47, The Death

455 24 1
                                    

'Nee! Ik kan niet zonder je! Blijf bij me!'

Dat was het laatste wat ze zei. Daarna wordt haar zicht vaag. Een helder licht verschijnt voor Julia's ogen. Verbaasd kijkt ze omhoog. Wat gebeurd er? Julia voelt hoe haar lichaam naar voren valt. Het heldere licht slokt Julia op.

'Waar ben ik?'

Julia kijkt om zich heen. Overal waar ze keek was er wit licht, het was zo wit dat het pijn doet aan je ogen. Maar er was niks.

'Is dit dan de hemel?'

'Ja, dat is het. Maar niet voor jou.'

Er verschijnt een vrouw voor haar. De vrouw heeft rode haren en groene ogen.

'Mam?' Julia heeft haar moeder nooit in het echt gezien. Maar toch weet ze zeker dat dit haar moeder is, het moet wel. De vrouw knikt. 'Ben ik dood?' Vraagt Julia, ze zou niet weten hoe ze dood is gegaan. Maar anders ziet ze haar moeder toch niet? 'Ja en nee.' Julia kijkt haar scheef aan. 'Euh. Wel of niet?' Vraagt ze voorzichtig.

'Officieel ben je dood, maar je kan terug, ik wil dat je terug gaat. Je hebt nog zoveel om voor te leven. Ga, nu.' Zegt haar moeder lichtelijk opdringerig.

'Hoe ben ik dood gegaan?' Het was de laatste vraag die ze heeft voor haar moeder. 'Je probeerde iemands leven te reden, die van je vader geloof ik.' Antwoordt ze. Julia snapt er nu helemaal niks meer van. 'Maar-'

'Ga nu! Je word hier niet gelukkig, nog niet. Zet je kind op de wereld, ga trouwen, praat met je broer. En wordt oud.'

Dat waren de laatste woorden van haar moeder. Ze lijkt steeds meer te vervagen. 'Wacht, nee ga nog niet!' Maar het was al te laat. Haar moeder was weg, en Julia wordt weer opgeslokt  in het duisternis.

Julia wordt wakker op een koude grond. Ze opent haar ogen en gaat rechtop zitten. Ben ik in een bos? Ze kijkt om zich een maar wordt er niet veel wijzer van. Ze staat op, de bladeren ritselen onder haar voeten. Ze moest wel in het bos zijn. Als ze rechtop staat denkt ze terug aan wat er zojuist gebeurd is. Is haar vader echt dood? Onmiddellijk vullen haar ogen zich met tranen. En wat bedoelde haar moeder met: Je probeerde iemands leven te redden. Het is niet mogelijk als iemand dood is dat diegene weer tot leven wordt gewekt. Dat kan gewoon niet!

Ergens heel in de verte hoort Julia stemmen. Het kan niet veel goeds zijn. Maar iets in haar zegt dat ze er heen moet.

Als ze aankomt bij de plek van de stemmen ziet ze alle overgebleven Death Eaters staan. Julia blijft staan en twijfelt, maar ze wordt toch gedwongen om er heen te gaan, aangezien een aantal mensen haar al hadden gezien en haar nu strak bleven aanstaren. Julia loopt gauw naar de groep toe en gaat naast Narcissa staan. 'Wat is er aan de hand?' Fluistert ze. Narcissa buigt zich zo onopvallend mogelijk naar haar toe en zegt: 'We wachten op Potter.' Julia gelooft nooit dat hij gaat komen.

'Ik dacht dat hij zou komen,' zegt Voldemort met zijn hoge, heldere stem. 'Ik verwachte dat hij zou komen.' Niemand zij iets, 'Blijkaar heb ik me... vergist,' zegt Voldemort.

'Nee!'

De reuzen beginnen te brullen en de Death Eaters springen op, er klonken verbaasde kreten. Sommige beginnen zelfs te lachen. Julia kijkt geschokt toe hoe Harry naar voren loopt. Waarom doet hij dat?

'HARRY! NEE!

Het was een vertrouwde stem, maar van wie? 'NEE! NEE! HARRY, WAT DOE-?'

'STIL!' schreeuwt een Death Eater die Julia niet kent. Maar ze had de stem wel herkent, het was Hagrid. Wat doet Hagrid hier?

'Harry Potter,' zegt Voldemort zacht. 'De jongen die bleef leven.' Niemand bewoog, ze wachten af wat Voldemort van plan is. Voldemort heft zijn toverstok op.

'Avada Kedavra!'

Een groene lichtflits verlaat Voldemort's toverstok en Harry valt op de grond. Julia kijkt geschrokken toe naar wat er gebeurd. Ze had niet eens doorgehad dat Voldemort op de grond was gevallen. Verschillende Death Eaters lopen naar hem toe. Bellatrix stond voorover gebogen bij Voldemort. 'Lord.... Lord?'

'Zo is het genoeg!' zegt Voldemort. Steeds meer mensen lopen naar hem toe. 'Lord, laat mij-'

'Ik heb geen hulp nodig!' zegt Voldemort kil. Hij staat op en kijkt de groep rond. 'De jongen... is hij dood?'

Het was helemaal stil in de groep. 'Jij daar,' zegt Voldemort. Hij wijst met zijn toverstok op Julia. Een knal verlaat zijn toverstok en Julia valt met een smak op de grond. 'Ga kijken, zeg me of hij echt dood is.' Julia staat snel op en loopt naar Harry. Ze knielt naast hem neer. Langzaam legt ze haar hand op zijn borst. Ze voelt zijn hart bonzen.

'Vertrouw me.'

Julia wist waarom ze het zei. Maar Harry lijkt het te horen. Zijn hartslag word iets minder heftig. Langzaam staat Julia op, alle Death Eater kijken haar gespannen aan.

'Hij is dood!'

Er word geschreeuwd, gejuicht en een aantal beginnen te stampen. Sommige Death Eaters schieten met hun toverstok rode vonken in de lucht om zijn dood te vieren. Snel loopt Julia terug naar de groep.

'Zien jullie wel?' krijst Voldemort boven het rumoer uit. 'Ik heb Harry Potter vermoord en niemand vormt nu nog een bedreiging voor me! Kijk! crucio.' Julia kijkt toe hoe Harry door de lucht word geslingerd. Er word gelachen als Harry nog een paar keer door de lucht vliegt. 'En nu gaan we naar het kasteel en laten we hun zien wat er van hun held geworden is,' zegt Voldemort lachend. 'Jij draagt hem!' zegt Voldemort tegen Hagrid.

De hele groep begint te lopen. Maar Julia blijft achter. Ze wacht tot iedereen weg is en concentreert zich ze denkt sterk aan de Great Hall. Ze hebben dit wel geoefend, en het is Julia al wel een paar keer gelukt. En uiteindelijk Apparate ze naar Hogwarts.

Netjes landt Julia voor de Great Hall, precies voor Jessie. 'Jezus Julia! Ik krijg een hartverzakking van jou!' Zegt Jessie geschrokken. Het heeft maar een paar centimeter gescheeld of ze was op Jessie gevallen. 'Waar kom jij vandaan?' Jessie veegt de blaadjes uit haar haren. 'Hmm, goeie vraag.' Zegt Julia afwezig en ze loopt de Great Hall binnen. Overal liggen lijken of gewonden, sommige bekent, sommige ook niet. Jessie volgt haar. 'Het zijn er veel, vind je niet?' Fluistert ze. Julia knikt maar dan valt haar blik op een persoon helemaal achteraan. Snel loopt ze er naar toe.

'Vera?'

Julia laat zich zakken naast haar overleden vriendin. Ook Jessie had Vera nog niet gezien, ze gaat zitten naast Julia. 'H-hoezo Vera? Waarom? A-ltijd was ze g-goed voor ons!' Snottert Jessie.

Remember me |Severus Snape daughter|Tempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang