O6 - Kasper

2.5K 149 89
                                    

Kaspers p.o.v.

Er zijn ondertussen drie dagen verstreken sinds ik de weddenschap met Daan ben aangegaan en ik heb nog niet echt veel actie ondernomen. Daan heeft er nog bovenop gegooid dat de weddenschap me binnen twee maanden gelukt moet zijn. TWEE MAANDEN MAAR. Ik ken de jongen nog niet eens, wie weet hoe lang het gaat duren voordat hij me mag.

   Ik heb hem geprobeerd  te zoeken om wat actie te kunnen ondernemen maar ik heb hem eigenlijk ook niet echt meer gezien. Één keer, en toen was ik al te laat want hij verdween een lokaal in.

Ik zit nu in de les waar ik maar wat in mijn schrift te krabbelen terwijl ik eigenlijk mijn huiswerk moet maken. Het boeit me niet echt en blijf door krabbelen. Ik kijk een keer op mijn iPhone om te zien hoe laat het is. Nog vier minuten les en dan is het eindelijk pauze. Ik schrijf uiteindelijk een snel antwoord op en dan gaat de bel.

   Als ik de trappen afloop naar de kantine, zie ik hem dan eindelijk. Hij loopt naast het meisje waar hij meestal bij zit. Dat laat me zelfs twijfelen of dat zij niet zijn vriendinnetje is. Misschien is ie wel helemaal niet vrijgezel? Faaaaaaack.

Dan zie ik hoe het meisje nog iets tegen 'Sem' zegt en dan wegloopt naar een andere jongen.

Ik zorg ervoor dat ik dichterbij 'Sem' kom terwijl ik de trappen afloop. Als ik eindelijk achter hem ben raak ik kort een keer de rug van zijn hand aan. Hij kijkt voorzichtig naar me om.

   "Hey," zeg ik, "Hoe is het?" Vraag ik erachteraan. Hij lijkt even na te denken.
"H-het gaat wel," antwoordt hij. Ik zorg dat ik naast hem loop.
   "Is er iets?" Vraag ik dan. Komop, hier moet ik wel een goede indruk mee maken, ik bedoel, ik toon belangstelling. Belangstelling tonen is toch meestal wat meisjes in jongens zoeken. Meisjes... Geldt dat ook voor jongens?
   "Niets e-ergs," met die woorden laat Sem me uit mijn gedachtes schieten en herinnert me eraan dat ik nog naast hem loop. Ik kijk hem een keertje aan om te kijken of dat hij wel oké is, maar ik kan zijn uitdrukking niet plaatsen. Ik knik want ik kan me best voorstellen dat hij niet tegen me wilt vertellen, omdat ik eigenlijk gewoon een wildvreemde voor hem ben, wat er aan de hand is.

   "Maar ik g-ga," zegt hij, loopt de kantine in en verdwijnt weer.
"Doei," roep ik hem nog na. Stil loop ik naar mijn eigen klas en schuif naast Daan aan.

Hij grijnst naar me.
   "Schiet het al wat op met hem?" Vraagt hij.
"Huh?" Is mijn reactie.
   "Sem, sukkel," zegt hij dan, "Aangezien hij net degene was waar je tegen aan het praten was,"
   "Ooh, geen idee," zeg ik, "Hij is nogal moeilijk te lezen af en toe,"
Daan knikt.

Hij friemelt wat aan het touwtje dat aan de rits van zijn rugzak zit. Ik pak mijn koekjes uit mijn tas en eet ze op. Ik neem een slok water van mijn flesje en stop hem terug in mijn tas.

   Voor ik het weet is de bel alweer gegaan en moeten we weer naar de les. Ik sta op en loop naar de trappen. Zonder na te denken loop ik door en weet ik niet naar welk lokaal ik moet. Ik ben al op de tweede verdieping maar weet nog niets eens welk vak ik heb.

   "Hé, naar welk lokaal..." Ik draai me een kwart om terwijl ik het vraag. Niemand van mijn klas loopt achter me. Huh? Waar zijn ze? 'Sem' loopt wel achter me.

Hij kijkt me vragend aan.
   "Wat zei je?" Vraagt hij zachtjes. Ik glimlach.
"Oh, ik dacht dat mijn klas achter me liep dus ik wilde vragen waar we heen moeten," zeg ik dan. 'Sem' knikt. Ik haal met moeite mijn mobiel uit mijn broekzak. Ik wil hem ontgrendelen om het rooster op te zoeken maar kom erachter dat hij helemaal leeg is.

   "Shit," zeg ik.
"W-wat is er?" Zegt Sem die ondertussen naast me is komen staan. Ik kijk hem aan, de dode mobiel in mijn hand.
   "Batterij leeg," zeg ik.
"Je mag w-wel even op m-mijn mo-obiel kijken," biedt hij aan. Ik glimlach naar hem zodra hij me zijn ontgrendelde mobiel geeft.

Ik zoek de rooster-app op en zoek daarop mijn eigen rooster op. Als ik eindelijk heb ontdekt naar welk lokaal ik moet, bedank ik 'Sem' met een super korte knuffel en loop weg. Nog vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe 'Sem' nog even verbaasd blijft staan en loopt dan ook weg. Ik loop de trappen af naar het lokaal en kom net na de bel het lokaal binnen.

   "Nog net op tijd, ga snel zitten," zegt de docente. Ik doe wat ze zegt en pak mijn boeken op tafel. Ik sla mijn schrift open en zie dat ik weer mijn huiswerk niet helemaal afheb. Leuk. Maar ik had, en zal ook nooit zin hebben, om mijn huiswerk voldoende te maken. De docente doet gelukkig verder geen moeite om het huiswerk te controleren en begint gewoon met de les.

   Na drie lesuren is het weer pauze. Naast Daan loop ik de kantine in. Druk bezig op mijn mobiel volg ik hem en ga naast hem aan een tafel zitten. Ik kijk een keertje op en zie dan een deel van de klas zitten. Ik leg mijn mobiel op tafel en haal mijn broodtrommel uit mijn rugzak en doe een van de drie boterhammen in mijn mond. Ik eet hem rustig op.

Dan zie ik een bekend gezicht in mijn ooghoek, het is 'Sem'.
   "Hé, ik had miet gezien dat je hier zat," zeg ik tegen hem. Hij kijkt verbaasd naar me om. Ik zet een glimlach op. 'Sem' zit aan de overkant van de tafel met twee stoelen tussen hem en degene tegenover mij in. Ook hij zet een glimlachje op.

Hij legt zijn pen neer tussen zijn boek en klapt het dicht.
   "Huiswerk niet af?" Vraag ik. Hij lacht.
"Nee, ik w-was bezig met h-huiswerk voor o-o-overmorgen," zegt hij dan.
   "Waarom?" Vraag ik. Waarom zou je in het enige beetje vrije tijd dat je hebt op school je huiswerk voor over twee dagen maken? 'Sem' haalt enkel zijn schouders op. Hij doet het boek in zijn tas.

   Hij kijkt weer op naar me. Rood, ik voel mezelf rood worden. Wat? Waarom begin ik te blozen?

Ik glimlach nog een keer naar hem en begin dan tegen Daan te praten. Ik prop mijn tweede boterham naar binnen terwijl ik aan 'Sems' blauwe ogen denk. Ze zijn zo blauw dat je vanaf de ingang van de kantine nog kan zien dat ze blauw zijn. Shit. Waarom denk ik aan dit sport dingen? Stop maar, Kasper, het is wel weer genoeg geweest.

   Ik weet nog net mijn derde boterham op te krijgen voordat de bel gaat. Ik zeg dag tegen 'Sem' en ga naar de les. De lessen gaan weer super sloom voorbij en zijn weer supersaai. Nog steeds heb ik geen idee hoe ik 'Sem' voor me ga laten vallen.

   De reden dat ik 'Sem' tussen aanhalingstekens zet, is omdat ik niet eens zeker weet hoe hij heet. Daan heeft hem wel mooi een voor- en achternaam gegeven, maar hoe weet ik zeker dat hij hem niet verwart met iemand anders..?

Ik weet wel dat 'Sem' een of andere indruk op me achterlaat, en ik weet nou niet precies of dat 'ie goed of slecht is.

   Als de laatste les eindelijk voorbij is, kom ik 'Sem' nog tegen op de gang en zeg hem gedag.

Ik fiets met mijn kop niet bij de weg naar huis. Wonder boven wonder weet ik veilig thuis aan te komen. Als ik eindelijk binnen ben, twijfel ik om aan mijn moeder te vragen of ze misschien advies voor me heeft om iemand voor me te laten vallen, maar besluit het maar niet te doen. Ik ga wat gamen op mijn kamer, eet daarna mijn avondeten op en ga na nog een film met mijn vader en moeder te hebben gekeken naar bed. Daar denk ik nog wat na over 'Sem' en val dan in slaap.

—–--–—
04-03-2016

OFDWID [bxb] || De 'Het Gayft Niet'-SerieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu