Hoofdstuk 29

18.5K 789 190
                                    

Hoofdstuk 29

Langzaam vielen mijn ogen weer dicht. Ik kreunde licht toen Finn mij riep. Kreunend kwam ik overeind en trok snel een badjas over mijn nachtjapon heen. Wie belde er nou aan om drie uur 's nachts? Waarschijnlijk iemand die totaal geen klok kon lezen, bedacht ik mij geïrriteerd. Langzaam schuifelde ik naar beneden, bang om te vallen. Mijn coördinatie was niet zo goed 's nachts. Ik was al vaker van de trap gevallen, maar kwam er gelukkig telkens met een krasje mee weg. Een gaap wist zich een weg te banen, uit mijn mond. Daardoor miste ik de laatste trede. Vol op mijn gezicht viel ik. Bezorgd hielp Finn mij overeind. 'Eva, gaat het?'

Ik mompelde dat het wel ging. Mijn voorhoofd deed zeer, maar dat zou vanzelf wel wegtrekken. Finn liet mijn arm los. Ik wreef vermoeid in mijn ogen en keek naar de persoon die in de deuropening hing. Oh Rowan. Holy, wat!? Ik opende direct mijn ogen op maximale stand. Wat deed hij hier nou midden in de nacht? 'Goedenacht Eva', begroette hij mij en een speels glimlachje trok aan zijn mondhoeken. Mijn ogen maakten een rollende beweging. 'Wat doe jij hier?'

'Ik zag jullie wegscheuren midden in de nacht.'

Mijn ogen werden nog groter, als dat mogelijk was. 'Houd je ons in de gaten?' siste ik kwaad.

Rowan stak onschuldig zijn handen omhoog en grijnsde breed. 'Iemand moet jou in de gaten houden voordat er weer domme dingen gebeuren.'

Finn had zijn armen over elkaar heen geslagen en keek Rowan uitdagend aan. Maar zijn woorden bleven uit. Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, dat hoef je niet. Ik kan prima voor mijzelf zorgen.'

'Je was niet op je werk. Vandaar dat ik langs jou huis reed. Een paar keer.' Hij staarde gebiologeerd naar zijn nagels.

Naast mij hoorde ik hoe Finn verontwaardigd snoof. 'Ik denk dat het nu wel weer tijd is om te gaan. Wij maken het prima', zei Finn ijzig kalm. Maar volgens mij wilde hij niets liever dan Rowan aanvliegen. Ik kende hem al langer dan vandaag. Ik legde mijn hand op zijn gespierde arm, als teken dat hij zichzelf in moest houden. Rowan keek van mij naar Finn en weer terug naar mij. 'Wij als in... Een stelletje?'

Finn rolde met zijn ogen. 'Ja. En kan je nu opdonderen?'

Rowan fronste naar Finn. 'Zo zo, praten wij zo tegen je neefje?'

Voor ik het goed en wel door had, baande Finns vuist zich een weg door de lucht en ramde vol tegen Rowans oog aan. Rowan greep naar zijn oog en kermde van de pijn. Langzaam liet hij zijn hand zakken en keek Finn woest aan. Finns uitdrukking was niet af te lezen, wat mij zorgen baarde. Rowan haalde uit met zijn vuist en raakte Finn in zijn maag. Finn kromp ineen en hapte naar lucht. 'Zo, sinds wanneer is mijn kleine neefje zo sterk geworden?' hijgde Finn.

Rowan haalde zijn schouders op. 'Sinds er sportscholen bestaan.'

Finn haalde nogmaals uit, dit keer raakte hij zijn schouder. Rowan wankelde iets achteruit, maar wist zich te herstellen. Zijn vuist kwam opnieuw terecht in Finns maag. 'Oké en nu stoppen!' gilde ik.

Maar ze luisterden niet. Bleven elkaar aanvallen. Uit pure wanhoop stortte ik mij middenin het gevecht. Ik ving een klap voor Finn op. Rowan keek mij ongelovig aan. 'Eef', zei hij bezorgd. De klap was tegen mijn hoofd. Langzaam begon ik sterretjes te zien. Ik zag nog hoe Finn Rowan ruw aan de kant duwde en mij opving voordat ik zou vallen. Finn ondersteunde mij naar de bank toe, Rowan gevolgd op zijn hielen. Langzaam liet hij mij op de bank zakken. 'Gaat het echt wel?' vroeg Finn bezorgd. 'Ik ga wel even iets halen om te koelen.' En met die woorden verdween hij naar de keuken. Het was mij niet ontgaan dat hij Rowan een boze blik toewierp. Rowan ging naast mij op de bank zitten. 'Sorry Eva, die was niet voor jou bedoeld.'

Boos keek ik hem aan. 'Wat doe je hier? Ga weg.'

Een lachje trok aan zijn mondhoeken. 'Ik kwam kijken of alles goed ging. En dat gaat het blijkbaar niet, gezien je samen bent met Finn. Hij is niet goed voor je. Dat weet iedereen.'

Mijn ogen maakten een rollende beweging, wat mijn hoofd niet zo prettig vond. Kreunend greep ik naar mijn hoofd. 'Verdomme je hebt mij echt hard geraakt.'

Rowan drukte een teder kusje op mijn voorhoofd. Vol ongeloof keek ik hem aan. 'Rowan, verdwijn gewoon, oké?'

'Ik wil je alleen maar beschermen tegen hem', zei hij fronsend. 'Maar dat wordt niet gewaardeerd blijkbaar.'

'En al helemaal niet als je verdomme een gevecht begint in mijn huis', zei ik kwaad.

Rowan opende zijn mond om nog iets te zeggen, maar sloot die vervolgens toen Finn weer de kamer in kwam gelopen. Hij had een pak ijsblokjes in een theedoek gewikkeld en drukte die liefkozend tegen mijn voorhoofd aan. 'Beter zo?' fluisterde hij.

Ik knikte dankbaar. Finn trok zijn hand terug, waardoor ikzelf de ice pack vast moest houden. Woest trok hij Rowan vervolgens overeind. 'Dit huis uit. Nu.'

Hij stak zijn handen als teken van overgave in de lucht. 'Goed dan. Eva, ooit kom je weer terug bij mij. Ik zweer het je.' Hij zond mij een kille blik toe, waar ik de rillingen van kreeg. Finn greep Rowan bij zijn schouder vast en voerde hem naar de voordeur af. Een minuut later hoorde ik de voordeur met een klap dicht gaan. Een opgeluchte zucht rolde over mijn lippen heen. Finn verscheen weer in de kamer en nam plaats naast mij op de bank. 'Het is toch echt niet te geloven met die jongen', zei hij gefrustreerd. 'Hij moet echt bij jou uit de buurt blijven, anders doe ik hem nog eens iets.'

Ik legde mijn hand op zijn arm. 'Nee Finn, laat hem.'

Hij schudde zijn hoofd. Diepe denkrimpels verschenen op zijn voorhoofd. 'Weet hij wat voor werk jij doet?'

Ik beet op mijn lip. Waarheid of leugen? Een zucht glipte tussen mijn lippen door. 'Ja', zei ik met tegenzin. 'Hij was laatst een klant..', mijn stem stierf weg. 'Maar ik heb hem afgewezen hoor', zei ik er snel achteraan.

Finns uitdrukking was weer niet te peilen. 'De klootzak', siste hij.

Langzaam stond ik op. 'Kom, laten we gaan slapen.'

Finn volgde mijn voorbeeld en hielp mij de trap op. Bang dat ik nogmaals zou vallen. Gelukkig ging het allemaal goed en lagen we even later in bed. Finn bestudeerde mijn hoofd. 'Het is een beetje blauw', concludeerde hij. 'Minimale zwelling, komt door het koelen.'

'Dokter Finn', zei ik plagend.

Hij lachte en trok mij tegen zich aan. Teder gaf hij mij een kusje op mijn voorhoofd. 'Slaap zacht.'


--------------------------------------------

Wanneer de volgende update komt weet ik niet... Volgende week heb ik veel leuke uitstapjes. ^^

Bijles, part two Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu