Part thirty - five

12.6K 217 8
                                    

POV Brooke

Ik knipper met mijn ogen. Het felle licht door het kleine raampje dringt de kamer binnen. Met mijn handen wil ik het licht tegenhouden van mijn gezichtsveld maar de kettingen zijn te kort. Een stekende pijn schiet door mijn polsen. Als een impuls knijp ik mijn kaken op elkaar. Ik haal een keer diep adem en kijk de kamer rond. Er is niks veranderd. Ik zucht en laat mijn hoofd hangen. Mijn hoofd is leeg. Het enige wat ik kan denken is hoe ik hieruit kom. Ik heb geen idee hoe lang ik hier zit maar ze moeten inmiddels wel door hebben dat ik er niet ben. Niet thuis, niet op school, niet bij vrienden. Nergens. Misschien weet de politie het al.
Een klein gevoel van hoop ontstaat, maar het verdwijnt zodra de deur word opengedaan. De man komt binnen met Liam achter hem. De deur word met een klap weer dicht gedaan en ze draaien zich gelijk naar me om.

'Wat moeten jullie?' 'Zozo, grote mond? Ff dimmen meisje.' Beledigd kijkt de man mij aan. Ik rol met mijn ogen maar maak mijn blik niet los. 'En nu ook nog eens ongeïnteresseerd doen. Jij heb wel lef.' Met een grote stap staag hij recht voor mijn neus. Hij gaat op zijn hurken zitten en komt dichterbij. Te dichtbij. Zo dichtbij dat zijn adem over mijn gezicht strijkt.
In minder dan een seconde gaat er een pijnlijke steek door mijn wang. Ik voel hoe zijn vingen een afdruk op mijn wang achterlaten. Er ontstaan tranen in mijn ogen maar ze glijden niet over mijn gezicht. Ik haal een keer diep adem en langzaam draai ik mijn hoofd weer terug maar de man. 'Ik zou m'n grote mond maar houden.' fluister hij. Hij gaat weer rechtstaan. 'We hebben nog niks gehoord van je moeder. Weet je zeker dat ze echt zo veel van je hield?' Ik geef er geen antwoord op. Tuurlijk hield ze van me. Ze is mijn moeder. Mijn blik glijd langs de man heen, naar Liam. Hij heeft zijn kaken op elkaar geklemd en hij staart me leeg aan. Ik kijk weer terug naar de man niet zijn handen in zijn zakken heeft gestoken. Afwachtend kijkt hij me aan. 'Ik zorg ervoor dat jij levenslang lang krijgt.' Ik fluister het. Het was het eerste wat er in me opkwam. Zijn afwachtende blik veranderd in een kwade blik. Weer stapt hij naar voren. Hij neemt dit keer niet de moeite om te bukken. Hij heft zijn vuist en binnen een paar seconden raakt zijn vuist mijn neus.
Het bloed begint te stromen, samen met mijn tranen.
Alles valt even weg. Het enige wat ik nog voel is de pijn en verdriet.

Ik schrik op als Liam aan mijn kettingen begint te trekken. Het duurt niet lang of mijn polsen zijn bevrijd. Hij trekt me overeind. Ik blik op mijn polsen. Ze zitten onder de schaafwonden. Ik word tegen zijn borst gedrukt maar ineens word hij weggeduwd. De man pakt mijn pols vast. Een kreeg van pijn verlaag mijn keel. Ik word tegen zijn borst gedrukt en het duurt maar een paar seconden tot in het geluid hoor van een doorgeladen pistool. De loop word tegen mijn slaap aandrukt en hij duwt me naar voren. Met moeite zet ik stappen vooruit. Ik verlaat de kamer en ik blik in een oude loods te zijn. Denk ik. De loods is gevuld met met politie. Het gevoel van hoop komt terug.

'Ik zweer, ik schiet haar dood!' De schreeuw is van de man die mij vasthoud. 'Laat ons gaan en er vallen geen gewonden!' Langzaam lopen we naar buiten. De politie staat met een grote cirkel om ons heen met hun wapen getrokken.
Voor het eerst na een lange tijd dringt frisse lucht mijn neus binnen. De tranen glijden in een sneltrein over mijn gezicht en luide snikken verlaten mijn mond. Mijn ogen glijden over het terrein. Het beeld word vervaagd door de tranen in mijn ogen. Vaag zie ik mensen met mobieltjes op ons gericht.
'Marc, laat dat wapen vallen. Het meisje is onschuldig. Ze heeft niks gedaan. Laat haar gaan.' De loop verlaat mijn slaap en een schot klinkt. 'Laat ons gaan!' 'Marc, nogmaals, laat het meisje gaan.' Langzaam zet hij stallen vooruit en ik word met hen meegesleurd. Ik kijk naar voren. Het gevoel alsof ik door mijn benen kan zakken word steeds groter. Een auto komt dichterbij.
Ineens grijpt de man, die blijkbaar Marc heet, naar mijn pols en hij rent naar de auto. Weer verlaat een schreeuw mijn keel. Hij opent de achterdeur en duwt mij naar binnen. Hij slaat de deur dicht en rent om de auto heen. Hij stapt in, start de motor en meteen rijden we weg. Plankgas.
————
Song : Lovely by Billie Eilish and Khalid

He wants me Nơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ