8.3 Verraad

228 10 0
                                    

Bols is overgeplaatst van Roermond naar Maastricht. Hij vraagt Wolfs en Eva naar het verloop van hun zaak. Wanneer Bols naar huis wil gaan, houdt Wolfs hem nog even tegen. 'Betekent uw overplaatsing naar Maastricht dat u de zaak van mijn dochter niet meer doet?' vraagt hij de officier. Bols kijkt hem stug aan. 'Ik ben gewend mijn zaken af te maken meneer Wolfs. De moord op Daan de Vos is daarop geen uitzondering'. Zegt hij stellig. 'Verder nog iets?' Wolfs kijkt hem strak aan. 'Mijn dochter is slachtoffer'. Bols schudt zijn hoofd haast onmerkbaar. 'Ik kan en wil dit dossier niet ...' Wolfs onderbreekt hem direct. 'Hij heeft haar levend begraven. Hij heeft haar gestalkt. Hij heeft gedreigd zoutzuur in haar gezicht te gooien en zij wist dat hij daar toe in staat was, want hij was in staat om alles te doen om mij kapot te maken'. Wolfs kijkt Bols nog even strak aan voor hij verder gaat. 'En ze wist dat wij hè, de politie, u, ik, ze wist dat wij haar niet konden beschermen'. Bols kijkt Wolfs even aan. 'Vindt u Mert een slachtoffer?' vraagt hij naar de dader van Wolfs laatste zaak. 'Er zijn veel overeenkomsten hè, tussen Mert en uw dochter' gaat Bols verder. 'Beide zaten vast in een tunnelvisie. De gedachte dat alleen de dood van een ander ze zou kunnen redden. Mert zat gevangen in de Turkse eercultuur en toch klagen we hem aan voor moord, omdat hij de verkrachter van zijn zusje planmatig om het leven heeft gebracht'. Bols opent zijn tas en pakt zijn sleutels eruit. 'Uw dochter voelde zich slachtoffer' gaat hij verder. 'Toen heeft zij de dood van Daan de Vos gepland en ze heeft haar plan uitgevoerd'. Hij kijkt Wolfs even strak aan. 'Moet ik nu voor haar een uitzondering gaan maken? Waarom?' Wolfs probeert zijn frustratie binnen te houden. 'Gaat u mijn dochter aanklagen voor moord?' vraagt hij de officier. 'Dat is toch wat ze heeft gedaan' reageert Bols op de vraag van de rechercheur. Bols loopt langs Wolfs en verlaat het bureau.

Wolfs besluit naar huis te gaan. Hij sluit zijn computer af en trekt zijn jasje aan. Eva is al vertrokken, dus hij loopt alleen naar beneden. Op de parkeerplaats stapt hij in de auto en rijdt meteen naar huis. Aangekomen in de Ponti, blijkt Eva nog niet thuis te zijn. Wolfs snapt het niet. Ze heeft de laatste dagen allerlei afspraken waar hij niets van weet. Hij kijkt op zijn klok en besluit maar alvast te gaan koken. Wanneer Wolfs bijna klaar is, komt Eva de keuken in gelopen. 'Ruikt lekker hier, wat eten we?' vraagt ze hem nieuwsgierig. Wolfs kijkt even op naar zijn partner. 'Waar was je?' vraagt hij voor de zoveelste keer in een paar dagen. Eva loopt naar de koelkast en schenkt iets te drinken in. 'Wat eten we?' vraagt ze nogmaals. Wolfs zucht even. 'Pasta' zegt hij uiteindelijk, waarna hij twee borden opschept.

Nadat hij een paar happen heeft gegeten, legt Wolfs zijn bestek op zijn bord. Hij vouwt zijn handen in elkaar en kijkt naar zijn partner. 'Wat is er aan de hand met jou?' een combinatie van bezorgdheid en irritatie is in zijn stem te horen tijdens zijn vraag. Eva kijkt even op. 'Hoe bedoel je?' vraagt ze nietsvermoedend, waarna ze nog een hap neemt. 'Dit bedoel ik' zucht Wolfs. Hij probeert niet boos te worden. 'Je ontwijkt me de laatste tijd. Je hebt steeds afspraken, waar je niets over loslaat. En als ik er naar vraag doe je alsof je me niet hoort'. Ook Eva legt nu haar bestek even neer. Ze pakt haar glas en neemt een grote slok van haar water. Ze zucht even en wendt haar blik af van Wolfs. Ze weet dat ze eerlijk moet zijn, vroeg of laat komt hij er toch wel achter. Wolfs ziet dat hij een gevoelige snaar heeft geraakt. Hij dringt niet aan, maar zwijgt tot Eva het woord zal nemen. Hij pakt zijn bestek weer vast en neemt een hap van zijn pasta. Eva richt haar hoofd weer op en vangt de blik van Wolfs. 'Ik loop bij de psycholoog' zegt ze uiteindelijk haast onverstaanbaar. Wolfs kijkt haar even verbaast aan. Zijn mond hangt half open en hij vergeet de rest van zijn pasta te kauwen. Eva grinnikt kort om deze blik. 'Je mag wel dooreten hoor'. Wolfs schudt even zijn hoofd en slikt zijn hap gauw door. 'De psycholoog?' vraagt hij vervolgens nog steeds verbaast. Eva knikt even. 'Maar... Waarom?' vraagt Wolfs verder. Eva haalt even haar schouders om. 'Moest van Mechels' probeert ze het luchtig te houden. Wolfs kijkt haar niet-begrijpend aan. 'Wat weet Mechels dat ik niet weet? Wat is er gebeurd?' vraagt Wolfs vervolgens beduusd. Eva neemt nog een slok van haar water en haalt nog eens diep adem. 'Ik heb je al eens gezegd dat ik aangevallen ben door een medegevangene toch?' Wolfs knikt bevestigend. Eva slaat haar blik neer. 'Daarna leek ze iedereen tegen me opgezet te hebben. Tijdens het luchten heb ik een paniekaanval gehad en ben knock-out gegaan' zegt ze zachtjes. Wolfs legt even zijn hand op die van Eva en knijpt er zachtjes in. Eva kijkt hem even aan. 'Mechels is bang dat het nog een keer gebeurd. Daarom heeft ze me naar de traumapsycholoog gestuurd'. Wolfs knikt begrijpend. 'Naar Marloes?' vraagt hij uiteindelijk zachtjes. Eva knikt even kort. 'Eerst wel, maar daarna kreeg ik een ander. David heet hij' Wolfs hoort aan haar stem dat Eva niet enthousiast is over David. 'Wat is er met hem?' vraagt hij door. Eva haalt even haar schouders op. 'Met Marloes had ik een prima gesprek. Ik had er geen zin in, maar ik heb wel mijn verhaal kunnen doen. Ze was begripvol en meelevend...' Even laat ze een stilte vallen. 'David is heel anders' zucht ze vervolgens. 'Hij is heel direct, stelt vragen die ik niet gepast vindt. Waar ik me niet prettig bij voel. Ik had Marloes net alles verteld en dan krijg ik zo'n eikel'. Wolfs glimlacht even, hij weet dat Eva het moeilijk vindt zich open te stellen naar anderen. 'Misschien moet je hem nog een kans geven. Ik ken nog iemand die je vanaf dag één een eikel vond, maar dat is best goed gekomen' grinnikt hij zachtjes. Eva glimlacht even, ze weet dat hij het over zichzelf heeft.

Na het eten, drinken Wolfs en Eva nog iets samen. Wolfs kijkt haar even aan. 'Waarom heb je niets tegen me gezegd?' vraagt hij voorzichtig. Eva haalt even haar schouders op. 'Jij was zo met Fleur bezig' zegt ze uiteindelijk. 'En zo erg was het allemaal niet' zegt ze er snel achteraan. Wolfs kijkt haar even in haar ogen. 'Erg genoeg dat Mechels je naar een psycholoog heeft gestuurd'. Eva haalt even haar schouders op. 'Vind je het fijn om daarheen te gaan?' vraagt Wolfs even. 'Om ergens je verhaal kwijt te kunnen?' Eva denkt even na. 'Ik weet het niet' zegt ze uiteindelijk. 'Ik ben er nu drie keer geweest in totaal. Twee keer bij David. Ik weet niet of ik er iets aan heb' zegt ze uiteindelijk eerlijk. Wolfs legt zijn hand nog even op die van Eva. 'Je weet dat je ook altijd bij mij mag komen hè' Eva knikt. 'Dat weet ik'.

Het tweetal schrikt op uit hun gesprek, van de telefoon van Eva die afgaat. Ze neemt op en staat al vrij snel op van haar stoel. Wolfs begrijpt de hint en trekt zijn jasje alvast aan. Niet veel later staat Wolfs en Eva in de kleedkamer van een dode bassist. Terwijl Wolfs over het lichaam gebogen staat, neust Eva wat rond in de kamer. Eva zucht even. 'Ja, het zal allemaal wel heel erg erg zijn en triest. En zijn vader zal wel een schoft zijn geweest enzo, begrijp me niet verkeerd hoor, ik bedoel ieder mens heeft recht op een menswaardig bestaan'. Zonder medeleven gaat Eva verder, terwijl ze naar Wolfs loopt. 'Maar dit is gewoon een junk Wolfs'. Haar partner werpt zijn blik even op haar. 'Een junk die te veel van zijn troep heeft genomen' gaat Eva verder. 'En dus is het een dode junk'. Ze draait zich om en loopt weer een stukje weg. 'Ik houd er niet van Wolfs, ik houd hier echt helemaal niet van' zeurt ze haast. Wolfs zucht een keer. 'Ik weet het Eef. Ik weet het'. Hij kijkt even om naar zijn partner. 'Prijs je gelukkig, er hadden er ook twee kunnen liggen'.

Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu