50) keikop

14 3 0
                                    

Arent werd wakker toen twee soldaten over hem heen gebogen stonden en hem klappen in het gezicht hadden gegeven. Hij draaide met zijn ogen en daarna zijn hoofd.

Hij zag een ridder staan, maar herkende hem in zijn duizeligheid niet. Iemand anders was zijn hoofd aan het verbinden.

De twee soldaten trokken hem overeind en sloegen erin hem op een paard te krijgen. Hij werd neer gelegd met zijn hoofd op de hals van het paard.

Teruggekomen in het kasteel stond een heel gezelschap hen op te wachten. Arent werd van het paard getrokken en op een draagberrie gelegd. Hij werd naar binnen gedragen.

Hij zag een zuster in zwarte kap bevelen naar verschillende mensen roepen terwijl ze een hand op zijn hoofd hield terwijl ze naar binnen liepen.

Van de draagberrie werd hij op een bed gelicht en vervolgens kreeg hij een hoop alcohol toegestopt. Het duizelde opnieuw in zijn hoofd.

Toen hij weer wakker werd keek hij rond. De benedictinesse zat op een stoel naast zijn bed.

Toen ze zag dat hij zijn ogen open had sprak ze hem aan.
"Goed dat u wakker bent. Iemand wil u zien."

Ze stond op, deed de deur open en liep naar buiten. Machteld kwam in de plaats naar binnen.

Ze ging op de stoel zitten die de zuster haar aanwees. Daarna liep ze weg.

"Wat is er gebeurd?" vroeg Arent.
"Je paard is alleen terug gekomen. Ze zijn je gaan zoeken. En hebben je op de oever van de Rijn teruggevonden."

Arent liet zijn hoofd in het kussen zinken en kwam algauw terug wat overeind. Hij legde zijn hand op zijn hoofd en voelde een dik aangelegd verband.

"Je hebt je kop gestoten" zei Machteld.
Arent keek naar zijn handen die ook ingezwachteld waren.

Hij ging schuin liggen om niet op zijn hoofd te steunen.

"Heb je al een keuze gemaakt?"
"Keuze?"
"Laat maar" zei Machteld "ik hoor het later wel."

Ze stond recht en door haar hand tegen de muur te houden vond ze de deur.

"Je bent in ieder geval niet overvallen" zei Machteld "al je spullen hingen nog aan je paard. Ze staan op de tafel in je kamer. Het stelt me teleur dat je weg wou gaan. Maar je bent toch terug."

Ze trok de deur open.
Arent liet zijn hersenen draaien. Hij had helemaal geen spullen meegenomen. Hij had niets bij. Zelfs geen beschuitje.

De zuster kwam terug binnen.

Ze sloeg de dekens weg.
"Als je kan rechtzitten krijg je te eten" zei ze "ik hem om soep gevraagd."

Ze nam Arent bij zijn bovenarm en trok hem overeind. Hij voelde een stevige blauwe plek op zijn linker knie en op zijn ribbenkast.
"Geen paniek. Niets gebroken" zei de zuster. Ze stak kussens achter Arent zodat hij recht bleef zitten.

"Niet duizelig? Goed zo. Tijd voor een stevige potage want aan je maag te horen heb je al bijna twee dagen niet gegeten."

Arent had nu pas gezien dat er sneden brood en een dampende kom dikke soep op een tafeltje stonden. Toen hij dat zag merkte hij zelf ook dat hij immense honger had.

Alleen zijn bagage. Hij had geen idee wat hij meegenomen zou kunnen hebben. Het was niet eens zijn paard. De zuster gaf hem het brood in zijn minst ingepakte hand en hield de kom bij hem.

Maar het smaakte hem absoluut niet.

Lorelei (herschrijven)Where stories live. Discover now