-Maandag-

312 54 2
                                    

De wallen op mijn gezicht zijn niet te verbergen.

Ik heb er niet eens mijn best voor gedaan.

Ik blijf toch altijd even lelijk.

Mijn vader, zei altijd dat ik mooi was.

Dat hij trots is op zijn knappe dochter.

En gisteren toen mijn vader was flauwgevallen is hij meteen naar het ziekenhuis gebracht.

Het gaat nu wat beter, met mijn vader.

Mijn knappe vader.

Want, ookal verliest hij zijn haar, hij blijft altijd dezelfde vader.

En ik blijf altijd de lelijke dochter.

Waarom hoor ik er nooit bij?

Ooit een keer had, een groep meisjes mij in hun groepje gewild.

Ik had het afgewezen.

Zij waren knap.

Ik was lelijk.

En het was maar, goed ook.

Want, de volgende dag scholden zij mij uit, voor ziek kind.

Dat ben ik inderdaad.

Een ziek kind.

Ik ben niet bangWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu