30. Dertig.

1.1K 76 1
                                    

Mokkend zat ik op de bank met een kussen voor mijn gezicht. We zijn nu al vier dagen verder. Zondag was bijna perfect. Bijna. Ik en Jonas had me in de ogen aangekeken. Het voelde alsof ik letterlijk alleen was met hem, alleen op de wereld. Ik had gedacht dat hij me eindelijk zou kussen, maar nee. Hij verbrak onze oogcontact en glimlachte. Daarna waren we terug gegaan en had hij me netjes thuis gebracht. Niet dat er toen wat gebeurt was. Met teleurstelling was ik naar binnen gegaan en Jonas verliet me. Boeit het me iets dat ik vandaag school mis? Nee. Dat ze er maar lekker in stikken.

Ik gilde even in de kussen. Ik was gewoon zo kwaad, ik wist niet wat het was. Maar het maakte me van binnen kapot, wat nou als hij me gewoon laat vallen? Die rund!
Ik werd uit mijn akelige gedachtes gehaald toen ik mijn telefoon over hoorde gaan. Ik liet mezelf van de bank af rollen en slofte naar de hal waar ik mijn telefoon uit mijn jaszak toverde.
'Met Allyson..' Zei ik verveeld.
'Hé schat, hoe is het met je?' Riep mijn vrolijke moeder door de hoorn heen. Ik kon mijn eigen oren wel kapot krabben toen ze me met duizenden vragen overspoelde.
Hoe gaat je studie? Wanneer ben je vrij? Hoe is het met de liefde? Wat was er met je appartement gebeurt? Hoe is het met Jenni?

Ik had ondertussen alweer plaats genomen op de bank en probeerde nog wat vragen te beantwoorden maar daar kreeg ik de kans weer niet voor. Ze begon over Mimi. Onze kat, er was een tumor bij haar ontdekt en het leek erop dat Mimi het nog zou overleven ook.
Ik keek op naar de deur toen ik geklop hoorde, met nog steeds het ratelende wijf aan de andere kant van de telefoon liep ik er naar toe. Ik legde mijn pink op de klink en duwde hem naar beneden.
'Maar Ally, ben je er volgend weekend?' Vroeg ze dan uiteindelijk. Nu gaf ze me de tijd om te beantwoorden maar ik staarde ongelovig naar Jonas die met zijn handen diep in zijn zakken mij onschuldig aan keek. 'Ja, ik zal er zijn mam. Ik bel je straks terug ik moet gaan.' Maakte ik het 'Gesprek' ten einde.

Terwijl mijn moeder nog bezig was met afscheid nemen drukte ik op het rode hoorntje, ik leunde tegen de deur post aan en zwaaide mijn haar naar achter. Ik had een strak fel blauw hemdje aan met daaronder een witte legging. Jonas had een spijkerbroek aan en een openhangende blouse waaronder hij een wit shirtje droeg. 'Ga je ergens heen?' Vroeg hij zonder me te begroeten.
'Wat maakt jou dat uit,' snauwde ik chagrijnig naar hem toe. Dat was waarschijnlijk niet de reactie waar hij op hoopte want hij deinsde een klein stukje achteruit.
'Ja,' gaf ik dan toe. 'Ik ga naar huis.'.
Ik draaide mezelf om en liep mijn appartement weer binnen, Jonas volgde en sloot de deur achter hem. 'Waarvoor?' vroeg hij dan nieuwsgierig. Ik draaide woest naar hem om, 'Wat gaat jou dat aan?! Heb je niets beters te doen dan de hele tijd aan mijn hoofd zitten?'. Mijn woorden lieten zijn mondhoeken op krullen wat mij alleen maar bozer maakte. Wat ik al die tijd wilde doen was ik nu ook van plan om eindelijk uit te voeren. Ik tilde mijn arm op en maakte me klaar om hem een stomp te geven, maar Jonas trok me in zijn armen.
'Doe eens rustig.' Zei hij.



Wat? Wat denkt deze arrogante spastische kwal wel niet?! Moet ik rustig doen?
Ik begon hem hard te porren maar ik merkte al gauw dat dat geen nut had, de eikel heeft nog buikspieren ook. 'Wat wil je toch van me,' Jammerde ik, toen ik had opgegeven.

'Ik wil dat je rustig doet,' hij streelde met zijn vingertoppen mijn haar en ik legde mijn hoofd op zijn borstkas. 'Ik haat je,' fluisterde ik hees.
'Ik weet het.' Antwoordde hij kortaf. 

Jonas. VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu