Hoofdstuk 12

167 18 0
                                    


Nog steeds weet ik niet waarom hij hier toen eigenlijk was en er ineens vandoor ging toen ik kwam.

'Dus, zit vanavond je dwars?', vraagt Destiny.

'Geen idee, ik weet niet wat er gaat gebeuren. Ik ben bang dat mijn herinneringen niet terugkomen of ik me dingen herinner die ik me niet wil herinneren.' Thomas heeft gezegd dat ik voordat ik mijn geheugen kwijtraakte had gezegd dat ik iets me liever niet meer zou herinneren. Wat als ik me die dingen weer herinnerde? Wat als ik een punt had toen ik dat tegen hem zei?

'Misschien zijn er inderdaad herinneringen die je je liever niet herinnert, maar er zijn er waarschijnlijk meer die je je wel wil herinneren. Als je niet gaat weet je helemaal niet of het werkt.' Ik knik, ze heeft gelijk.

'Wat een wijsheid.' We zwijgen allebei even. 'Wat voor band hebben jij en Justin eigenlijk?', vraag ik dan. Meteen als ik zijn naam noem, wordt Destiny rood.

'Tja, hij zit bij onze vriendenclub, maar verder spreek ik hem eigenlijk nooit.' Ze lijkt er verder niet echt op in te willen gaan.

'Wanneer gaan we weer met zijn allen naar het bos?', vraag ik om het onderwerp te veranderen.

'Waarschijnlijk gaan we de volgende keer niet naar het bos, maar gaan met zijn allen naar iemands huis. Het wordt waarschijnlijk te koud in het bos. Thomas' huis is het grootst, dus waarschijnlijk gaan we daarheen', vertelt ze. Ik voel me opeens een buitenstaander. Wanneer hebben ze dit overlegd? Blijkbaar een keer zonder mij.

'Heb ik een overleg gemist?', ik probeer niet al te triest te klinken.

'Ik kwam Thomas en Rowena vanmiddag op het plein tegen. Zij zouden het ook doorgeven aan de anderen', legt Destiny uit.

Ik blijf bij Destiny eten en blijf daar tot iets voor half negen. Ik ben niet bang meer voor wat er komen gaat. Nog steeds gespannen, maar vooral hoopvol.


Het horloge, die ik vanochtend om heb gedaan om goed in de gaten te houden dat ik niet te laat kwam, geeft precies half negen aan als ik daar aankom. De anderen zijn er nog niet. Ik hoop dat Thomas er eerder is als Donna, dan kan ik nog even met hem praten en hoef ik hier niet alleen te zijn met Donna.

Het duurt nog een paar minuten voordat er iemand komt. Ik loop ondertussen heen en weer om warm te blijven. Het is Donna die er eerste van hen is. Ik zie haar al vanaf een afstand aankomen. Ze heeft een grote zaklamp bij zich met een brede straal waarmee ze het pad verlicht.

'Waar is je vriendje?', vraagt Donna geïrriteerd.

'Thomas? Hij is mijn vriendje niet en ik heb geen idee waar hij blijft', zeg ik. Zelfs in het donker kan ik zien dat ze met haar ogen rolt.

'Als Thomas er is gaan we', deelt ze mee. Ze geeft me het gevoel dat ze heel graag duidelijk wil maken dat zij hier de baas is. In haar ogen ben ik die moordenaar die zij moet ontmaskeren en Thomas iemand die in mijn 'act' trapte. Vanuit haar perspectief is zij die slimme die er niet in trapt.

Thomas komt niet veel later. Voor zover ik in het licht van Donna's zaklamp kan zien, ziet Thomas er afgetobd en moe uit, net zoals Noah.

'Laten we gaan', zeg ik. Thomas knikt en Donna klimt meteen over het hek. Ze landt soepel aan de andere kant. Het verbaast me dat ze me niet eerst een snauwende opmerking maakte over het feit dat ik voorstelde om te gaan. Ze gebaart mij en Thomas dat we ook moeten komen. Ik klim ook snel over het hek en Thomas volgt.

Untold Tales (Nederlands)Where stories live. Discover now