Hoofdstuk 16

18.1K 923 155
                                    

Hoofdstuk 16

Die nacht kon ik moeilijk in slaap komen. Woelend lag ik in mijn bed. Ik wilde niet weten wat voor kapsel ik morgenvroeg zou hebben. Mijn gedachten dwaalden af naar Joe. Mijn arme kleine mannetje die alleen in het grote ziekenhuis lag. Ik had niet naar Finn moeten luisteren, maar bij Joe moeten blijven. Een zucht verliet mijn lippen, terwijl ik mij weer op mijn rechterzijde liet rollen. Starend naar de witte muur, de huid van Finn. Zijn huid was wit, witter dan dat het was voordat hij vertrok. Natuurlijk, IJsland. Wanneer was het daar warmer dan twintig graden? Maar misschien was hij ook wel vermoeid. Ik draaide mij weer terug op mijn linkerzijde. Hij ging weer weg. Ik moest mij blijven beseffen dat hij uiteindelijk weer weg ging. Terug komen was nooit een optie voor hem geweest. Hij had zijn werk daar. En nu ook een vrouw. Daarbij was er ook nog de angst dat hij Joe mee nam. Hij wist het nu. En ergens gaf ik hem gelijk. Joe zou gepest worden, alleen maar omdat zijn moeder een prostituee is. Een bloedsmaak vulde mijn mond. Onbewust had ik op mijn lip gebeten. Zuchtend ging ik rechtop zitten en sloeg mijn benen over de bedrand heen. Zo bleef ik even zitten, als ik te snel op stond, werd ik duizelig. Langzaam stond ik op en schuifelde naar de badkamer. Ja, mijn haar was nu al een drama, concludeerde ik toen ik in de spiegel keek. Maar goed, dat waren zorgen voor morgenvroeg. Een straaltje bloed sijpelde naar beneden. Shit, had ik dan zo hard gebeten? Ik pakte een washandje en hield die onder het koele water. Voorzichtig depte ik het bloed weg van mijn lip. ''Wat is er?'' Zijn stem deed mij opschrikken. Ik draaide mij om en keek recht in zijn helderblauwe ogen. ''Niets'', mompelde ik, nadat ik het washandje voor mijn mond had weg gehaald. Hij fronste zijn wenkbrauwen toen hij het bebloede washandje zag. ''Jij moet echt niet meer op je lip bijten. Hoe je het ook went of keert, het gaat altijd mis.'' De warmte in zijn stem was duidelijk te horen. Kleine bolletjes vormden zich op mijn armen. Fijn, kippenvel. Hij schonk mij een glimlach en pakte het washandje uit mijn hand. Hij hield het nog eens onder de kraan, en drukte het vervolgens liefdevol op mijn mond. ''W-arm benn juh hierr'', mompelde ik.

''Niet praten als ik met je lip bezig ben'', zei hij. Na het nog even op mijn lip gedrukt te hebben, haalde hij het washandje weg. ''Ik moest naar de wc.''

''Er is beneden ook een wc.''

''Ik hoorde jou boven. Kon je niet slapen?''

Ik schudde mijn hoofd. ''Nee, ik bleef maar aan Joe denken.''

Finn bestudeerde mijn lip en schudde zijn hoofd. ''Je bent echt een sukkel.''

Ik keek hem boos aan, wat mij alleen maar een glimlach van hem opleverde. Hij gooide het washandje in de wasmand, die standaard onder de wasbak stond. ''Slaap lekker'', zei ik en liep weer terug naar mijn kamer. Ik negeerde de neiging om alwéér op mijn lip te bijten, en schoof weer onder de warme dekens. Nee, dit moest niet te vaak gebeuren. Finn tegen komen 's nachts, zou alleen maar voor vervelende dingen zorgen. Een klopje op de deur, liet mijn hart in mijn keel bonzen. ''Ja'', zei ik met een lichte trilling in mijn stem. Finn schoof naar binnen en sloeg zuchtend mijn dekens aan de kant. ''W-wat doe-e je?'' Vroeg ik onzeker en ging rechtop zitten. ''Je laat mij toch niet serieus op de koude bank slapen?'' Vroeg hij fronsend. Ik voelde dat mijn wangen rood kleurde, en een vreselijke hitte overviel mij. Eigenlijk wel. Eigenlijk was dat inderdaad mijn plan. ''Ja.''

''Eva, kom op. Ik weet dat het awkward is, maar Melissa begrijpt het wel. Je hoeft je echt geen zorgen om haar te maken.''

Dat deed ik niet. Ik maakte mij meer zorgen de dingen die zouden kunnen gebeuren met mij en Finn in één bed. Al hoewel, hij had een vriendin. Er zou niets mogen gebeuren. En Finn was trouw. Althans, dat dacht ik. Hoopte ik, want hij schoof soepel bij mij onder de dekens. Mijn lichaam was meteen wakker. Mijn geest was in de war. ''Trusten'', mompelde hij.

Warme lucht werd in mijn gezicht geblazen, en langzaam werd ik wakker. Ik wreef in mijn ogen, om er zeker van te zijn dat ik wakker was. Nee, geen droom. Finn lag echt in mijn bed. Zijn ogen waren gesloten. Zijn mond vertrokken in een streep. Zijn ademhaling klonk regelmatig, wat mij vertelde dat hij nog sliep. Ik draaide mij om en keek op de wekker. Vijf uur. Een lichte kreun ontsnapte tussen mijn lippen door. Het was nog te vroeg om naar het ziekenhuis te gaan. Te vroeg om op te staan. Dus ik zat nog een paar uur ''vast'' met Finn in mijn bed. Mijn gevoelens deden raar. Ik vond het fijn dat hij bij mij was. Maar het was niet goed. Het zou mij valse hoop geven. De klap zou harder aankomen als hij weer terug ging, naar Melissa. Ik draaide mij om, met mijn rug naar hem toe. En ineens werd het mij allemaal te veel. Dikke tranen stroomden naar beneden over mijn wangen. Het snikken probeerde ik te dempen, om Finn niet wakker te maken. Voor het eerst vervloekte ik mijzelf. De keuze om Joe te houden. Als ik Joe niet had gehad, waren ik en Finn nog samen. En die gedachte maakte mij nog verdrietiger. Had ik Joe liever niet gehad? Natuurlijk wel, zei een vermanend stemmetje in mijn hoofd. Verwoed veegde ik een paar tranen van mijn wang af. Ik voelde aan mijn lip, waar nu een klein korstje zat. Indirect had hij mijn lip aangeraakt, niet waar? Twee warme armen trokken mij tegen een warm lichaam aan. Mijn hart bonsde in mijn keel. ''Niet huilen'', zei zijn warme stem. ''Het komt allemaal goed met Joe.''

Ik voelde zijn lippen tegen mijn achterhoofd aan.

Bijles, part two Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu