"Everyday is so wonderfull, suddenly It's hard to breathe"
Met moeite haal ik adem, en begin tussendoor te snikken.
Ik neem diepe happen adem, en blaas ze daarna weer uit.
Steeds overnieuw herhaal ik het patroon.
De snikken worden steeds harder en het veranderd in huilen.Niemand.
Niemand is thuis.
En als ik hier nu zou sterven.
Sterf ik liever alleen zonder medelijden.
Dan met medelijden.
Een naar gevoel kruipt erin mijn borstkas, terwijl de bel gaat.
Met moeite kruip ik uit mijn bed en loop richting de voordeur.
Ik open de deur en kijk recht in zijn blauwe ogen.
Woede is erin te lezen, dat al snel verdwijnt als hij mij in deze toestand ziet.
Ik zak door mijn benen, en log ademloos op de grond.De duisternis.
De duisternis roept.
De duisternis steekt een hand naar mij uit, die ik gretig aanneem.
Even weg zijn.
Geen pijn meer.
Geen verdriet meer.
'Alles komt goed Lente. Ik beloof het.'
YOU ARE READING
Ik ben niet bang
PoéziaHaar ogen glinsteren. Niet van blijdschap en vreugde. Maar, van verdriet en pijn. Even omvat mijn hand, lieflijk haar zachte wang. Mijn hoofd komt dichterbij, en ik laat mijn hoofd tegen de hare aan rusten. 'Je kan het. Jij bent sterk. Jij bent míj...