3.6 Kameraden

289 14 0
                                    

Eva is tijdens haar verlof geïnfiltreerd bij een groep neonazi's. Wolfs heeft haar net op tijd kunnen redden. Terug op het bureau is Hoeben woedend. Romeo en Wolfs kunnen hem tegen Eva horen schreeuwen in zijn kantoor. 'Hoe durf je zonder overleg door een moordonderzoek te banjeren?! En jezelf en je collega's in levensgevaar te brengen?' Romeo en Wolfs kijken elkaar schuldig aan. 'Hier overleggen we! Begrepen?' Eva laat de preek zwijgend over zich heenkomen. 'Dit had helemaal verkeerd af kunnen lopen. Je hoort hier nog van. En wegwezen nu!' Eva staat zwijgend op en verlaat het kantoor. Hoeben loopt achter haar aan 'Eva' ze draait zich naar haar baas. 'Ik wil dat je met die therapeut gaat praten'. Zuchtend wil Eva wegdraaien, maar Hoeben is nog niet klaar. 'En je bent weer in actieve dienst. Dat lijkt me voor iedereen veiliger'. Ze knikt zachtjes en loopt lachend langs Wolfs, die haar hardop toelacht.

Wanneer Wolfs 's avonds aan het koken is, komt Eva de keuken in gelopen. Ze gaat op het aanrecht zitten en kijkt wat hij allemaal doet. Wolfs kijkt even opzij. Hij wil met Eva praten, maar wil haar niet boos maken. 'Wil je zoiets nooit meer doen?' vraagt hij haar tenslotte met een bezorgde toon in zijn stem. Eva kijkt hem aan 'gevaarlijke dingen horen nu eenmaal bij het werk Wolfs'. Hij voelt wat frustratie opkomen, maar probeert het te onderdrukken. 'Je was niet aan het werk Eva, je was gewoon burger'. Hij laat een korte stilte vallen 'en je was bijna dood' fluistert hij er achteraan. Eva slikt even. Ze legt haar hand op die van Wolfs en kijkt hem diep in zijn ogen aan. 'Maar dat ben ik niet. Ik ben oké Wolfs. Er is niets met me aan de hand'. Wolfs grinnikt sarcastisch 'kijk naar je gezicht Eva. Je bent niet oké' antwoordt hij alleen. Eva glimlacht even 'maar dat komt wel weer. Het zijn alleen wat snijwonden en blauwe plekken, die genezen wel weer'. Wolfs knikt en besluit het erbij te laten. Ook Eva gaat er verder niet op in.

Eva staat op van het aanrecht en pakt haar puzzelboekje. Ze gaat aan tafel zitten en focust zich op de raadsels voor haar ogen. Wolfs kijkt af en toe naar haar. Hij is blij dat ze redelijk ongeschonden uit de strijd is gekomen. En hij is heel blij dat ze weer met hem mag gaan werken. Wanneer het eten klaar is, zet hij een bord voor Eva en zichzelf neer. Eva pakt intussen iets te drinken voor hen beide en samen beginnen ze rustig te eten. Wolfs kan het niet laten toch nog even terug te komen op het gesprek tussen Hoeben en Eva. Hij glimlacht naar Eva 'Weet jij trouwens hoeveel mazzel je hebt dat je het lievelingetje van Hoeben bent?' Eva kijkt hem verontwaardigd aan 'ik ben helemaal niet het lievelingetje van Hoeben!' Wolfs schiet in de lach 'ach Eva. Je hebt het zelf niet eens door'. Eva kijkt hem verbaast aan, ze snapt echt niet wat hij bedoeld. Wolfs legt zijn hand op die van haar 'Eva, ieder ander was in jouw plaats zijn baan kwijt geweest, of had in ieder geval een zware schorsing aan zijn broek hangen. Jij krijgt een uitbrander en mag meteen weer starten met je werk'. Hij kijkt haar indringend aan. Eva knikt kort 'maar dat betekent toch niet dat ik zijn lievelingetje ben' zegt ze met nog steeds een toon van verontwaardiging in haar stem. Wolfs glimlacht naar haar 'het is niet erg Eef, het is logisch zelfs. Je kent hem nog van vroeger. Hij is een van de mensen die je gemaakt heeft tot wie je nu bent. Hij is als een vaderfiguur voor je'. Eva glimlacht even, Hoeben en zij hebben inderdaad een bijzondere band. Wolfs vervolgt 'maar... Hij houdt je enorm de hand boven het hoofd. Dat moet je zelf toch ook zien'. Eva zwijgt. Ze is te koppig om toe te geven dat Wolfs misschien toch wel gelijk heeft. Wolfs ziet dat het koppigheid is bij Eva en probeert haar te overtuigen 'toen jij mij neergeschoten had bijvoorbeeld. Iedere andere baas had de kaarten open op tafel gelegd. Hoeben heeft de bal bij jouw gelegd om mij op de hoogte te brengen. Om nog maar te zwijgen over het feit dat hij ervoor gezorgd heeft dat je niet vervolgd werd... En de enige reden dat ik mocht blijven na het indienen van mijn ontslag, is omdat jij dat zo graag wou. Met elk idee dat jij oppert, gaat hij akkoord'. Eva grinnikt 'ik heb dan ook hele goede ideeën' lacht ze Wolfs toe. Wolfs kijkt haar verbijstert aan 'dat hebben we vandaag gezien ja' reageert hij dan ook sarcastisch. Eva kan een lach niet onderdrukken. Wolfs kijkt haar nog één keer diep in haar ogen 'Eva, die man heeft je weggegeven tijdens je huwelijk. Natuurlijk heb je een streepje voor bij hem. En gelukkig maar ook, anders was ik hier dadelijk gebleven en had ik nog niet met jou kunnen blijven werken'. Wolfs kijkt gelukkig naar Eva. 'Ik ben blij dat we weer een team zijn Eva'. Ze knikt naar hem 'ik ook Wolfs.

Na het eten komen geen van beide meer terug op deze dag. Ze laten het rusten. Wat gebeurd is, is gebeurd. Ze zullen hier niet snel meer over beginnen. Morgen kunnen ze gelukkig weer gewoon samen gaan werken. Ze zijn blij dat het zo is gelopen en dat ze eindelijk weer samen mogen doen waar ze goed in zijn.

Een paar dagen later worden Eva en Wolfs opgeroepen voor een moordzaak. Eva is al ter plaatse, wanneer Wolfs aankomt. Hij stapt uit zijn auto en Eva hoort hem tegen zijn telefoon roepen. Wanneer Eva hem probeert bij te praten over hun zaak, merkt ze dat Wolfs er met zijn hoofd niet bij is. 'Wat is er met jou?' vraagt ze hem terechtwijzend 'ik kreeg een sms van Fleur. Ze is getrouwd. Een sms!' krijgt ze als boze reactie van Wolfs. Eva kijkt hem verbaast aan 'met Luca?' Wolfs reageert cynisch 'nee met Hoeben! Natuurlijk met Luca' hij gaat iets rustiger verder 'ik had een boodschap op de voicemail van mevrouw de Keijzer. En vervolgens is mevrouw de Keijzer onbereikbaar!' Eva stamelt even 'Ja... als ze net getrouwd is. Het is zaterdagmorgen...' ze slikt de rest van haar zin in en loopt weg.

Tussen de regelsWhere stories live. Discover now