O4 - Sem

2.5K 160 94
                                    

Sems p.o.v.

Het is drie weken sinds ik tegen de tafel geduwd werd door Axel. De wond is al goed genezen en de kale plek op mijn hoofd is alweer bedekt met haar.

Ik weet nog steeds niet hoe het precies zit tussen Axel en Karin maar ik de kans dat er meer ontstaan is, is best groot. Ik hoop dat als het zo is dat Karin niet meteen al haar aandacht en tijd naar Axel gooit wat ervoor zal zorgen dat ik loner ben.

   Ik hobbel de trappen af naar de kantine. Ik heb geen idee waar Axel en Karin zijn gebleven. Ik kijk een keer om me heen om ze te zoeken als ik op de begane grond ben. Ik zie ze niet ik loop door.

   Ik kijk nog steeds om me heen zoekende naar Karin en/of Axel. Ik let niet op waar ik loop en bots vol tegen iemand aan.

Ik kijk snel omhoog en kijk recht in de bruine ogen van een jongen. Hij is ontzettend lang en zijn blonden haren zitten in een warrig model.

   "S-s-sorry!" Roep ik uit terwijl ik in elkaar krimp en mijn weg naar de kantine vervolg.

Wat ben ik een enorme kluns! Die gast had me wel in elkaar kunnen rammen. Sjezus mina, dat was een brede jongen.

Ik ben eindelijk in de kantine en spot de klas aan de tafel in de rechtse hoek van de kantine. Ik loop erheen en vind nog een plekje naast Karin.

   Ik pak mijn broodtrommel en haal de appel die erin zit eruit. Ik neem een hap en kauw erop. De appel is lekker zoet en fris. Ik zie vanuit mijn ooghoek hoe Karin zich naar me omdraait.

   "Hoe zit ie met je kale plek?" Vraagt ze.
"Kijk zelf maar," zeg ik terwijl ik mijn achterhoofd naar haar toedraai. Ik voel haar hand door de korte haren op mijn achterhoofd gaan.
   "Ziet er goed uit," zegt ze met een glimlach. Ik knik.

Dan zie ik de jongen waar ik net tegenaan botste de kantine inkomen. Shit, met hem wil je echt geen problemen hebben. Ik volg hem met mijn ogen en zie hoe hij bij een klas aanschuift, waarschijnlijk zijn klas.

Ik neem nog een hap van mijn appel voor ik besluit iets aan Karin te vragen.
   "Hé Karin, hoe groot is de kans dat ik problemen met die jongen krijg," zeg ik als mijn mond leeg is en wijs naar de blondharige jongen.

Karin kijkt me een keer aan en volgt dan mijn vinger.
   "Welke bedoel je precies?" Vraagt ze.

"Die hele brede jongen met de blonde haren," zeg ik dan.

   "Kasper?!" Roept ze uit, "Ligt eraan. Waarom wil je dat weten?" Vraagt ze dan terwijl we elkaar weer aankijken.

Snel schiet ik nog een blik naar de jongen en begin dan weer te praten.
   "Nou, ik was net nogal aan het dromen en botste vol tegen hem aan. Ik wist niet hoe s-snel ik sorry moest zeggen en wegvluchten," zeg ik. Karin lacht.

"Ik denk niet dat ie je daarvoor iets aan wil doen," zegt ze dan. Ik kijk weer naar hem.

Kasper.

Waarom klinkt het zo bekend? Ik heb pas door dat ik naar hem zit te staren als hij me aankijkt. Ik kijk snel weg terwijl ik mijn appel opeet.

   Iedere keer betrap ik mezelf op het staren naar de jongen, maar het erge is, is dat elke keer als ik kijk, hij ook kijkt.

Moet ik bang worden? Is hij een plan aan het beramen om me pijn te doen?

   De bel gaat.

Ik sta op en loop achter Karin en Axel naar de gang. Als we bij de trappen zijn glippen Axel en Karin ergens weg tussen de menigte de trappen op. Ik kan echter geen weg vinden om de trap op de komen en raak ze kwijt.

   Na een tijdje weet ik eindelijk de trap op te komen. Ik loop starend naar mijn schoenen de eerste paar treden de trap op. Ik voel hoe iemand mijn pols vastpakt. Ik kijk om.

   "Hey," zegt de jongen die volgens Karin Kasper heet.

Ik kijk hem geschrokken aan. Wat wil hij?
"H-hoi?" Zeg ik vragend terug. Nog even kijkt hij me aan terwijl we de trappen oplopen voordat hij iets zegt.

   "Ik wilde even zeggen dat ik je er leuk uit vind zien, en je schoenen," zegt hij dan. Ik voel mezelf rood worden.

Neemt hij me in de maling? Ik én mijn versleten, zwarte all stars?

   "Bedankt," zeg ik zacht.
"S-sorry, moet deze kant op," zeg ik als ik bijna bij het lokaal ben.

Ik trek mijn pols die al die tijd in zijn hand lag los en loop het lokaal in. Wat the heck was dat?

   Na de laatste lessen haal ik opgelucht adem als ik voor de laatste keer voor vandaag van de trappen afloop. Eindelijk weer een dag school minder.

Ik hobbel de trappen af. Mijn rugzak stuitert aan één hengsel op en neer op mijn rug.

   "Hey," hoor ik een nu bekende stem zeggen. Ik kijk om en zie Kasper naast me lopen zoals ik aan de stem kon horen.
"Hoi," zeg ik terug en hobbel verder de trappen af.

Ik ga naar mijn kluisje en haal daar mijn jas en sleutel uit. Ik ga weg van school en kom thuis. Als ik eenmaal thuis ben betrap ik mezelf er weer op dat ik over Kasper zat te dromen, waarom weet ik niet. Ik raffel mijn huiswerk af en ga leren. Het gaat allemaal niet zo soepel.

   Als ik na het eten op bed lig, denk ik weer aan Kasper. Wat wil hij nou? Hij zei beide keren hoi tegen me op de trappen. Heeft dat iets te betekenen? Ik probeer het uit mijn hoofd te zetten en val na een lange tijd eindelijk in slaap.

—–--–—
19-02-2016

OFDWID [bxb] || De 'Het Gayft Niet'-SerieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu