Deel 31

393 8 16
                                    

Sarah

"Saar, Saar, Saar," word ik wakker geschud. Het is al licht buiten. Ik maak mijn ogen voorzichtig open. Martijn is nogal in paniek en blijft mij maar wakker schudden. Ik ga rechtop zitten en trek hem in een knuffel. Hij legt zijn hoofd op mijn schouder. "Hey liefje, doe maar rustig. Blijf rustig ademhalen. In door je neus, uit door je mond," zeg ik tegen Martijn en knijp in zijn hand. Ik voel zijn ademhaling rustiger worden en ik kijk hem aan. "Wat is er gebeurd?" vraag ik aan Martijn. Hij ziet lijkbleek en zweet zo hard, alsof hij een show van 10 uur heeft gegeven. Ik leg m'n hand op zijn voorhoofd en ga daarna door zijn haar. "Ik...Ik...Ik ben gisteren, denk ik, gedrogeerd," zegt Martijn snikkend en ik kijk hem met grote ogen aan.
"Wat?" vraag ik. "Ja, iemand moet iets in m'n drankje hebben gedaan," zegt Martijn en zie dat hij weer in paniek gaat raken. "Martijn, luister, je moet rustig blijven. Blijf ademen door je neus, in, en door je mond, uit," stel ik hem gerust en geef een kus op zijn hand, waarmee Martijn nog steeds in mijn hand knijpt. Hij is echt bang. Dat zou ik ook zijn, moest ik weten dat iemand iets in mijn drankje heeft gedaan. Dat verklaard ook waarom hij gisteren zo raar deed, in de taxi. Terwijl Louis en Menno lagen te slapen, zat Martijn gek te... Kut, Louis en Menno. Zijn zij oké? Zijn ze vannacht in hun hotelkamer beland?
"Schatje, luister; ik ga even kijken of Louis en Menno oké zijn. Blijf jij hier rustig op bed zitten, dan ben ik zo terug. En als er iets is, bel me," zeg ik tegen Martijn en kijk hem aan in zijn doffe ogen. Hij knikt. Ik kleed me snel om en loop de kamer uit.
Ongeduldig druk ik de hele tijd op de liftknop. Niet dat die daardoor sneller komt, maar ja.

Ik stap de lift uit en loop haastig naar de kamer van Louis en Menno en bonk op de deur. Alleen ze maken niet open. "Menno? Louis?" roep ik voorzichtig. Ik wil natuurlijk ook niet de andere gasten boos maken.
Ik loop het hoekje van de gang op, richting de kamer van Damian en Emilio.
Ik klop een aantal keer op hun deur. Ik hoor iemand lopen in de kamer. "We haven't order roomserv-" "Deem, ik ben het," zeg ik door de deur. Het slot wordt omgedraaid en Damian staat met zijn slaperige hoofd voor me. "Hé Saar, is alles goed?" vraagt Damian bezorgd. Hij komt in de gang staan en laat de deur op een kiertje staan, zodat Emilio niet wakker wordt. Ik schud mijn hoofd en voel een traan rollen over mijn wang. Damian trekt me in een knuffel. "Martijn denkt dat hij gisteren is gedrogeerd. En Louis en Menno heb ik gisteren alleen naar hun kamer laten gaan, maar ze zijn er niet meer," zeg ik en huil het uit.
Damian trekt de deur achter zich dicht. "Ik ga je helpen met ze zoeken," zegt hij en ik kijk hem vreemd aan. "In je ondergoed?" vraag ik snikkend en haal m'n neus op.Hij bekijkt zich. "Kut," zegt hij en draait zich om, om weer zijn kamer in te gaan. Alleen heeft hij net de deur dichtgetrokken en heeft geen pasje mee. Ik kan weer lachen. "Misschien kan jij bij Martijn blijven en een beetje op hem letten? Dan ga ik wel Louis en Menno zoeken," stel ik voor. Damian knikt. "Goed plan, ik ga wel naar Martijn," zegt Damian en loopt vlug naar de lift voor onze kamer. Ik ren de trappen af.

"Hello miss, how was your night in our kingsize suite? Take a seat and we'll bring you some breakfast," zegt een vrouw. Ze is een van de managers van het hotel. "Oh no, thank you! I'm fine. The room was amazing! But I don't need breakfast. I'm searching for my fr-" De vrouw loopt al weg, richting de keuken. Ik ga maar zitten op de stoel en zak zuchtend achteruit. Ik kan het nou ook niet maken om weg te lopen hier.
Ik pak mijn telefoon en wil Martijn bellen dat ik ontbijt krijg beneden en wel iets voor hem meeneem naar de kamer. Alleen hoor ik ineens mijn naam. Verbaasd leg ik m'n telefoon op tafel en kijk in het rond.
"Goedemorgen Saartje, heb je lekker geslapen?" Ineens staan Menno en Louis voor m'n neus met een dienblad waarop ontbijt van hun ligt. Ik staar ze met een bitchy-blik aan.
"Oké, misschien is het beter als wij weer naar onze kamer gaan," zegt Louis om het ijs te breken. "Niks daarvan! Jullie gaan hier nu beiden voor m'n neus zitten en haarfijn uitleggen wat er allemaal is gebeurt op dat feest van gisteren," zeg ik streng en Menno en Louis nemen direct plaats. Hun dienbladen zetten ze op tafel neer en ik kijk er even naar. Een paar pannenkoeken, verse appelsap en wat stukken meloen liggen op beiden dienbladen. Alleen heeft Menno eieren in plaats van pannenkoeken. Alles doen om fit te blijven.
"M...Maar wat wil je precies allemaal weten, over gisteren?" vraagt Louis aarzelend.
Ik zucht en bijt even op mijn lip. "Martijn voelt zich helemaal niet lekker. Hij denkt dat iemand gisteren iets in zijn drankje heeft gedaan," zeg ik. Er heerst een stilte. "Dus je wilt zeggen...dat Martijn gedrogeerd is geworden?" vraagt Menno, nog een beetje onbegrijpelijk. Ik knik. "Ik denk eerder dat Martijn gewoon wat teveel gedronken heeft," snauwt Louis. Ik sta geïrriteerd op. "Jullie geloven me niet hè?! Kom dan met me mee naar Martijn. Als jullie hem zien, zullen jullie wel anders denken," zeg ik onder emotie. "Ja, we zullen dadelijk wel eens komen kijken. Maar eerst moet ik echt eventjes mijn ontbijt gaan eten. Het ligt hier zo onschuldig mij aan te staren. Hoor je het? 'Louis, eet mij; Louis, eet mij'. Dus ik kom strakkies," zegt Louis en Menno grinnikt. "Ik kan jullie ook echt niet serieus nemen," zeg ik. Normaal lach ik hierom, maar nu ik ongerust ben om Martijn, kan ik hier even niet tegen.
Zonder iets te zeggen, loop ik weg richting de lift. Ik zal wel mijn excuses aanbieden voor de vrouw die mijn ontbijt aan het fiksen is.

Now That I've Found You 1./\ Martin GarrixWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu