Félice |Hoofdstuk Zevenendertig|

4.7K 247 54
                                    

POV Félicia

"Kunnen we praten?"

Ik keek hem geërgerd aan. Nu wou hij praten? Maar ik kon onmogelijk boos op hem blijven. Hij nam het initiatief om naar mij toe te komen om het uit te leggen. Maar aan de andere kant, het heeft hem een week gekost! Ik hem een hele week niets van hem gehoord. En ik hield van hem. Ik deze hele week dat ik niets van hem gehoord had, deed het ook pijn, alsof er iets ontbrak.

"Ja tuurlijk, na het werk"

Zachtjes zag ik hem slikken en uiteindelijk knikte instemming.

"Goed, zal ik naar je toe komen of?"

"Ik kom wel naar jou, na het werk"

Ik zag hem twijfelen. Hij wou precies niet dat ik naar hem toe kwam. Terwijl ik daar al zo vaak was geweest. En nu sinds het voorval met dat beest..

"Ik kom rond 7" zei ik terwijl ik even op mijn horloge. Dan kon ik mij nog wat opfrissen en wat eten.

Kirian bleef me aan kijken alsof hij mijn gedachte probeerde te lezen, waarna zijn blik veranderde in teleurstelling. Alsof hij teleurgesteld was dat het niet lukte.

"Oké," zei hij met een flauwe glimlach en kwam stilletjes naar me toe waarna hij kort even zijn arm rond mijn middel sloeg en een kus op mijn voorhoofd drukte.

"Ik hou van je" fluisterde hij zacht en keek in mijn ogen.

Maar ik reageerde er niet op. Ik was wegens nog altijd boos op hem.

"Tot straks" zei ik kort.

Het was alsof zijn hart brak. Maar het was niet mijn schuld. Als hij van in het begin gewoon eerlijk tegen mij was, was er nu niets aan de hand. We zijn binnenkort vier maanden samen.. Dat betekend dus dat hij waarschijnlijk vier maanden tegen lij loog.

"Tot straks Félicia" zei hij en keek lij nog kort even na en vertrok terug.

Een zucht rolde over mijn lippen als opluchting? Dat ik dit kleine gesprek had overleefd, maar Het ergste moest nog komen. En hoe langer ik er over nadacht hoe meer ik er over begon te twijfelen of ik het wel wou weten.

---

Toen ik aan kwam bij zijn huis zat hij voor de voordeur op de grond. Met zijn gezicht in zijn handen. Hij leek het echt moeilijk te hebben met het mij te vertellen.

Ik stapte langzaam de auto uit en sloot de auto af. Terwijl ik naar hem toe liep stond hij gelijk op.

"Hey" zei hij met een flauwe glimlach en kwam naar me toe. Hij drukte een kus op mijn wang. Het voelde goed maar tegelijk ook verkeerd. Want ik wou eerst horen wat hij te zeggen had.

"Zullen we een stukje wandelen terwijl ik alles ga proberen uit te leggen? " vroeg hij mij terwijl hij mij onzeker aan keek.

Snel knikte ik. "Perfect" zei ik met een kleine glimlach.

Samen wandelen richting en bos.
Het was stil heel de wandeling tot wat we een keer echt in het bos waren.

"Dus.." begon hij zacht en ik keek hem aandachtig aan.

"Ik luister" zei ik er snel achter.

Maar weer was het meteen stil en zei hij niets. Ik begon mij er aan het op te jagen, maar ik moest het respecteren dat het moeilijk voor hem kon zijn.

"Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen.."

"Gewoon, zeg de waarheid"

"Ik ben bang dat ik je ga verliezen" zei hij. Zijn stem brak, wat mijn hart brak.

Ik hield hem vast aan zijn arm en ging voor hem staan zodat ik in zijn ogen kon kijken.
"Je verliest me niet. Ik wil enkel de waarheid horen." zei ik.

Een zucht rolde over zijn lippen en hij haalde een hand door zijn haren.

"Wat.. Zijn jullie? Ik weet het, het klinkt gênant en onnozel maar ik heb op het internet opgezocht.. Zijn jullie wolven.. Weerwolven?" ik keek hem vragend aan en meteen nadat ik het weerwolven uit sprak richtte hij zijn blik naar mij.

Langzaam begonnen hij te knikken.

"Inderdaad, ik ben een weerwolf. De toekomstige Alfa om het zo te zeggen. De Alfa is de baas van de roedel. Mijn vader draagt nu deze titel. En zie je, van zodra ik mijn mate vind word ik de alfa."
Het was raar maar ik was niet verbaasd het was gewoon wat ik verwachtte.

"Je loopt niet weg?" vroeg hij verbaasd

"Ik had mij er ergens op voorbereid"

"Félicia" begon hij langzaam.

Ik keek hem vragend aan. "Er is meer dat je moet weten" zei hij zacht. " wij wolven, hebben een mate zoals ik al zei, een wederhelft, een zielsverwant." hij keek me aan en legde zijn hand op mijn wang.

"We worden door de maangodin verbonden met elkaar. We kunnen elkaar aan voelen, pijn, verdriet, vreugde, plezier.. Wat de ene voelt kan de andere ook voelen."

Ik keek hem aan, maar had niet echt door wat hij wou zeggen.

Was ik zijn wederhelft?

"Vanaf het moment dat ik je zag, ging er iets door me heen. Het was raar, maar er ging van al door me heen, tintelingen, mijn hart stond gewoon even stil. Ik wist gewoon dat ik mijn mate gevonden had. Maar ik had niet door dat jij het was. Maar toen ik jou en Luke op de gang zag staan. Wist ik het gewoon. Er ging zoveel woede door mij heen. Ik kon hem wel vermoorden. Hij raakte je aan. Hij kwetse je." zei hij terwijl ik zijn ogen weer donker zag worden.

Hij ademde even zacht in en uit. Maar al snel kalmeerde hij.

"Weet je nog die ene keer dat je hier wakker werd en je niets meer herinnerde?" hij zuchtte diep.

Snel knikte ik. Hoe kon ik die dag ook vergeten?

"Dat was de dag dat ik je gemarkerd had." hij liet zijn hand naar mijn nek glijden. "Dan bijt men op een speciaal plekje" begon hij en ging met zijn vingers over het plekje waar ooit die rode plek zat. Duizenden tintelingen gingen door mij heen. Het voelde zalig aan. "Hier mee laat het mannetje wolf zien aan de rest van de roedel zien dat dat zijn mate. Ze draagt dan zijn geur, zo weten zij dat ze haar met rust moeten laten."

Langzaam knikte ik, maar kon het niet allemaal zo goed vatten.

"Ik wou er mee wachten, en je pas marken totdat je wist wat ik was. Maar ik kon me niet inhouden. Het ging van zelf en ik voelde me echt schuldig over" zei hij terwijl hij naar de grond keek.

---
Hoi Schatjes!

Weer een nieuw stukje en eerlijk? Ik ben er niet zo tevreden over. Ik ben met it stukje al zon vier dagen bezig en ik krijg het niet beter dan dit. Laat mij iets weten wat jullie er van vinden of hoe ik het beter kan maken.

Vergeet zeker niet te stemmen en te reageren.

❤😘 Paradise

Félice Where stories live. Discover now