29. Negenentwintig.

1.1K 69 9
                                    

    Ik en Jonas zaten naast elkaar, helaas niet dichter dan dertig centimeter. Maar in ieder geval waren we samen. We bekeken het kalme water dat glinsterde dankzij het kleine beetje zonlicht dat er nog was. Ik begon met mijn vingers te spelen, ik was nerveus, door de stilte. En doordat ik wist dat Jonas me bekeek, wist hij dat ik hem gezien had? Ja zeker. Ik had net even een staarwedstrijdje gehouden, dat is automatisme als het op mij aan komt.
'Herinner je nog bij Ethan dat je deed alsof je wist hoe ik in elkaar zat?', ik schrok toen hij wat zei. Het was gewoon zo stil.
Ik keek voorzichtig over mijn schouder en knikte, 'Ja, wat is daarmee?' vroeg ik dan.

'Nu is het mijn beurt.' Zei hij met een grijns. Ik tilde mijn hand op zodat hij zijn gang kon gaan, op zich leek het me wel eerlijk dat hij nu zou mogen. 'Maar, ik wil weer een weddenschap afsluiten.'.
Gelijk liet ik mijn hand weer vallen en zuchtte ik geërgerd, 'Waarom?' vroeg ik vermoeid.
'Het is leuker, en het maakt het leven een stuk interessanter,' Zei hij schouderophalend.
'Oké, waar wedden we dan op?'.
'Dat is het leuke, dit keer mag je dat op het einde beslissen.' Zijn grijns werd breder toen hij dit zei waardoor ik weer die heerlijke rilling over mijn rug voelde.
'Prima,'.
Ik ging erbij liggen, en keek naar de aankomende sterren. 'Ga je gang,'.
Jonas ging ook liggen maar dit keer kwam hij dichterbij, zijn hoofd meer naar de mijne toe geleund en hij vouwde zijn handen in elkaar en legde ze op zijn onderbuik.

'Je favoriete kleur is.. marine blauw, je haat paarden en je houd net zoals ik van honden. Je vertrouwd mensen snel, en je hebt nog je beide ouders. Je vind de natuur geweldig maar je voelt je niet snel op je gemak als je in de buurt van water bent omdat je niet kan zwemmen. En dan het laatste, je bent een geweldig persoon, al heb je het zelf niet door.' Het laatste zij hij met een fluisterende stem.

N 'Je studeert literatuur omdat je niet aangenomen werd op het FilmoraCollege, je wilde dingen creëren. En toen. Toen vond je boeken, je ontdekte dat boeken je een andere wereld liet zien. Misschien niet het perfecte leventje dat jij hebt. Maar wel het leventje die doelen voor je opstelt. Waardoor je anders gaat denken. Denken over de keuzes die je in je leven hebt gemaakt en gaat maken. Daarom vertrouw je mensen zo snel, je wilt ze toe laten in je wereld.'.

Ik opende mijn mond maar sloot hem al snel, ik kon niks zeggen. Ik was overdonderd, overdonderd dat iemand ooit erachter zou komen dat ik inderdaad zo was. Ik slikte even toen Jonas ineens half over me heen hing, zijn arm ondersteunde hem zodat hij niet op me viel en zo keek hij me aan.
'Je bent speciaal.' Vertelde hij me.
'Niemand zou je ooit pijn moeten doen.' Ging hij verder.
Er schoot ineens iets door me hoofd van wat Jonas zei. 'En wat nou als je hoge eisen hebt en bijna niemand eraan voldoet? En je wacht gewoon op de juiste.'. Zou ik de juiste voor hem zijn? Voelt hij wel iets voor mij?
Jonas stond op en reikte zijn hand naar me uit, 'Vertrouw je me?'.
Ik vraag me af hoe vaak dat hij dat wel niet gevraagd had vandaag.
Ik gaf hem mijn hand en werd omhoog getrokken, ik beet op mijn lip toen hij voorzichtig naar het water toe liep maar mijn blik niet los liet. Hij wilde niet dat ik in paniek raakte. Of dat ik pijn kreeg.

Hij wilde dat ik hem vertrouwde.

    Jonas stopte voor het water en deed zijn schoenen uit, ik twijfelde maar besloot om hetzelfde te doen. Toen ik klaar was en recht ging staan pakte Jonas met zijn handen voorzichtig mijn schouders.
'Ik doe niets dat jij niet wilt dat ik doe, oké?' beloofde hij.

Ik knikte, en voelde hoe Jonas me voorzichtig mee het water in trok, het water voelde lauw aan en we liepen steeds dieper het water in. Toen het water tot mijn heupen kwam piepte ik en trok ik aan zijn shirt. 'Ik wil niet verder,'. Maar Jonas liet mijn hand los en ging toch net wat dieper. Ik schudde mijn hoofd. Maar alweer stak hij zijn hand uit. Hij glimlachte.
'Een klein stukje maar.' Moedigde hij me aan.

Ik luisterde naar mijn eigen adem, je hoorde hoe het trilde en hoe ik me onveilig voelde. De afstand tussen mij en Jonas was wat mij betreft te groot maar ik was bang. Wat nou als ik val, en dan kopje onder ga. 'Ik ben hier,' onderbrak Jonas mijn gedachten.
Ik voelde hoe er een traan over mijn wang heen gleed, waarom kon ik niet gewoon net zo als elk ander normaal mens zwemmen? Wie is er nu zo bang als dat ik nu ben?! Ik keek naar zijn hand, en gaf hem de mijne. Voordat ik het wist trok Jonas me dicht tegen hem aan en sloeg hij zijn armen om mijn heen. Ik snikte.

'Zie je wel, het komt goed. Ik ben bij je.' Fluisterde hij lief in mijn oor.                                                                                                          

Jonas. VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu