33) hartzeer

19 4 0
                                    

Machteld had nog geen tijd gekregen om te bekomen van haar gedachten of ze werden bij het aankomen in het kasteel al aangesproken.

"Er is weer een schip gezonken op de Rijn. Geen overlevenden. En op klaarlichte dag."

Gijsbert vloekte binnensmonds. Weeral? Op klaarlichte dag?

"Waar op de Rijn? Toch niet diezelfde bocht?"
"Nee verderop. Voorbij de bocht, meer deze richting uit."

Gijsbert stond voor een raadsel. Hij had geen enkele mogelijke verklaring. Als het ten minste telkens op dezelfde plaats zou zijn dan hadden ze een aanknopingspunt. Een uitstekende rots. Die kan je verwijderen. De bocht te scherp of te weinig zicht? Een vuurtoren met wachter.

Maar elke keer ergens anders en zelfs overdag? Het was zo een heldere dag geweest. Droog. Niet mistig. Hoe kun je zo missen?

"Is Arent in de ridderzaal?"
"Jawel mijn heer."

En Machteld werd er maar achteraan geleid.

"Arent! Wat voor schip en hoe kan dat zinken op klaarlichte dag!"

"Het schip had geen lading bij, die had hier opgepikt moeten worden, de handelaar is degene die alarm geslagen had omdat het schip niet kwam opdagen. De boeren zijn zelf al gaan kijken, geen levende ziel gevonden."

Gijsbert liet zich op een stoel vallen.
"Hoe kan dit toch?"

"We kunnen een wacht opzetten. Iemand voor de bocht, in de bocht en aan het andere eind nog iemand. Met voldoende hout en vuurkorven voor 's nachts."

Gijsbert begon te knikken.
"Da's misschien het beste. Want wat kunnen we nog meer doen?"

Machteld stond er maar een beetje bij. Ze zei ook niks. Het idee van Arent was goed. Heel goed zelfs. Want veel mannen waren al gestorven. Het moesten er niet meer zijn. Maar nu ze veel meer wist twijfelde ze.

Was het niet beter om de Rijn het te laten doen? Nu ze weet dat de Rijn niet zomaar water is?

"Machteld jij ideeën?" betrok Gijsbert haar.
Ze schudde haar hoofd, "Arent's voorstel is heel goed" zei ze.

Uiteraard volgde een hele kwestie met secretarissen, iemand die met dat geschoten hert nog naar de keuken moest, vrijwilligers om als wacht te zetten. Beter soldaten, dan kost het minder en nog een hele hoop andere rompslomp.

Maar Machteld was in gevecht met zichzelf. Ze was zoveel te weten gekomen, maar ze durfde niets te zeggen. Ook Arent niet. Waarom toch?

"Ik ga naar mijn kamer" zei Machteld dan maar, "ik voel me niet helemaal lekker."

Iemand werd aangeduid om Machteld naar haar kamer te brengen. Ze had last van hartzeer. Alsof ze iets wist wat ze eigenlijk niet hoorde te weten.

Ze ging op de rand van het bed zitten. Misschien kon ze maar beter boete gaan doen.

Lorelei (herschrijven)Where stories live. Discover now