12.9 en 12.10 Bols

212 11 0
                                    

Een groep Albanezen heeft Eva ontvoerd om Bols onder druk te zetten. Om haar in bedwang te houden, hebben ze haar shots met heroïne gegeven. Bols heeft Wolfs opgezocht om Eva te kunnen vinden en na een groots vuurgevecht, heet Wolfs Eva uiteindelijk kunnen redden.

's Avonds in de Ponti, staat Wolfs alleen in de keuken. Hij pakt voor zichzelf een glas whisky en zet een glas chocomel voor Eva op de tafel. Zuchtend gaat hij zitten en haalt de ring uit de binnenzak van zijn jas. Hij opent het doosje en kijkt lachend naar de ring. Vandaag moet hij het vragen. Hij heeft al zo vaak een excuus bedacht waarom het niet de goede reden zou zijn. Hij is er vandaag voor de zoveelste keer in korte tijd achter gekomen dat het leven geen zekerheid is. De enige zekerheid die hij heeft, is dat hij weet dat hij zijn leven met Eva wil leiden. Hij zet de ring naast het chocomelglas. Wolfs vult zijn whiskyglas en drinkt het in één teug leeg en schenkt het direct weer bij. Hij kijkt nog een keer naar de ring. Alweer voelt hij twijfel. Hij pakt de ring en doet hem terug in zijn binnenzak.

Wolfs zit in stilte te wachten op zijn stoel. Hij hoort voetstappen op de trap. Snel neemt hij nog een slok, maar zodra hij Eva binnen ziet lopen, staat hij op en loopt op haar af. Hij pakt de ring uit zijn zak en knoopt zijn jasje dicht. Eva staat inmiddels onderaan de trap. Wolfs gaat voor haar staan. 'Lieve Eef, ehm...' hij glimlacht naar haar terwijl hij even twijfelt over zijn woorden. 'Er is iets wat ik al heel lang had moeten doen. En wat ik ook al heel lang had willen doen'. Wolfs kijkt nu pas goed naar Eva en ziet een emotieloze, afwezige blik in haar ogen. 'Eef?' vraagt hij bezorgd. Hij staart haar aan, terwijl Eva haar ogen sluit en bijna omvalt. Wolfs vangt haar op. 'Eef!' hij tikt tegen haar wangen om haar bij te krijgen. Moeizaam opent Eva haar ogen, maar Wolfs ziet ze alle kanten op rollen. 'Kom op Eef' kijkt hij haar angstig aan. Hij knipt met zijn vingers in de hoop dat ze iets meer focust met haar ogen. Even lijkt het te werken. Wolfs slaat één van Eva's armen om zijn schouder en legt zijn eigen arm om haar middel. Met wat moeite loopt hij met Eva naar boven en zet haar direct op de passagiersstoel van zijn auto. Wanneer hij zelf aan de andere kant plaatsneemt, ziet hij dat haar ogen weer wegdraaien. 'Eva, blijf bij' tikt hij opnieuw in haar gezicht. Het lijkt iets te helpen. Snel start hij de auto. Onderweg ziet hij Eva steeds opnieuw wegzakken. Hij knijpt in haar been, tikt tegen haar arm, maar het lijkt allemaal steeds minder te werken. Hij probeert op de weg te focussen, maar elke paar seconden wijkt zijn blik weer af naar rechts. 'Verdomme Eef!' uit hij uiteindelijk zijn frustratie, terwijl hij tegen het stuur slaat. Hij raakt met de seconde bezorgder om haar.

Met Eva in zijn armen, loopt Wolfs nog geen tien minuten later het ziekenhuis in. Direct komen er verpleegkundigen met een brancard aangereden. Wolfs legt Eva voorzichtig neer. De zorgmedewerkers komen direct aangestormd. Een van de mensen die om Eva heen staat, kijkt in haar ogen. Ze richt haar blik op Wolfs. 'Heeft ze iets gebruikt?' vraagt ze direct. 'Nee natuurlijk niet!' roept Wolfs in automatisme terug, maar direct denkt hij aan de blik die Eva in haar ogen had toen ze de trap afliep. 'Ja.... Misschien' zegt hij iets rustiger. 'Ik weet het niet' klinkt er al gauw wanhopig uit zijn mond. De verpleegkundige kijkt hem meelevend aan. Snel rijden ze Eva naar een behandelkamer. Wolfs pakt nog snel een van de mensen bij haar arm, voor ze kan verdwijnen. 'Ze is ontvoerd geweest. Ze hebben haar iets ingespoten' de vrouw knikt dat ze het begrijpt. 'Maar ze was weer oké' breekt Wolfs stem. De vrouw legt een hand op zijn arm. 'We gaan alles doen wat we kunnen' knikt ze hem nog toe, waarna ze achter de brancard aan een onderzoekskamer inloopt

Het duurt lang voordat de deur waarachter Eva verdwenen is weer opent. Zodra dit gebeurt veert Wolfs direct op. 'Hoe is het met haar?' vraagt hij aan de eerste persoon die de kamer uitkomt. De verpleegkundige glimlacht hem toe. 'Ze is stabiel. U kunt zo bij haar'. Opgelucht zucht Wolfs diep. 'Wat heeft ze?' vraagt hij door. De verpleegkundige bijt even op haar lip. 'Dat mag ik helaas niet met u delen. Privacy'. Wolfs schudt geïrriteerd zijn hoofd, maar besluit er verder niet op door te gaan. 'Kan ik haar zien?' vraagt hij direct. De vrouw knikt en loopt met hem mee naar de kamer. 'Ze slaapt' zegt ze enkel, waarna ze de deur achter Wolfs sluit. Wolfs loopt direct op het bed van Eva af. Ze is bleek, in haar hand zit een infuus, maar verder lijkt er niets aan de hand te zijn. Hij gaat op het voeteinde van het bed zitten en pakt voorzichtig de hand waar geen infuus inzit. 'Eef' zucht hij zacht. Een stilte valt. Hij speelt zachtjes met de vingers van haar hand, wanneer zijn blik op haar elleboogholte valt. Hij ziet de prikgaatjes. Haast automatisch laat hij zijn hand over de blauwe plek glijden. Zonder er over na te denken, telt hij de prikgaatjes. Vier in het centrum van de blauwe plek, een vijfde in een andere ader. Ineens bekruipt hem een onbehaaglijk gevoel. Kort laat hij zijn duim over het vijfde gaatje strelen, waarna hij Eva's hand vastpakt en er een kus op geeft. 'Wat heb je gedaan Eef?' fluistert hij zacht. Hij staat op en loopt naar de wc.

Bij de toiletten gooit Wolfs wat water in zijn gezicht. Hij wil niet geloven wat hij zojuist bedacht heeft. Zou ze echt zelf nog meer gespoten hebben? Hij schudt even met zijn hoofd, in de hoop zijn gedachte letterlijk van zich af te schudden. Vervolgens droogt hij zijn handen en gezicht en loopt terug naar Eva haar kamer. Eva ligt nog steeds te slapen. Wolfs gaat op het voeteinde van haar bed zitten. Zijn hand glijdt naar de ring in zijn binnenzak. Voorzichtig pakt hij het doosje in zijn handen. Hij draait het doosje rond. Een kort moment staart hij naar zijn slapende partner. Hij voelt de tranen opwellen in zijn gezicht. Direct wendt hij zijn blik weer af. Hij staart door het raam de gang in.

Wolfs weet niet hoe lang hij zo gezeten heeft, maar uiteindelijk voelt hij dat hij moe wordt. Hij kijkt even om zich heen en ziet een bankje bij het raam. Hij gaat op het bankje liggen. Zijn blik weer op Eva gericht. Langzaam voelt hij zijn ogen zwaar worden. Nog steeds in gedachten, doezelt hij in een ondiepe slaap.

Eva wordt langzaam wakker. Ze kijkt om zich heen om te zien waar ze is. Als ze haar hoofd naar links draait, ziet ze Wolfs op een bankje liggen. Hij ziet er gebroken uit. Ze draait zich op haar zij en staart naar haar partner. Zodra Wolfs beweging hoort, opent hij zijn ogen. Als hij ziet dat Eva wakker is, veert hij omhoog. Hij kijkt opgelucht in haar ogen. 'Waarom lig ik in het ziekenhuis?' vraagt Eva enigszins ongerust. 'Dat weet je niet meer?' vraagt Wolfs haar hoofdschuddend. 'Nee' zucht Eva. Wolfs kijkt haar diep in haar ogen, maar zijn bezorgde blik heeft plaats gemaakt voor eentje waar de pijn in te lezen is. Hij zwijgt. Eva kan zijn blik niet aan en sluit haar ogen. 'Ik was thuis, in de Ponti, toch?' Ze bijt op haar lip en staart naar het voeteinde van haar bed. Als er geen reactie komt, richt ze haar blik toch weer op Wolfs. 'Wat is er gebeurd?' Wolfs twijfelt even. 'Wat hebben ze jou gegeven daar?' vraagt hij streng. Eva doet alsof ze niet weet wat Wolfs bedoeld. 'Waar? Waar heb je het over?' Wolfs schudt gefrustreerd zijn hoofd. 'Die Albanezen'. Een korte stilte volgt. 'Waar hebben ze je mee ingespoten? Met wat voor drugs? Weet je dat nog?' Eva kijkt hem strak aan. Ze voelt wat paniek. 'Ik heb geen idee' antwoord ze uiteindelijk stellig. Wolfs staart haar aan. 'Denk je dat het daarmee te maken heeft? Dat ik daarom ben flauwgevallen?' Eva sluit haar ogen weer om niet naar Wolfs te hoeven kijken. 'Ben je flauwgevallen?' vraagt hij haar kritisch. 'Ja' zucht Eva met een lichte grinnik in haar stem. 'Tuurlijk ben ik flauwgevallen'. Ze worden onderbroken door een arts, die met Eva wil praten.


Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu