15) inspectie

27 5 0
                                    

Als Machteld zich te paard moest verplaatsen, gingen daar toch best een hele reeks voorbereidingen aan vooraf. Zo mocht ze nooit eerst rijden en werd haar paard ook altijd verbonden aan het zadel van een hangaar broers. Het koord moet er voor zorgen dat ze niet per ongeluk zou afdwalen.

Ook op het paard geraken was best een uitdaging. Met die lange rokken aan was dat niet zo vanzelfsprekend. Ook al niet omdat ze zijwaarts op een zadel moet zitten.

Maar gelukkig waren de meesten aan hun hof wel behulpzaam voor de vaak hulpeloze Machteld.

Arent vertelde haar het plan. "We moeten een eindje de Rijn aflopen. We moeten gaan kijken waarom er steeds schipbreuk geleden wordt op steeds de zelfde plaats."

Machteld knikte.
"Is dat aan de Grote Rots waar iedereen het hier over heeft?"
"Ja. Dat is 'm inderdaad."

Arent stapte ook op.

"Gijsbert en ik denken dat iemand zich bij de rots schuil houdt. En dat die moedwillig schepen in de val lokken."

"En wat gaan we daar dan aan doen?"
"Voorlopig niks. Eerst zien of er überhaupt iemand zit."

Arent stapte op. De twee soldaten die hen vergezellen deden dat ook.

Machteld kon en mocht niet vaak mee op ritjes. Maar het weer was heerlijk. Dus waarom ook niet.

De Rijn had zich in de loop der eeuwen een weg gezocht tussen bomen en rotsen. Soms met vlakke oevers. Soms heel stijl. Maar waar je ook op de oevers staat, het uitzicht is adembenemend.

Van wilde natuur tot wijdse landschappen waar je dichtbij of juist heel veraf de mooiste dorpen en steden kan vinden.

Het landschap hier was rotsachtig. Niet bergachtig, maar er zaten enkele prachtige uitzonderingen bij.

Grote bruine rotsen met donkergroene begroeiing.

Arent keek achterom. Machteld had haar hoofd omhoog gericht. Gretig ontving ze het warme licht. Arent lachte stilletjes.

Kastelen zijn donker en vochtig. Machteld had gelijk dat ze het laatste beetje zon probeerde mee te pikken.

Beneden stroomde het water al.
"De Rijn" zei Arent luidop zodat Machteld het zou weten.

"De stroom" zei ze zachtjes tegen zichzelf zonder haar gezicht uit het zonlicht weg te houden. Bang zijn voor haar ogen hoefde toch niet, die waren altijd gesloten.

Het water lag er bijzonder kalm bij. Het kabbelde en rolde langs de stenen. Maar het leek bijna een spiegel.

"Wat is het water kalm" zei een van de soldaten.
"Hoe kan een schip in zo een kalm water zomaar vergaan?" vroeg de ander.

Arent zocht de bosjes af. Met een lange tak duwde hij de struiken en het riet opzij. Hij zocht naar sporen van mensen die er misschien tijdens de nacht hadden verbleven.

Resten van een kampvuurtje. Heel veel voetafdrukken. Of iets anders. Hij wist niet goed waar ze eigenlijk naar zochten.

De schippers waren vergaan op kalm water en in mist. Dat leek plausibel. Maar waarom gebeurde het zo vaak? Wanneer het niet mistig was? Wanneer de nacht niet gevallen was? En altijd rond die zelfde bocht?

"We gaan verder tot waar het wrak ligt. Als we dan niets hebben gaan we terug."

De twee soldaten knikten naar Arent. De zon verdween achter de Grote Rots. Machteld 'keek' weer voor zich.

"Zou je je aan de andere kant ook kunnen verstoppen?" vroeg Machteld.
Arent keek naar de overkant.

De rivier was op dit stuk heel breed. Hij kneep zijn ogen fijn om zo ver mogelijk te kijken. Maar aan de voet van de rots? Nee daar leek het niet op.

Aan een grote dikke eik hield een van de soldaten halt.

"Meester Arent! Daar!" En hij wees naar de andere oever. Aan de voet van de rots, gecamoufleerd door de rotsen in het water, staken houten balken.

"Ga een eind het water in. Zie hoe ver je paard geraakt en hoe veel er van het schip over blijft."

De soldaat deed als gevraagd en al snel liep zijn paard het water in. Het dier waadde een paar meter door totdat het zelf niet meer verder wilde gaan door de diepte. De soldaat tuurde naar het schip, draaide vervolgens zijwaarts en gaf over.

"De dode schippers liggen hier nog!" riep hij zodra hij zijn maag weer een beetje op orde kreeg.

Tussen de rotsen en de oever had het water enkele van de dode schippers verzameld.

De romp was open gescheurd, en een deel van het dek was weg.

"Kom maar terug" riep Arent, "we sturen wel iemand om die mannen christelijk te begraven."

De soldaat maakte rechtsomkeer.

"We zullen naar huis gaan" zei Arent tegen Machteld, "we zullen het water verderop oversteken, maar ik denk dat we aan de andere kant even veel gaan vinden als hier."

"Is goed" zei Machteld.

Lorelei (herschrijven)Where stories live. Discover now