2.7 Vermist

246 12 0
                                    


Eva loopt met de pastoor de kerk uit. De pastoor kijkt haar aan 'nog één vraag, heeft Evert bekend?' Eva loopt rustig door naast de pastoor 'nog niet, maar we hebben DNA afgenomen en dat zal matchen met de haren op het lichaam van Tommie'. Ze kijkt naar de pastoor. 'Vreselijk' zucht hij. Eva knikt en praat rustig verder terwijl ze doorlopen. 'Ik herkende de Christoffel-medaillon van Evert'. Ze heft opnieuw haar hoofd naar de pastoor 'u heeft mij er ook zo eentje gegeven'. De pastoor loopt zwijgend door. 'Heeft u al die jaren geen enkel vermoeden gehad?' vraagt Eva hem. De pastoor zucht 'ach, iedereen moet z'n kruis dragen'. Eva kijkt hem verbaast aan 'Evert biechtte bij u?' De pastoor knikt. 'Hoe is..' Eva krijgt de kans niet haar vraag af te maken. 'Ik ben gebonden aan het biechtgeheim' onderbreekt de pastoor haar emotieloos. Eva wordt boos 'u bent hem al die jaren bij die kampen blijven betrekken'. De pastoor kijkt haar indringend aan 'en ik geloof dat ieder mens kan leren om z'n neigingen te beteugelen. En dat er vergeving is voor onze zonden. Hoe erg ook'. Eva probeert haar tranen te bedwingen 'jij niet?' vraagt hij haar. De twee kijken elkaar nog kort indringend aan. Zwijgend draait Eva zich vervolgens om en loopt naar Wolfs en de auto. Met de autodeur in haar hand, kijkt ze nog één keer om naar de pastoor die ze altijd zo vertrouwd heeft.

Wolfs en Eva zitten een tijd lang zwijgend in de auto. Tot Wolfs de stilte verbreekt 'dus... wat nu?' vraagt hij voorzichtig. Hij merkt aan alles dat zijn partner afleiding nodig heeft, maar weet niet goed hoe hij haar dat kan geven. Eva haalt haar schouders op 'ik wil gewoon even niet aan de pastoor denken, of de kerk, of het kamp' ze zucht 'gewoon even nergens aan denken'. Wolfs denkt even na. 'Heb je nog plannen vandaag?' vraagt hij haar uiteindelijk. Eva schudt haar hoofd. 'Mooi' reageert Wolfs 'bel Frank dat het wel laat zal worden vandaag'. Eva kijkt hem vragend aan. 'Doe het nu maar' dringt Wolfs aan. Eva pakt twijfelend haar telefoon en belt Frank op. Wolfs keert de auto om en rijdt richting de Belgische grens. Wanneer Eva haar telefoon opgehangen heeft, richt ze haar blik op Wolfs. 'Wat gaan we doen?' vraagt ze hem. Hij kijkt opzij en vangt haar blik voor een kort moment, hij glimlacht en kijkt weer naar de weg 'we gaan weg van de pastoor, de kerk en het kamp' zegt hij alleen. Eva laat een klein lachje ontsnappen. 'Waar gaan we naartoe dan?' blijft ze nieuwsgierig vragen. Wolfs haalt zijn schouders op 'dat zul je wel zien'. Eva besluit te stoppen met vragen stellen. Wolfs zal haar toch geen antwoord geven.

Ruim een half uur later, parkeert Wolfs de auto in Hasselt. 'Wat doen we hier?' vraagt Eva 'wat is dit?' Wolfs opent zijn autodeur 'dit lieve Eva, is de grootste Japanse tuin van Europa'. Wolfs stapt uit en doet zijn deur weer dicht. Eva kijkt hoe Wolfs buiten de auto staat en stapt ook uit. 'En wat doen we hier?' vraagt ze wanneer ze uitgestapt is. Wolfs kijkt haar glimlachend aan 'gewoon even nergens aan denken' herhaalt hij wat ze hem eerder gezegd heeft. Hij loopt naar de ingang van de tuin. Eva volgt hem verbaast.

Een tijdje lopen ze zwijgend door de tuin. Er hangt een oase van rust in de tuin. Ze horen de watervallen en lopen door het glooiende landschap, bedekt met mos. Na een tijdje verbreekt Wolfs de stilte 'wist je dat de Japanse stad Itami deze tuin aan Hasselt geschonken heeft?' vraagt hij haar. 'De bedoeling was om de Japanse cultuur en gebruiken beter te leren kennen'. Eva kijkt hem aan 'hoe weet jij dit?' Wolfs haalt zijn schouders op 'gewoon'. Ze lopen rustig verder 'het duurde ongeveer een jaar om deze tuin aan te leggen' verteld Wolfs. Eva loopt luisterend verder. Wolfs vervolgd 'het pad in deze tuin heeft veel hellingen en bochten. Dat is bewust gedaan, zodat het onmogelijk is om de volledige tuin vanaf één punt te overzien. Achter elke bocht schuilt een nieuwe ontdekking'. Eva kijkt hem met open mond aan 'ik heb nooit geweten dat jij zo geïnteresseerd was in Japanse tuinen' zegt ze verbaast. 'Dat ben ik ook niet perse, maar ik vind het wel interessant waarom dingen gemaakt zijn en wat de ideeën erachter zijn geweest'. Nadat ze weer even in stilte hebben gelopen, houdt Wolfs stand bij een vijver. Hij kijkt het water in en ziet een groep karpers 'wist je dat gekleurde karpers symbool staan voor geluk en welvaart in Japan?' vraagt hij haar. Eva schudt lachend haar hoofd. 'Je kunt beter niet meer beginnen met -wist je dat-, want het antwoord op al deze vragen is toch nee' lacht ze onschuldig. Wolfs slaat glimlachend zijn arm om haar schouders. Ze lopen verder over een zigzagbrug. Wolfs opent opnieuw zijn mond 'vind je het interessant om te weten..' start hij zijn volgende zin. Hij kan hem niet afmaken, omdat Eva hard in lachen uitbarst. Wolfs kijkt haar quasi verontwaardigd aan 'ik mocht toch niet meer beginnen met wist je dat?' Eva schudt haar hoofd 'je hebt gelijk, sorry. Wat denk je dat ik interessant vind?' Ze probeert hem geïnteresseerd aan te kijken, zonder opnieuw in lachen uit te barsten. Wolfs glimlacht naar haar en gaat verder 'deze brug heeft hoeken van 90 graden. Hierdoor kunnen boze geesten de tuin niet betreden. Zij kunnen namelijk hun voeten niet optillen en geen rechte hoeken maken'. Eva kijkt hem even aan 'dat vind ik oprecht interessant om te weten' glimlacht ze hem toe.

De rest van de middag blijven ze door de tuin lopen. Wolfs heeft bij elke hoek wel een feitje of een uitleg. Eva is normaal niet zo geïnteresseerd in al die kennis, maar ze weet dat Wolfs dit speciaal voor haar doet. Zodat ze even niet aan de afgelopen zaak hoeft te denken. Ze vindt het fijn dat Wolfs haar op deze manier wil laten zien dat hij om haar geeft. Nadat ze de hele tuin gezien hebben, lopen ze terug naar de auto. Zodra ze instappen begint Eva haar maag te knorren. Ze kijkt naar Wolfs 'na een middag in zo'n Japanse tuin, kunnen we het best in Aziatische sferen blijven toch?' Wolfs kijkt haar vragend aan. Er verschijnt een glimlach op Eva's gezicht 'eten bij de Chinees?' vraagt ze hem heel lief. Wolfs schudt lachend zijn hoofd, maar start wel de auto en rijdt naar de dichtstbijzijnde Chinees.

De volgendedag worden Wolfs en Eva opgeroepen voor een ongeluk langs de snelweg. Een autois van de weg geraakt. Aan de passagierskant zit een overleden man, hij isneergeschoten. Van de bestuurder is geen spoor te bekennen.

Tussen de regelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu