen in mijn ogen. 'Zijn spraak komt langzaam terug', zei Dion tevreden. 'U kunt een stoel pakken en gaan zitten.'

Zwijgend deden wij wat er van ons gevraagd werd. Vol bewondering keek ik naar Dion, en het werk wat hij verrichtte. Natuurlijk lukte het Joe niet, en ook nadat het half uur voorbij was, was hij geen steek verder gekomen. Teleurgesteld was ik wel, maar ik besloot dat dat helemaal niet nodig was. Dion schudde ons weer de hand, en liet ons even alleen met Joe. Ik snelde naar de stoel, en streelde zijn blonde haren. 'Mama heeft nieuws', vertelde ik hem glimlachend. 'Papa en ik willen een tweede kindje. Jij wordt een grote broer', zei ik glimlachend. Zijn ogen werden groot en begonnen te stralen. Ik trok Joe in een stevige knuffel. Alsof ik door de bliksem geraakt werd, schoot mij iets te binnen. Mijn werk. Als ik zwanger was kon ik mijn werk niet doen. Langzaam liet ik Joe los, en nam Finn apart. 'Ik kan mijn werk niet doen als ik zwanger ben', fluisterde ik.

'Een mooie gelegenheid om ermee te stoppen, en het achter je te laten, niet?'

Tijd om te antwoorden had ik niet. Finn liep terug naar de stoel, en begon tegen Joe te praten. Finn had gelijk. Ik kon dit werk niet mijn hele leven doen, en dat wilde ik ook zeker niet. Het was tijd dat ik stopte, en mijn zinnen op de echte arbeidsmarkt ging zetten. Zwijgend liep ik terug naar Joe, en begon weer door zijn haren te woelen. 'Ik heb gesolliciteerd in Nederland', begon Finn. 'Ik weet nog niet of ik aangenomen ben, maar het is een begin.'

Vol ongeloof staarde ik hem aan. 'Dat wist ik niet.'

Een glimlach sierde zijn lippen. 'Eigenlijk wilde ik het ook pas vertellen als ik nieuws had. Maar goed. We wachten maar af. Het is ongeveer dezelfde functie als die ik in IJsland had.'

Tevreden knikte ik. We bleven nog eventjes bij Joe, en vervolgden daarna onze weg naar huis. Niet langer meer het huis van een alleenstaande moeder, nee het huis van een gezin.

Bijles, part two Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu