O9 - Sem

2.3K 146 130
                                    

Sems p.o.v.

Ik sta op het punt om weg te gaan van school. Ik ben al bij mijn kluisje geweest en heb mijn jas eruit gehaald. Het enige wat ik nog hoef te doen om naar huis te kunnen gaan, is mijn fietssleutel ergens vinden. Als ik hem eindelijk heb gevonden, doe ik mijn rugzak weer op mijn rug en loop weg.

Dan voel ik iemand mijn pols vastpakken. Geschrokken kijk ik om.
   "Hé," zegt Kasper met een glimlach. Geschrokken blijf ik hem aankijken. 
"Oh, hallo," zeg ik vervolgens. Even is Kasper stil en ook ik zeg niets.

   "Hé, zou ik je nummer mogen?" Vraagt hij dan. Mijn ogen schieten wagenwijd open en met mijn mond half open staar ik hem aan.
Kasper haalt zijn mobiel uit zijn broekzak en houdt hem me voor. Mijn ogen schieten een keer van zijn mobiel naar de bruine ogen van Kasper. Vervolgens pak ik zijn mobiel twijfelend vast. Ga ik hem echt mijn nummer geven? Ik haal mijn linkse hand, die nog omhuld was door zijn hand, uit zijn grip.

Even kijk ik naar de ontgrendelde mobiel. Ga ik het echt doen? Dan typ ik mijn nummer in in zijn contacten. Ik controleer nog een keer het nummer en geef dan de mobiel terug. Ik glimlach kort naar hem en loop dan weg. 
   "Doei!" Hoor ik Kasper nog roepen.
"Dag," zeg ik zachtjes terug.

   Ik kom aan bij mijn fiets. Shit. Wat heb ik gedaan? Waarom heb ik mijn nummer gegeven? Wat als dat een stomme zet was? Misschien kom ik nu wel als een enorme sukkel over omdat ik stomweg mijn nummer heb gegeven. Misschien wilde hij testen hoe dom ik kan zijn. Sem, wat ben je toch een idioot. Ik ben ondertussen uit de fietsenstalling en stap op mijn fiets.

   'Ik ben echt een mongool,' denk ik als ik richting huis fiets. Na een reis van vijftig minuten, zo'n beetje tien minuten langer dan normaal, kom ik thuis aan.

Ik ben doodop en heb totaal geen fut meer om nog iets van huiswerk te doen. Ik sta ondertussen in de hal. Ik hang mijn jas op en drop mijn rugzak in de hoek van de hal. Ik vis mijn mobiel uit mijn broekzak en loop de woonkamer in.

   Als ik naast mam op de bank zit, begroet ik haar. Ze kijkt glimlachend op van haar krant.
   "Dag jongen," zegt ze, "Hoe was ie op school?" Vraagt ze dan.
"Oh, uhm, w-wel oké," zeg ik. Mam kijkt me aan.

Haar glimlach wordt wat minder breed.
   "Is er iets gebeurd?" Vraagt ze. Ik richt mijn ogen naar de grond.
"I-ik had toch over d-die jongen ver-teld?" Vraag ik zachtjes.
   "Axel?" Vraagt ze.
"Nee, die waar i-ik tegenaan b-ben gebotst," antwoord ik.
   "Oh, die. Dat die jongen zo vriendelijk tegen je doet en zo met je om blijft gaan," zegt ze. Ze heeft ondertussen de krant op de tafel gelegd.
"Ja, die," zeg ik. Ik bedenk me wat ik precies zal zeggen. "Hij, uhm, h-heeft net mijn nummer ge-gevraagd," zeg ik.

   "En toen?"

"Ik heb h-het maar gegeven. I-ik wilde zeg m-maar niet gemeen zijn,"
Mama knikt. Ze pakt de krant weer.
   "Denk je dat ie je leuk vindt?" Vraagt ze. Ik schud van nee.

"W-waarschijnlijk heeft hij wel een vriendinnetje," zeg ik. Ik zit een momentje stil en doe niets. Dan ontgrendel ik mijn mobiel. Ik zie vrijwel meteen dat een onbekend nummer me geappt heeft. Ik open Whatsapp.

   'Hey'
   'Hoe kan ik je eigenlijk in mijn contacten zetten?'
   'Is dit het goede nummer?' Heeft het nummer gestuurd.
Ik kijk er stil naar.

'Hoi'
'Sorry, ben nu pas thuis'
'Doe maar sukkel Sem' stuur ik.

Het nummer komt online. De vinkjes worden blauw.

   'Ahw, waarom?'

'Voor genoeg redenen'

   'Ik denk niet dat je een sukkel bent hoor'
   'Ik vind je wel leuk'

OFDWID [bxb] || De 'Het Gayft Niet'-SerieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu