Hij gromt zacht en drukt me tegen de muur, met zijn armen beide aan een kant van mijn hoofd.

"Dat bedoelde je wél. De eerste knappe jongen die in jou buurt komt verkies je al gelijk boven mij. Zoent hij beter dan mij?"

Zijn stem is zwaarder, zijn ogen zijn pikzwart nu.

"Nee. Aardig is iets anders dan iemand willen zoenen. En hoe zou ik moeten weten of hij beter zoent dan jou?" piep ik.

Ik geef hem geen ongelijk over dat ik een knappe jongen boven hem verkies, want ik zou iedereen liever hebben dan hem. Niet dat ik dat ga zeggen. Dan zal ik nooit meer zonlicht zien.

"Wilde je hem zoenen? Hij wilde jou wel zoenen. Training he, dat zei hij. Maar zijn vieze gedachtes waren anders." fluisterd hij in mijn oor.

Boos probeer ik hem weg te duwen. "Hou op Caiden, dit is onzin!"

Hij grinnikt zonder vreugde en streelt met 2 vingers kort mijn wang.

"Dit is helemaal geen onzin. En al helemaal niet wat ik nu ga zeggen: Je bent van mij. Alleen van MIJ. HELEMAAL EN ALLEEN VAN MIJ!" schreeuwt hij dan.

De enige rede dat ik nu niet sta te huilen is omdat mijn tranen al helemaal op zijn. Ik ben nu nog banger dan ik al was.

"Zeg het. Zeg dat je van mij bent. Dat je mijn bezit bent, dat je aan mij toebehoort." gromt hij laag in mijn oor.

Kippenvel verspreid zich over mijn hele lichaam als hij zachtjes in mijn nek ademt.

"Zeg. Het!" gromt hij, harder nu.

"I i ik ben van jou." mompel ik met mijn ogen op de grond gericht.

Een vinger tilt mijn kin op. Zijn boze blik geeft me een koud gevoel, alsof de temperatuur opeens met 3 graden gedaalt is.

"Luid en duidelijk. Kijk me aan als je tegen me praat."

"Ik ben van jou." zeg ik en kijk hem recht in de ogen.

Langzaam en goedkeurend knikt hij.

"Het is nog duidelijker dat je van mij bent als je mijn mark draagt. Ik wil het nu plaatsen." zegt hij opeens.

Geschrokken kijk ik hem aan. Hij zou wachten!

"Nee! Je zou wachten! Ik wil het niet!" roep ik.

Hij haalt zijn schouders op. "Dus? Je bent van mij en staat onder mij. Ik doe met je wat ik wil."

Wow. Hij heeft niet erg veel met het feminisme he.

"Ik moet trainen. Ik spreek je wel weer als je normaal doet en niet zo'n vrouwenrechten hater bent." snauw ik.

Als de woede opvlamt in zijn ogen geef ik hem een knietje en hij zakt op de grond.

Normaal zou ik nooit iemand zoiets aandoen want dit is totaal niet mijn stijl, maar als er één ding is waar ik heel boos van wordt zijn het wel mannen die het feminisme bespotten.

Ik sprint de kamer uit en ren de trappen af. Dit komt me duur te staan, dat weet ik wel zeker, maar ik laat me gewoon niet markeren. Ik heb al heel veel toegelaten en geaccepteerd, niet eens heel moeilijk gedaan over die ontvoering, maar dit gaat te ver.

Als ik de trappen af ben besef ik me dat ik niet weet waar ik getraind wordt en door wie. Ik gok dat het buiten is, maar straks staan daar weer 3 wolven op me te wachten.

"Paige! Kom je eindelijk?" roept Tony.

O thank god! Opgelucht draai ik me om naar zijn stemgeluid. Hij wenkt me hem te volgen.

He's The Alpha (dutch!) Kde žijí příběhy. Začni objevovat