1.6 Kristalhelder

290 9 0
                                    


Wolfs en Eva hebben de laatste zaak veel samen in de auto gezeten. Ze beginnen duidelijk aan elkaar te wennen. Hebben zich erbij neergelegd dat ze partners zijn en kunnen inmiddels dan ook echt leuke gesprekken hebben samen. Ze maken grapjes, maar kunnen ook nog steeds samen ruziën. Bijvoorbeeld over de broodjessmaak van Wolfs, die de broodjes van Eva 'broodje zelfmoord' noemt of wanneer Wolfs de hormonen van Eva de schuld geeft, wanneer ze chagrijnig is.
Afgelopen nacht hebben Eva en Wolfs elkaar gekruist in de keuken. Beide konden niet slapen en gingen even iets drinken. Wolfs had wat subtiele woordspelingen gemaakt naar Eva, maar helaas eindigde het nachtelijke gesprek met een discussie over Fleur.

Eva voelt zich schuldig over afgelopen nacht. Na het werk lopen zij en Wolfs samen de keuken van de Ponti in. Eva besluit een soort van excuses te maken 'ik beloof: Ik ga me niet meer met jouw privéleven bemoeien' deelt ze hem mee. Wolfs loopt intussen naar de koelkast en pakt er een flesje bier en een flesje chocomel uit. 'Dat jij in Maastricht wilde werken omdat je dochter hier woont. Dat eh, dat is gewoon niet mijn zaak' vervolgt ze. Wolfs kijkt haar chagrijnig aan terwijl hij de chocomel opent. Eva steekt gelijk beide handen in de lucht 'Sorry, ik hou m'n mond'. Wolfs, die nog steeds niet blij kijkt, reikt de chocomel aan. Eva glimlacht en neemt haar drinken aan. Daarna went ze haar blik even af. Wolfs zucht een keer en kijkt Eva aan. 'Dat ik uit Amsterdam ben weggegaan, is omdat mijn partner, die ook mijn beste vriend was, zichzelf een kogel door de kop heeft geschoten'. Eva slikt even, Wolfs vervolgt 'ik heb voor Maastricht gekozen, omdat mijn dochter hier op de toneelschool zit. Dat is het. En verder wil ik het er niet meer over hebben'. Eva kijkt hem stil aan. Wolfs blik wordt iets vriendelijker, hij vangt haar blik met zijn ogen 'capisce?' vraagt hij terwijl hij zijn flesje bier naar haar uitsteekt. Eva klinkt met haar flesje tegen dat van Wolfs en knikt.

Nadat ze samen zwijgend hun flesjes leeg hebben gedronken, gaan Eva en Wolfs ieder weer hun eigen weg. Eva verdwijnt naar boven en Wolfs kijkt in de koelkast of hij iets lekkers kan vinden. Hij pakt een plankje met wat verschillende kazen en schenkt zichzelf een glas whisky in. Hij gaat aan tafel zitten en zijn gedachten gaan terug naar Amsterdam. Hij kan zich alles nog zo goed herinneren. Elke minuut van die ene dag beleefd hij opnieuw. Het telefoontje van Marloes, waarna ze hem gevonden had. Hoe hij als een gek naar hun huis was gereden. Zijn vriend zag liggen op de grond. Tevergeefs had hij nog geprobeerd hem te reanimeren. Natuurlijk had dat niets uitgemaakt, hij had zichzelf door zijn hoofd geschoten. Toch wilde Wolfs alles doen om hem te redden. Hij weet niet hoe lang hij bezig is geweest, hij weet alleen nog dat Marloes haar hand op zijn schouder had gelegd. Ze had gehuild dat het allemaal niet meer uitmaakte. Vervolgens was hij door collega's weggetrokken bij zijn vriend. Hij had Marloes in zijn armen genomen toen ze John in een lijkzak hadden getild. Ze had hard gehuild en haar blik van de zak afgewend. Nadat ze wat tot rust was gekomen, had hij haar naar bed gestuurd. Zelf was hij vertrokken. Hij had haar alleen nog gezien op de begrafenis.

Wolfs zit zo in gedachte dat hij niet merkt dat Eva de keuken weer inloopt. Ze kijkt hem van een afstandje aan. Ze ziet dat hij er niet helemaal bij is. Ze besluit in eerste instantie niets te zeggen en loopt naar de koelkast. Ze pakt een flesje water en gaat tegenover hem zitten. Ze kijkt hem aan, maar hij lijkt dwars door haar heen te kijken. Eva legt even haar hand op die van Wolfs, van schrik ontwaakt hij uit zijn gedachte en trekt zijn hand terug. 'Sorry' mompelt Eva 'ik wilde je niet laten schrikken'. Hij kijkt haar aan een glimlacht naar haar. 'Je was ver weg' Eva kijkt hem aan en neemt een slokje van haar water. Wolfs knikt alleen. 'Je hoeft me niets te vertellen hoor' zegt ze zacht 'en ik heb beloofd me niet meer met jouw privéleven te bemoeien' gaat ze verder. Ze laat even een stilte vallen 'maar weet dat je me alles kunt vertellen als je wilt hè'. Eva legt haar hand nogmaals op die van Wolfs. Wolfs kijkt haar aan. 'Dank je Eva' zegt hij alleen. Hij kijkt op zijn horloge 'ik heb hier langer gezeten dan ik dacht' zegt hij terwijl hij opstaat en de kaas opruimt. Eva loopt achter hem aan met zijn glas en zet het in de gootsteen. 'Het is tijd om te gaan slapen' zegt hij alleen nog terwijl hij de keuken alweer uitloopt. Eva neemt haar flesje water mee en loopt ook de trap op.

In bed gaan de gedachte van Wolfs weer richting Amsterdam. Hij voelt zich rot. Hij voelt verdriet, maar vooral voelt hij zich schuldig. Zonder hem had John deze keuze nooit gemaakt. Dan had hij nu nog geleefd. Hij had de dood van John eigenlijk nooit goed verwerkt. Na de begrafenis had hij direct zijn overplaatsing aangevraagd. Hij kon daar niet langer blijven. Het bureau, de collega's, zelfs alle straatjes deden hem denken aan John. Overal had hij herinneringen aan zijn beste vriend. Zijn vriend die er nu niet meer was. En dat was zijn schuld.

Na lang te hebben gepiekerd is Wolfs toch in slaap gevallen. Een onrustige slaap. Hij droomt over de dood van John, hij beleefd de dag weer helemaal opnieuw. Hij schrikt zwetend wakker. Loopt naar de badkamer en gooit wat water in zijn gezicht. Hij kijkt op de klok 3.30 uur, hij probeert toch nog wat te slapen. Een uur later schrikt hij wederom zwetend wakker. Weer een droom over John. Wolfs gaat rechtop in bed zitten. Wakker blijven is op dit moment minder zwaar dan opnieuw over zijn vriend dromen. Hij pakt een boek van zijn nachtkastje in de hoop dat hij zijn gedachte even kan verzetten. Na tien bladzijdes legt hij zijn boek weer weg. Hij heeft geen idee wat hij gelezen heeft. Zijn hoofd blijft bij John. Hij loopt naar beneden en pakt een biertje uit de koelkast. Misschien zorgt de alcohol ervoor dat hij dadelijk toch nog even kan slapen zonder te dromen.

Na een zware nacht besluit Wolfs, als hij om 6.00 uur weer wakker schrikt, om maar gewoon zijn bed uit te gaan. Hij stapt onder de douche. Hij blijft lang staan onder de warme waterstralen. Hij heeft een verschrikkelijke nacht beleefd, maar hij zal vandaag toch weer gewoon aan het werk moeten gaan. Hij stapt onder de douche uit, kleedt zich aan en loopt naar beneden. In de keuken ziet hij Frank al voorbereidingen treffen voor het ontbijt. 'Hé' reageert Frank verbaast wanneer hij Wolfs de keuken in ziet lopen 'jij bent vroeg vandaag'. Wolfs knikt 'ik kon niet meer slapen. Kan ik je misschien helpen? Ik wil even bezig zijn met iets' Frank kijkt hem vragend aan maar zegt niets. Hij geeft Wolfs aan waarmee hij kan helpen en zwijgend bereiden de twee mannen vervolgens het ontbijt. Wanneer ze net klaar zijn, komt Eva de keuken in gelopen 'goedemorgen!' roept ze vrolijk terwijl ze Frank een kus geeft. Wolfs bromt een goedemorgen terug en gaat aan tafel zitten om te eten. Eva en Frank gaan erbij zitten. Wolfs heeft net zijn brood gesmeerd, wanneer de telefoon van Eva gaat. Hij denkt al te weten hoe laat het is en zodra hij Eva hoort zeggen 'ja, we komen er nu aan' pakt hij dan ook alvast zijn jas.

Niet veel later staan ze bij de Maas. Wolfs praat even met een collega en Eva staat bij de duikers die net een lijk uit de Maas hebben gevist. Wolfs loopt haar kant op 'en?' vraagt hij. Eva kijkt hem aan 'jonge vent, nogal toegetakeld' zegt ze schouderophalend. Wolfs werpt een blik op de brancard 'kennen we hem?' Eva schudt haar hoofd 'nee'. Wolfs loopt langs Eva naar het lijk en zucht een keer diep. Hij slaat zijn ogen neer. 'Ken jij hem?' vraagt Eva verbaast. Wolfs knikt 'Sam. Sammie Snuif' reageert hij op de vraag. 'Waar ken je hem van?' vraagt Eva vervolgens. 'Amsterdam' reageert Wolfs 'kleine scharrelaar. Volledig kapot gesnoven... Sammie deed alles voor geld... Praten met ons, bijvoorbeeld... Meestal klopte er geen bal van'. Wolfs loopt weg van het lijk, weg van Eva. Eva draait om en loopt achter hem aan 'maar wat doet ie dan in Maastricht? Wat is er aan de hand Wolfs?' Wolfs draait zich om 'ik ben hem vorige week tegengekomen. Hij had weer wat voor me' Eva kijkt hem verbaast aan 'wat?' Wolfs haalt zijn schouders op 'hij had een USB-stick bij zich' zegt hij vervolgens. 'Wat stond erop?' vraagt Eva geschrokken 'daar ben ik nog niet aan toegekomen... Een broodje aap. Dat dacht ik tenminste' Eva verliest even haar geduld 'Dat check je dan toch?!' roept ze. Ze zucht haar boosheid weg. 'Sammie beweerde dat ie bevriend was geraakt met de zoon van the godfather van Maastricht' verteld Wolfs nu wat hij weet. 'Heeft ie namen genoemd?' vraagt Eva inmiddels weer wat rustiger. 'Oja, z'n nieuwe vriend. Ene Bennie... Thelen of Tholen ofzo' Eva's ogen worden groot 'Thielen' zegt ze direct. 'Thielen' herhaald Wolfs haar. Eva kijkt naar het lijk en kijkt daarna weer terug naar Wolfs. Ze kijkt hem recht in zijn gezicht 'als wij al een godfather hebben hier in Maastricht... Dan luistert hij naar de naam Alfred Thielen. En hij heeft een mislukt zoontje. Bennie Thielen'. Eva loopt weg naar de auto, Wolfs volgt haar.

Tussen de regelsWhere stories live. Discover now