31. Eenendertig.

1.2K 75 11
                                    

Ik legde mijn hand op zijn borst en tekende een cirkel, ik liet mijn vinger uiteindelijk naar beneden glijden en keek hem met verwarring aan. 'Wat kom je doen Jonas,' vroeg ik uiteindelijk.
Ik liet zijn ogen vallen en ik zag dat zijn wangen een rode kleur kregen. 'Ik wist dat je boos was.' Gaf hij toe. Ik fronste mijn wenkbrauwen en ging zo staan dat ik in zijn ogen kon kijken. Hij keek zwakjes terug, toen hij probeerde te glimlachen mislukte dat.

Er was iets. Voor de duizendste keer gleden mijn ogen naar zijn lippen.
'Jonas,' Fluisterde ik.

Ik legde mijn handen op zijn wangen en besloot om het initiatief te nemen. Jonas leek geschokt toen ik zijn gezicht dichterbij trok, hoe ik naar hem toe bewoog. Hoe mijn onderlip over zijn wang afstreek.
Ik voelde hoe zijn grip om mijn middel verslapte, hoe mij de moed me in de schoenen zonk. Hij wilde dit niet..

Ik ging naar achter, ik was opgelucht dat ik zijn lippen niet geraakt had. Maar ook al hadden we niets. Mijn hart brak. 'Sorry,'. De brok in mijn keel stond op het punt om zijn ding te kunnen doen, maar dat wil ik niet. Niet zolang hij hier is. 'Ik moet gaan,' was het enigste dat hij zei. Hij twijfelde even maar draaide zich uiteindelijk om. Ik snapte het niet.
Hij drong zichzelf zowat in mijn armen. En dan doe ik iets. Doe ik het verkeerd. Toen Jonas de deur opende voelde ik de eerste traan al over mijn wang rollen, ik haat hem. Ik haat hem.

Ik liep naar de deur, en gooide hem kwaad dicht. De deur werd zelf weer open gegooid en tot mijn verbazing stond Jonas daar. Voor het eerst zag ik hem boos kijken, kwaad. Verward. Hij was in tweestrijd met zichzelf.

Hij zette twee stappen naar me toe en duwde me tegen de dichtstbijzijnde muur. Hij drukte zijn lichaam tegen de mijne en zijn ademhaling ging steeds sneller. Net zoals de mijne, ik wist niet wat ik moest doen. Zijn rechterhand streelde mijn wang en zijn andere had hij om mijn middel geslagen. Hij wilde me niet los laten. 'Ik haat je,' fluisterde hij.
Na zijn ijskoude woorden duwde hij zijn lippen op de mijne. Zijn lippen waarvan ik in de zevende hemel was zodra ik ze bekeek. Zijn lippen waarvan ik al wist te vertellen dat ze inderdaad zo zacht waren. Zijn tong die voorzichtig rondom de mijne cirkelde, zijn hand die van mijn wang naar mijn haren waren gegaan om daar te kunnen kroelen. Mijn handen waarvan ik mijn voorzichtig in zijn huid zette. Mijn haat veranderde in lust.

Hij haalde zijn lippen van de mijne, maar ik hunkerde naar meer. Ik wil meer dan zijn lippen. Ik wil Jonas voor mezelf. 'Ik haat je,' Herhaalde hij dan, de woorden deden mij geen pijn. Want hij staarde mij in de ogen aan, liet zijn voorhoofd tegen de mijne aan rusten terwijl we beiden op adem probeerde te komen. 'Waarom,' fluisterde ik.

'Je doet iets met me,' zijn stem sloeg over.

'Iets dat niemand anders met me kan doen.'. Ik trok hem dichter naar me toe, sloeg nu mijn armen om zijn nek en keek hem aan. Ik bestudeerde zijn gezicht. Zijn gezicht die zoveel emotie liet zien, emotie waarvan ik dacht. Dat hij die niet had. 'Je maakt me gek, als je me zo aankijkt. Net zoals je deed in de auto. Net zoals in de winkel. Je bent van mij Allyson..' Fluisterde hij weer.

Zijn lippen vonden nogmaals de mijne.

'Ik hou van je,' fluisterde ik dan.

Jonas. VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu