Part eighteen

14.2K 241 12
                                    

POV Brooke

Vol schrik zet hij een stap achteruit. Snel draai ik mijn hoofd naar de deuropening. Grijnzende gezichten staren ons aan. 'Wat waren jullie van plan?' vraagt Cameron grijnzend. 'Gaat je niks aan.' hoor ik Aiden mompelen. Ik kijk hem aan en maar hij ontwijkt mijn blik. Hij heeft zijn handen in zijn zakken gestoken en zijn spieren aangespannen. Boos kijkt hij naar zijn vrienden. 'Lieve, lieve Aiden. Het maakt allemaal niet uit. Het is niet nieuw voor ons ofzo.' zegt Nathan met een grijns. En die zin is een soort wake-up call. Ik maak met los van de wastafel, grijp mijn tas van de grond, duw de jongens opzij uit de deuropening en loop weg van de kleedkamer.
Ik hoor Aiden met een verheffende stem praten maar ik geef er geen aandacht aan.
Nathan heeft gelijk, dit is niet nieuw. Aiden doet dit nou eenmaal. Hij gebruikt meiden, hij houd niet van ze. Hij weet niet wat houden van is.

Ik vis mijn telefoon uit mijn broekzak.
Lydia: Waar ben je?
Lydia: Waar blijf je?
Lydia: De les is allang begonnen!
Lydia: Brooke?
Lydia: Heeft Aiden je wat aangedaan?

Ik zucht en begin snel terug te typen.
Ik: Kom al!

En snel loop ik naar het lokaal. Ik zucht een keer en open dan de deur. 'En waar dacht mevrouw vandaan te komen?' word er meteen op me afgevuurd. De docent kijkt me boos aan. 'Ik was Aiden even helpen.' zeg ik simpel. Achterdochtig knikt ze. 'Mag ik nog gaan zitten of moet ik weg?' zucht ik. 'Ga maar zitten.' mompelt ze. Ik baan me een weg langs de tafels en ga zitten naast Lydia die zich meteen naar me omdraait. 'Waar was je?' 'Gewoon. Aiden helpen.' Ze knikt en focust zich weer op de les. Ik pak mijn boeken uit mijn tas als er ineens op mijn tafel word geslagen. Ik kijk op en zie een meisje vies naar me kijken.

'Wat moet jij met Aiden?' zegt ze op een kinderachtige toon. 'Helpen.' zeg ik simpel. Ze wilt antwoorden maar de deur word weer opengetrokken. Aiden, Nathan en Cameron komen binnenlopen. Hij kijkt me aan en geeft me een kleine glimlach. Hij loopt zonder aandacht te geven aan de docent het lokaal in. Ik kijk snel naar de docent die rood is aangelopen. Iedereen is stil gevallen. Ik ga verder met mijn boeken als het meisje haar mond weer mond weer opentrekt. 'Meisje, jij bent nieuw. Blijf met je vuile poten van hem af.' Woede borrelt in me op maar tijd om te antwoorden heb ik niet want iemand is me voor. 'Brooke is de enige die me überhaupt aan mag raken Ashley. Bemoei je er niet mee, laat haar met rust en draai je om.' hoor ik van de andere kant van de klas. Ze trekt wit weg en draait zich gehoorzaamd om. Ik grinnik en kijk hem met een lach aan. Hij lacht terug en kijkt dan naar Cameron die tegen hem begint te praten.

Lydia stoot me aan en vragend kijk ik haar aan. Ze heeft enkel een grijns op haar gezicht. 'Ik dacht het niet.' zeg ik. Sarcastisch knikt ze en richt zich dan weer op de les.
'Opgave 64 tot en met 93! Succes.' Ik zucht en open mijn boeken.
'Wat hebben jullie gedaan?' 'Wat bedoel je?' 'Aiden zegt zoiets niet zomaar. Wat hebben jullie gedaan?' 'Gewoon. We zijn naar de kleedkamer gegaan. Ik heb zijn wonden verzorgt. Verder is er niks gebeurd.' 'Sure. Daarom zegt hij dit.' 'Lyd, ik meen het!' 'Oké oké. Kalm.' Ik grinnik. Ik buig me dan iets naar haar toe zodat ik in haar oor kan fluisteren. 'Oké. Hij probeerde me te zoenen.' fluister ik. Ze begint te gillen. 'Lydia Barker en Brooke White, melden!' Ik begin te lachen en stop mijn boeken weer terug in mijn tas. Lachend lopen we het lokaal uit. 'Er is niks gebeurd.' zeg ik tussen het lachen door. Samen lopen we naar het kantoor van de directeur. Zacht klop ik aan. 'Binnen!' Ik open de deur en ga zitten op een stoel.

'Ah, Brooke en Lydia. Wat hebben jullie gedaan?' 'We moesten lachen en toen zijn we eruit gestuurd.' zegt Lydia snel. Hij grinnikt. Vragend kijk ik hem aan maar hij schud zijn hoofd. 'Nou vooruit dan, ik zie het door de vingers. Ik moest jullie toch nog spreken.' 'Wat bedoeld u?' 'Aiden en Liam.' zucht hij. Licht knik ik. 'Ik heb gehoord dat jij hem heb geholpen.' zegt hij en hij richt zich op mij. 'Klopt. Ik ben samen met Aiden naar de kleedkamer gegaan en daar heb ik zijn wondjes verzorgd. Ik vroeg hem waarom dit gebeurde maar hij gaf geen antwoord.' Hij kijkt me begrijpend aan. Hij komt naar voren in zin stoel en vouwt zijn handen samen. 'Lydia zou jij even buiten willen wachten?' Meteen komt Lydia in beweging en ze verlaat de kamer. 'Ik heb Liam gesproken. Aiden alleen snel op de gang. Het ging om jou.' 'Ik begrijp het niet.' 'Liam ving op wat Aiden zei en werd kwaad.' 'Wat kan zo erg zijn geweest dat Liam, Aiden aanvloog?' 'Je kent het wel. Jongenspraat. En dan vooral Aiden zijn praatjes.' 'Ik knik begrijpend.
'Brooke je zal het misschien niet geloven maar je heb een goede invloed op hem.' Hij draai zich om en opent zijn bureaula. Hij haalt er een fotolijstje uit en geeft het aan mij. Een klein jongetje met een grote lach op zijn gezicht. Dezelfde lach als hij heeft.
'Wat doet u met een babyfoto van Aiden?' 'Ik ben zijn oom. Ik ken hem als geen ander. Ik ben je alleen maar dankbaar dat jij deze invloed geeft.' Mijn vingers glijden over het glas. Vrolijke ogen kijken me aan. 'Ja uhm... Tuurlijk.' Ik geef het lijstje terug en sta op. Ik loop naar de deur maar draai me nog één keer om. 'Fijne dag.' zeg ik vriendelijk en verlaat dan de kamer. Lydia springt op en kijkt me vragend aan. 'Wat zei hij? Zit je in de problemen?' 'Hij zei dat hij weet hoe lastig Aiden is en dat hij me dankbaar was dat ik zijn wondjes heb verzorgt.' zeg ik terwijl ik mijn schouders ophaalde. Het gedeelte dat hij zijn oom is vertel ik maar niet, als het bekend mocht worden had iedereen het al geweten, tenminste dat denk ik.

'Kom we gaan. We hebben een tussenuur.' Ik knik en ze haakt haar arm in de mijne. Samen lopen we naar buiten. We laten onszelf vallen op een bankje voor de school en geven geen aandacht aan de rest van de leerlingen. 'Maar vertel eens, hoe gaat het met Noah?' Ze krijgt een lach op haar gezicht en begint te blozen. 'Hij...' maar verder komt ze niet omdat ze word onderbroken. 'Brooke!' Ik draai m'n hoofd en ik kijk hem aan. Hij seint enkel dat ik moet komen. 'Sorry. Ik ben zo terug.' Ik sta op en loop naar hem toe

He wants me Where stories live. Discover now