42) de missie van Arent

14 2 0
                                    

Op de weg naar huis waren Gijsbert en Machteld opgewekt. Het weer was eindelijk wat aan de betere kant. Een drietal ganzen vloog lawaaierig over waardoor Machteld ging glimlachen. De herfst was wel echt begonnen.

Toen ze weer thuis waren en de paarden in de stallen wilden achter laten, viel het Gijsbert op dat het paard van Arent weg was. Hij riep de stalmeester bij zich.

"Is Arent weg?"

"Ja heer. Net nadat u vertrokken was met de jonkvrouw, is hij ervandoor gegaan in volle vaart. Maar niet u achterna."

Gijsbert keek met verbaasde blik naar Machteld die in haar hoofd de puzzel al gelegd had. Arent was naar de Rijn. Zonder haar, zonder iets te zeggen. Iets was gebeurd, iets -misschien wel iemand- hield hem bezig dat zo belangrijk was dat zij er niet meer bij betrokken mocht zijn.

"Waarom zou Arent zo maar vertrekken?"

Machteld hief haar schouders op. Ze wist naar wie hij was en waar hij was, maar de vraag waarom moest ze hem oprecht schuldig blijven.

"Kom Machteld, we zullen naar binnen gaan. Laat iemand mij een bericht sturen wanneer Arent aankomt. Als er iets mis is, kunnen we hem misschien helpen." Daarna hielp hij Machteld mee naar binnen. Ze begon te twijfelen. Aan Arent. En waarom ze zo blijven volhouden dat Gijsbert er niets van mag weten. Nu zijn verdriet en woede verdwenen zijn, is Gijsbert even aangenaam als dat Machteld hem altijd al kende.

Aan de Rijn was Arent in de bocht aan de grote rots blijven staan. De wachttorens waren sinds de overstroming leeg, dus daar hoefde hij zich geen zorgen over te maken.

En tot zijn verbazing wachtte Lorelei hem op. Haar haren wapperden in de wind.

"Lorelei" zei hij meteen. Ze keek hem strak aan. Een beetje teleurgesteld zelfs. Alsof de boodschap duidelijk had moeten zijn dat hij niet terug had moeten komen.

"Waarom laat je me niet met rust?" vroeg ze zacht en haar blik daalde.

"Omdat ik je wil zien. En horen. Jouw zang."

Ze keek verschrikt op.
"Mijn zang?"

"Ik hoor je zingen. Ik weet dat jij het was. Het echode in mijn hoofd. Uren en uren aan een stuk. Ik moet je opnieuw horen zingen. Maar voor mij. Voor mij alleen."

Lorelei keek achterom naar de Rijn, alsof ze om hulp zocht, maar het water stroomde ondanks de wind kalmpjes. Ze keek weer naar Arent. Die keek vol hartstocht en verlangen haar richting uit.

Lorelei voelde de verwarring in haar lichaam rondzoemen. Ze liep naar haar vertrouwde eik en ging op de laaghangende tak zitten. Haar voeten en de tippen van haar haar raakten het wateroppervlak. Als zingen het enige was om van hem af te komen, dan kon ze dat wel voor elkaar krijgen. Doen alsof hij er niet is, dan zou het wel komen.

De tonen van haar lied waren eerst aarzelend en zacht. De ogen van Arent begonnen te blinken en hij voelde zijn hart kloppen in zijn borstkas aan een ongezond snel tempo. Hij liet de teugels van zijn paard los. Die laatste joeg onmiddellijk een vliegje weg dat op zijn flank geland was.

Voorzichtig liep hij naar haar toe. Ze zat met haar rug naar hem, maar dat deerde hem niet. Toen een takje onder zijn laars brak stopte hij niet, maar zij keek wel om. Zonder te stoppen met zingen.

Arent had het gedaan gekregen haar in die mate gerust te stellen dat ze bleef zitten toen hij achter haar stond. Hij ging ook op de tak zitten. Eikeltjes onder zijn voeten rolden heen en weer toen hij draaide. Hij wreef met de rug van zijn hand langs haar schouder. Ze keek over haar schouder en haar haar kwam los van achter haar oor. Lieflijk stak hij het terug. Ze draaide zich weer totdat ze rechtop zat.

Arent streelde langzaam haar haar opzij en kuste haar nek. Voor het eerst stopte ze met zingen en ze keek over haar schouder. Arent keek haar niet in de ogen en zag niet hoe ze verward maar ook met verlangen naar hem keek. Hij deed het nog eens.

Lorelei (herschrijven)Where stories live. Discover now