Hoofdstuk 88

75 12 0
                                    

Rowena

Met zijn vieren zitten we op de banken in Myrthes woonkamer. Noah en Thomas zitten zo ver mogelijk bij elkaar vandaan op de ene bank, terwijl Myrthe en ik op de ander zitten met bijna net zoveel afstand tussen ons in.

'Dus, graag ter zake, waarom laat de hoofdcirkel eerst iedereen de loods in om vervolgens hier toch te gaan zitten met alleen ons vier?' Noah heeft zijn armen over elkaar geslagen. Zonder iets te zeggen overhandigt Thomas hem de brief van Emily. Terwijl Noah aan het lezen is, werp ik een zijdelingse blik op Myrthe. Ze lijkt minder ontspannen dan de vorige keer dat ik hier was en bij een gedetailleerde scan van haar huis blijkt het fotoalbum niet meer in de kast te liggen. Blijkbaar heeft ze die reeds ergens anders opgeborgen.

'Ik wist wel dat Emily me vertrouwde.' De glimlach op zijn gezicht kan hij niet verhullen als hij opkijkt van de brief.

'Een vals vertrouwen', merkt Thomas grimmig op. Thomas is overduidelijk nog boos op Noah en ergens kan ik hem geen ongelijk geven. Aan de andere kant heeft het nu geen zin om ruzie te maken, we moeten een stel coördinaten zien te vinden.

'Maar goed. Jij bent degene die het langst in de loods heeft gewerkt. Met deze informatie, heb je dan misschien een idee over de rest van de coördinaten?'

'Het helpt in ieder geval om vanaf nu misschien sneller iets te vinden, maar moeten we niet eerst die robots vinden?' Robots. AI, artificiële intelligentie, klinkt in ieder geval nog enigszins vriendelijk.

'Die hebben we al gevonden', bromt Myrthe. Haar blik gaat geen seconde naar mij terwijl ze dat zegt. Ze is zelfs zo overtuigend dat Noah begint te fronsen.

'Jullie denken toch niet dat ik die goede robot ben toch?' Thomas laat een cynisch lachje horen.

'Volgens mij zijn AI niet zo dom om per ongeluk hun vrienden neer te schieten.' Noah heeft ons verteld dat het niet zijn bedoeling was om Emily te raken, maar dat hij vanwege zijn rol sowieso zou moeten schieten. Sindsdien maakt Thomas er continu geërgerde opmerkingen over.

'Dat blijft wel een gevoelig punt hè?', probeert Noah te grappen, maar ik weet eigenlijk al dat Thomas dat niet leuk gaat vinden.

'Zolang we Emily niet terug hebben wel ja.'

'Beiden koppen dicht nu', onderbreekt Myrthe ze. Allebei zijn ze nu eindelijk stil. 'Rowena hier is de AI die we kunnen vertrouwen, dus daar hoeven we ons geen zorgen om te maken. Het enige wat we nog moeten doen is die code kraken zodat we de juiste coördinaten hebben. Noah, je bent hier omdat we denken je te kunnen vertrouwen en we hopen dat jouw kennis van pas kan komen nu je alles weet wat wij ook weten. Daarom hoop ik dat jij en Thomas vanaf vandaag samen kunnen werken in de loods. Jij weet veel van de spullen daar en Thomas lijkt de verbanden sneller te zien dan de rest van ons, dus ik heb vertrouwen in jullie.' Myrthe had ze net zo goed kunnen zeggen dat ze moeten gaan jongleren met negen brandende fakkels. Ondertussen bekruipt mij een andere gedachte: als zij moeten samenwerken om de code te kraken, wat moet ik dan ondertussen doen? De laatste dagen ben ik volledig gestopt met mijn baantje bij pandjeswinkel om in plaats daarvan Thomas te helpen met zijn onderzoek in de loods. Ook ik heb in die tijd best wat nuttige dingen ontdekt die hem weer verder geholpen hebben om in de eerste cijfers te bepalen.

'Myrthe, een samenwerking lijkt me geen slim plan', protesteert Thomas, maar Myrthe schudt direct haar hoofd.

'Zet alsjeblieft jullie persoonlijke geschil aan de kant. Jullie willen beiden Emily terughalen toch? Nou, dat kan alleen als we die stomme code kraken, dus niet zeuren.' Zowel Thomas als Noah kijkt schuldbewust naar de grond.

'Prima, wanneer wil je dat we aan de slag gaan?' Noah haalt terwijl hij dat vraagt zijn hand door zijn haar zoals hij altijd doet. Het herinnert me eraan dat we ooit echt vrienden waren. Misschien zou dat na het dorp weer een kans kunnen krijgen, wanner alle rollen en dergelijken verleden tijd zijn.

'Nou, wat dacht je van vandaag al?' Thomas lijkt al enthousiast, ik herken zijn blik als hoopvol, hij wil graag aan de slag gaan, zelfs als het dan met Noah moet zijn. 'Vanaf nu melden jullie je ontdekkingen alleen niet meer aan de hoofdcirkel, maar alleen aan mij en Row.' Noemde ze me nou Row? Mijn systeem speelt haar zin terug, ja ze had me echt Row genoemd. Waarschuwend kijkt Thomas me aan, alsof hij weet wat mijn eerste reactie zou zijn. Hij weet dat ik er een hekel aan heb als iemand met zo noemt. Iedereen in onze vriendengroep had het in een week afgeleerd. Vooral Liz zal zich dat nog wel herinneren, ik had haar in het water gegooid toen ze me voor de derde keer die dag zo noemde.

'Het is Rowena', zeg ik met opeengeklemde kaken. Niemand noemt me Row, zelfs Myrthe niet. Ook op Noahs gezicht zie ik nu het besef komen.

'Sorry hoor, ik wist niet dat je een probleem met afkortingen had.' Mijn sensoren pikken een gekwetste klank in haar stem op en ik heb meteen spijt, al hoop ik nog steeds dat ze de boodschap begrepen heeft en me niet weer zo zal noemen.

'Anders gaan wij nu meteen naar de loods, hoe eerde hoe beter toch?', probeert Noah het onderwerp te veranderen. Hij staat al direct op. Ook Thomas komt na iets meer aarzeling overeind.

'Ik kan wel meegaan', stel ik voor. 'Op zich ken ik de loods ook en ik heb Thomas de afgelopen week wel vaker geholpen.'

'Ik wil eigenlijk nog iets met je bespreken.' Uit mijn mond komt slechts een zacht o. Een tegenstrijdig en vreemd gevoel gaat door mijn gehele systeem. Iets maakt dat ik graag in haar buurt wil zijn. Ze is niet zoals ik dacht dat ze was toen ik haar alleen als burgermeester kende. De laatste dagen heb ik glimpen gezien van iemand die lang niet zo autoritair doet en in mijn ogen meer de échte Myrthe is. Die Myrthe wil ik vaker zien. Aan de andere kant lijken al mijn gevaarsignalen af te gaan als ik in haar buurt ben. Mijn processors raken oververhit en niets lijkt ze werken zoals het zou moeten. Misschien is het uit angst door wat er de vorige keer gebeurd is, maar vaag besef ik me ook dat dat gevoel er al eerder was. Ik heb altijd al een vreemd gevoel gehad bij Myrthe, maar de afgelopen dagen wordt het alleen steeds sterker. Als ik met haar praat voel ik me bijna menselijk en eigenlijk vind ik dat beangstigend.

Voordat ik er erg in heb zijn Thomas en Noah al weg en ben ik alleen over met Myrthe. Ze zit nog steeds helemaal aan de andere kant van de bank, maar de manier waarop haar blik strak op me gericht is maakt dat ze veel dichterbij voelt.

'Waardoor heb je zo de pest aan die bijnaam?' Ik haal mijn schouders op. Het liefst wil ik het er niet over hebben. 'Slechte herinneringen?' Ze schuift een stukje dichterbij, maar ik blijf strak tegen de leuning aan zitten. 'Mijn ouders noemden me vroeger Myrty of myrtje als ze de kans kregen. Ik haatte het echt, vooral als mijn vrienden erbij waren.' Ze kijkt enigszins dromerig voor zich uit, een streng haar valt voor haar gezicht, maar ze veegt hem naar achteren. Onwillekeurig moet ik glimlachen.

'Myrty klinkt wel soort van schattig', zeg ik met een grijns. Ze werpt me een quasi geërgerde blik toe.

'Maar als ik je geen Row mag noemen, hoe moet ik jou dan noemen? Roweentje?' Nu kan ik mijn lach niet meer inhouden.

'Je had er ook gewoon Roween van kunnen maken weet je.'

'Maar wat is daar nou leuk aan? Ik ga je gewoon rooie noemen hoor' Ze steekt haar tong naar me uit en ik moet opnieuw lachen. Maar als ik naar haar kijk zie ik dat haar gedachten ergens anders zijn. Hoewel ik geen echte maag heb, maar een soort geprogrammeerde replica die dezelfde functie uitvoert, denk ik dat het gevoel wat ik heb wanneer ik iets dichter naar Myrthe schuif hetzelfde is als wanneer mensen zeggen dat ze vlinders in hun buik hebben. Ze kijkt naar me op, er zit nog maar een zitplaats tussen ons in. Waarom wil ik haar zo graag aanraken, weten of haar huid net zo zacht is als die lijkt?

'Waar ben je met je gedachten?' Myrthe laat een geluid horen wat tussen een lachje en een zucht in zit.

'Overal en nergens?'

Untold Tales (Nederlands)Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt