De volle vacht van mijn kat, Davie, gaat langs mijn gezicht.
Met grote, groene ogen kijkt hij mij aan, om uiteindelijk een kopje te geven, tegen mijn wang.
Mijn betraande wang.
Als ik merk dat zelfs de kat medelijden heeft met mij, begin ik oorverdovend te snikken.
Medelijden.
Wat heb je eraan?
Het enigste wat je merkt, is de pijn die je ziet in hun ogen.
Ik doe mensen pijn, met mijn ziekte.
Maar, het ergste, ze vinden mij zielig.
Medelijden.
Wat heb je er toch aan?
YOU ARE READING
Ik ben niet bang
PoetryHaar ogen glinsteren. Niet van blijdschap en vreugde. Maar, van verdriet en pijn. Even omvat mijn hand, lieflijk haar zachte wang. Mijn hoofd komt dichterbij, en ik laat mijn hoofd tegen de hare aan rusten. 'Je kan het. Jij bent sterk. Jij bent míj...