Part sixty - six

10.1K 180 39
                                    

POV Brooke

Ik trek mijn jasje van de kapstok en loop de deur uit. Rustig loop ik naar de hoek van de straat. Ik heb Aiden de rest van de middag niet meer gesproken en de rest eigenlijk ook niet. Ik heb Aiden nog een paar keer geprobeerd te bellen maar hij nam niet op. Lydia heeft me een bericht gestuurd dat het haar spijt dat ze me negeerde en dat het al beter met haar gaat. Ze had tijd nodig, zei ze. Ik stuurde dat het niks uitmaakte en legde mijn telefoon weer weg. Ik pak mijn telefoon uit mijn jaszak en zie dat ik nog niks van Aiden heb gemist. Mijn ogen glijden naar de tijd en ik zie dat het 16.05 uur is. Ik kom tot stilstand en kijk naar de straat, maar de Audi is nog nergens te bekennen. Ik snap eigenlijk helemaal niet waarom hij hier wilt afspreken. Ik bedoel, hij kan toch gewoon door rijden naar mijn huis, zoals altijd. Ik schud de argwanende gedachte weg en steek mijn telefoon terug in mijn zak. Wachtend blijf ik staan. Ongeduldig blijf ik op mijn benen bewegen terwijl de minuten voorbij strijken. Ik pak mijn telefoon terug uit mijn zak en kijk naar de tijd. Er zijn tien minuten verstreken maar het voelt inmiddels als uren. Ik zucht en tik zijn nummer in. Ik wil op het belicoontje drukken als er een auto voor me stopt.

'Eindelijk.' zucht ik terwijl ik mijn telefoon snel wegstop, zonder op te kijken. 'Ja.' Een zware stem dringt mijn oren binnen en verschrikt kijk ik op. 'Oh sorry, ik dacht dat u iemand anders was.' zeg ik verontschuldigend. De man glimlacht vriendelijk en komt op me af. 'Ik weet anders precies wie jij bent.' zegt hij. Vragend kijk ik hem aan maar hij pakt snel mijn polsen vast en trekt me mee. Ik stribbel tegen maar hij is te strekt. Zonder moeite tilt hij me op en zet me neer op de achterbank. Hij springt voor het stuur en plankgas rijd hij weg.

'Wie ben jij?' vraag ik in paniek. Hij kijkt me aan via de achteruitkijkspiegel maar antwoord niet. Ik wil op de ramen slaan, in de hoop iemands aandacht te trekken maar meteen zie ik dat het geblindeerde ramen zijn. De paniek slaat toe en de gedachten razen door mijn hoofd. Na minuten komt de auto tot stilstand en ik kijk waar we zijn. Een parkeergarage. Hij stapt uit en trekt mijn deur open. Ruw pakt hij mijn armen vast en sleep me de auto uit. Ik probeer zijn snelle tempo bij te houden maar het lukt niet. Ik struikel een paar keer en ga door mijn enkel. Een heftige pijnsteek schiet door mijn lichaam en ik voel mijn gezicht wit wegtrekken. Er word een deur opengedaan en we lopen een gang in. Fotolijsten hangen in de gang, maar tijd om de foto's op te slaan heb ik niet. Opnieuw word er een deur opengedaan en hij gooit me naar binnen. Ik kijk hem aan en een vlaag van schuld schiet door zijn ogen. Hij zucht en doet de deur dicht. Ik ga recht zitten en kijk de kamer door. Een witte kamer met een bureau en een bed. Ik sta op maar val meteen weer neer. Ik trek mijn been op en rol mijn broek op. Meteen zie ik dat mijn enkel dik is en blauw word. Ik zucht en leun tegen de muur. Ik sla mijn armen over elkaar en kijk de kamer rond. Als vanzelf razen de gedachten door mijn hoofd.

De herinneringen aan de vorige keer schieten over mijn netvlies. Gelukkig heb ik nu een bed. Meteen schiet Liam in mijn gedachten en een gevoel van pijn komt in mijn borst. Ik had hem nooit moeten geloven. Aiden had gelijk. Aiden! Shit! Ik laat mijn hoofd achterover vallen maar ik knal tegen de muur. Ik grijp naar mijn hoofd. De tranen komen in mij op. Door pijn van mijn enkel en mijn hoofd, maar ook door de paniek die mij inmiddels heeft overgenomen. Zachte snikken verlaten mijn mond en ik sluit mijn ogen. Zacht zit ik op bed te huilen en ik heb niet eens door dat de deur is opengegaan.

'Stel je niet aan.' Ik schrik op en zie haar staan. Ik droog mijn tranen en kijk haar aan. 'What the fack?!' sis ik enkel.

He wants me Tahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon