35) besef

19 4 0
                                    

Machteld was verdwaasd. In welke realiteit kon dit allemaal waar zijn? Een Zwerver die maar één oog heeft en het verhaal kent zoals de Nibelungen ze kennen? En het was gisteren midweek. Of Wodan's dag. Zou het kunnen?

"Wat een geluk voor Karel de Grote dan" zei Machteld. Ze hoorde de nonnen haar gelijk geven.

Het oorspronkelijke gesprek werd hervat. En gebaseerd op hoe ver de rekeningen terug gingen moet de heks in de Rijn al heel lang schepen geviseerd hebben.

Machteld had geen interesse meer in rekeningen. Alles wat de nonnen zeiden viel naast haar weg.

"Wat een historie" zei ze uiteindelijk. Ze bedoelde haar ontmoeting met de Zwerver, maar de nonnen waren bij hun eigen verhaallijn.
"Ja zoveel mensenlevens. Laat ons hopen dat de Heer hun zielen goed gezind is."

Machteld schudde haar dromen weg.
"Is het middaguur al begonnen?"
"Zo dadelijk ja. Je hebt nog even."
"Dan ga ik maar beter terug. Mijn broers wachten op mij en ik reis graag. Ik laat jullie een vat wijn zenden."

"Fijn dat je nog eens langs kwam."
De nonnen zagen Machteld enorm graag. Zeker als er wijn opgestuurd werd.

Hoewel Machteld zich net heel erg afwezig gedragen had, nam ze wel de tijd om afscheid te nemen. Dat was ze hen wel verschuldigd.

Nog voor ze bij het kasteel aankwamen werd de middag klok geluid.

"Laat Arent direct naar mijn kamer komen" gebood Machteld "ik moet hem dringend spreken."

Machteld liep de laatste meters naar haar kamer zelf, nu ze de trappen af waren. Ze duwde de deur open en ging achter haar tafel zitten.

Arent was gelukkig snel daar.
"Wat is er zo dringend?"
"Ga zitten want ik heb een lang verhaal te vertellen."

Arent ging tegenover haar zitten.
"Gisteren was ik met Gijsbert weg en heb ik gevraagd of hij me aan de Rijn wou afzetten."

Arent was al helemaal in haar verhaal verwikkelt.

"En een man kwam naar me toe. Hij stelde zich voor als de Verhalen Verteller."
Arena's mond viel open.

"Hij was oud en droeg een grote hoed. Ik wilde eerst niet veel met hem te maken hebben toen hij merkte dat ik niet kan zien. Maar hij stelde me gerust toen hij zei dat hij maar één oog had. Ik hem z'n gezicht mogen voelen. Het was echt zo.

Hij wil mij een verhaal vertellen. En hij vertelde het verhaal van de ring en de Rijn. Over oude heersers, goud in de Rijn dat gesmeed werd in een ring die de wereld kon bevelen. En hoe Wodan en de Rijn overeen kwamen dat enkel de Rijn de ring onschadelijk kon maken."

"De Rijn leeft" zei Arent.
"De Rijn leeft."
Hij luisterde snel verder.

"Ik wist niet goed hoe ik er mee om moest gaan. Ik was naar de nonnen gegaan om boete te doen. Ik voelde me slecht en onzeker. Maar toen kreeg ik hetzelfde idee als jij. En ik vroeg naar de bibliotheek."

"En?"
"Beter dan bij jou. Vroeger is er een dynastie geweest die niet Romeins was. De Merovingen. Heidenen. Maar Karel de Grote, van de dynastie daarna heeft iedereen bekeerd. En de Noordmannen verslagen, die in hetzelfde geloofden."

Arent zakte onderuit in zijn stoel en blies.
"Dit gaat boven ons hoofd" zuchtte hij.

"Het gaat nog verder. Wat voor dag waren we gisteren?"
"Midweek."
"Ook. Maar er was vroeger een andere naam. Wodan's dag."

Arent opende zijn mond, maar kreeg niets gezegd.

"En waar de nonnen mij helemaal verbaasd mee hebben gekregen is dat diezelfde Wodan een god is met maar één oog."

Arent moest slikken.

"Machteld. Is er dan gebeurd wat ik denk dat er gebeurd is?"
"De god Wodan heeft mij het verhaal verteld zoals de Nibelungen het kennen."

Arent nam Machteld's hand vast over de tafel heen.
"We moeten terug naar de Rijn."
"We moeten terug naar de Rijn."

Lorelei (herschrijven)Where stories live. Discover now