14.4 Monnikskap

248 9 0
                                    

Nadat Wolfs en Eva een gebouw binnengevallen zijn, is Eva achter een vrouw aangerend. De vrouw bedreigde haar met een kruisboog-wapen, waarop Eva haar neer heeft moeten schieten. Terug op het bureau heeft Eva te horen gekregen dat de vrouw overleden is aan haar verwondingen. Eva wordt door de Rijksrecherche verhoort over haar handelswijze.

Wolfs is alleen naar de Ponti gegaan. Hij staat te koken met het nieuws op de achtergrond. Een samenvatting van verschillende politiezaken komt voorbij op L1. Wolfs trekt zijn jasje aan en werpt zijn blik op het scherm. Na een paar seconden slaat hij zijn laptop dicht en steekt een kaars op tafel aan. Zodra hij weer naar de keuken draait, komt Eva de trap afgelopen. 'Hoe ging het?' vraagt hij haar geïnteresseerd. Eva knikt haast onzichtbaar. 'Niet geschorst' zegt ze enkel. 'Ik kan me beroepen op noodweer'. Wolfs steekt zijn handen voor zich uit. 'Ik wist het. Dat gaan we vieren'. Hij wijst naar de gedekte tafel. Een kleine glimlach verschijnt rond Eva's mond, maar verdwijnt al weer snel. Een korte stilte valt tussen de twee. 'Wat is er?' voelt Wolfs aan alles dat Eva ergens mee zit. Eva schudt even met haar hoofd. 'Ik heb iemand doodgeschoten' zegt ze enkel. 'Ja' knikt Wolfs. Hij stapt iets dichter naar zijn partner toe. 'Maar er stond iemand met een wapen op je gericht. De commissie zegt het ook. Het was noodweer'. Eva kijkt even naar de grond, waarna ze haar blik weer op Wolfs richt. 'Ja, maar ik twijfel of ik hetzelfde had gedaan als de situatie anders was geweest'. Wolfs loopt dichter op haar af. 'En waarom?' vraagt hij haar doordringend. 'Omdat jij bijna dood was' klinkt er emotie in Eva's stem. 'Ik weet niet of ik ook had geschoten als dat niet zo was geweest'. Ze kijkt weer weg. 'Ik handelde toch uit eh... uit wraak'. Wolfs ziet aan Eva dat ze het zwaar heeft. Hij wil op haar aflopen, maar Eva draait zich om. 'Sorry' zegt ze, terwijl ze de trap weer oploopt. Wolfs kijkt somber de keuken rond en blaast de kaars weer uit.

Wolfs moet zich inhouden niet achter zijn partner aan te gaan. Hij wil haar steunen, maar weet dat ze hem op dit moment toch weg zal sturen. Zuchtend laat hij zich op een van de keukenstoelen zakken. Hij laat zijn hoofd in zijn handen rusten en denkt na. Hij heeft het er moeilijk mee dat Eva zo aan zichzelf twijfelt. Ze heeft alles goed gedaan en toch praat ze zichzelf een schuldgevoel aan. Twijfelend kijkt Wolfs de keuken rond. Zijn blik blijft vallen op het fornuis waar hij zojuist nog aan stond te koken. Hij staat op en kijkt in de pannen. Als hij boven de douche hoort aangaan, krijgt hij een idee. Hij schept een bord vol met eten en vult een glas met chocomel. Daarna loopt hij met zijn handen vol naar boven. Hij zet het bord en glas op het bureautje in Eva haar slaapkamer en zoekt een papiertje en een pen. Aangezien je waarschijnlijk niet meer naar beneden komt, heb ik je eten maar naar boven gebracht. Hij legt het briefje naast het bord en loopt weer naar beneden.

Wanneer Wolfs zeker weet dat Eva weer op haar kamer is, loopt hij met een bord eten en een glas whisky voor zichzelf de trap op. Hij stopt bij Eva haar slaapkamer en laat zich met zijn rug tegen de deur naar beneden glijden. Als hij zit, klopt hij zachtjes met zijn vuist tegen het hout. 'Smakelijk Eef'. Zoals verwacht, krijgt hij geen reactie. Wel hoort hij zijn partner bewegen aan de andere kant van de muur. Een klein glimlachje verschijnt op zijn gezicht. 'Je zal wel niet willen praten, maar ik zit hier als je me nodig hebt'. Hij begint aan zijn maaltijd die op zijn schoot rust en slikt het weg met een flinke slok whisky. Pas wanneer zijn bord helemaal leeg is, begint hij opnieuw te praten. Hij draait rondjes met de whisky in zijn glas en klopt nogmaals zacht op de deur. 'Eef, ik ben er nog steeds. Ik wil dat je weet dat je niets verkeerds hebt gedaan. Natuurlijk mag je een naar gevoel overhouden wanneer je iemand hebt doodgeschoten, maar ...' Wolfs laat zuchtend een stilte vallen. Het valt hem zwaar om tegen de deur te moeten praten in plaats van rechtstreeks tegen zijn partner. 'Het was noodweer, ze had een wapen op je gericht. Ik ben blij dat je geschoten hebt, hoe de situatie ook geweest zou zijn. Als jij niet geschoten had, had zij het gedaan. Dan was jij dood gegaan'. Wolfs slikt een keer flink. 'En ik kan je helemaal niet missen' vervolgt hij zachtjes. Hij laat zijn hoofd tegen de deur leunen en sluit zijn ogen. Een lange stilte volgt.

Ineens wordt de deur van binnenuit geopend. Aangezien Wolfs dit niet aan had zien komen, valt hij achterover de slaapkamer in. Eva slaakt een gilletje van schrik als ze Wolfs binnen ziet vallen, waarna ze beide hard in de lach schieten. Ze helpt Wolfs omhoog en kijkt hem vervolgens zwijgend aan. Wolfs kijkt haar glimlachend in haar ogen en streelt zachtjes met zijn duim langs haar wang. Eva voelt hoe ze licht begint te blozen en slaat haar blik naar de grond. 'Ik kan jou ook niet missen' zegt ze haast onhoorbaar. Ze draait zich om en loopt naar haar bed. Wolfs blijft in de deuropening staan en kijkt naar hoe zijn partner van hem wegloopt. Wanneer Eva zit, kijkt ze op en slaat zachtjes op het bed naast zich. Glimlachend loopt Wolfs op haar af en neemt plaats aan de andere kant van het bed. Zwijgend zit het tweetal een tijd naast elkaar. Langzaam legt Eva haar hoofd op Wolfs schouder. Hij grinnikt zuchtend en leunt met zijn hoofd tegen het hare. Zo blijven ze de rest van de avond zitten, ieder in hun eigen gedachte.

Wolfs kijkt op wanneer hij hoort dat Eva zwaar begint te ademen. Hij kijkt op zijn horloge en ziet dat ze al bijna anderhalf uur zo op bed zitten. Glimlachend drukt hij een kusje op haar haren en probeert voorzichtig onder Eva uit te kruipen. Eva schrikt op van de beweging en kijkt haar partner aan. Wolfs glimlacht naar haar. 'Het is tijd om te gaan slapen' zegt hij zachtjes. Eva knikt en draait zich om. Wolfs staat op en pakt het bord van het bureau. Hij drukt op de lichtschakelaar en sluit de deur. 'Slaap lekker Eef'. Op de gang pakt hij ook zijn eigen bord en glas en loopt naar beneden om alles op te ruimen. Wanneer de keuken er weer netjes uitziet, besluit hij zelf ook naar bed te gaan.

De volgende ochtend start het tweetal op het politiebureau. Eva zit leest net een dossier door, wanneer Kamphuis op hen af komt lopen. 'Laat alles maar liggen, we hebben een noodgeval' komt ze direct ter zake. Eva neemt een foto van haar baas aan. 'Natascha de Bruin, ze is vanmorgen niet op haar werk verschenen. Haar laatste levenstekenen is een gesprek in een groepsapp, gisteren direct na haar werk'. Wolfs is intussen aan komen lopen met een kop koffie en neemt de foto van Eva aan. 'De verbinding met haar telefoon werd verbroken om 18.47 uur' gaat Kamphuis verder. 'En wat maakt het een noodgeval?' vraagt Wolfs direct. 'Bennie Hilvers' geeft hun baas aan. Ze pakt een nieuwe foto. 'De man die haar acht jaar geleden heeft verkracht. Hij is gisterenmiddag tijdens een TBS-verlof ontsnapt'.


Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu