Hoofdstuk 7

199 20 0
                                    

'Ik ben zo terug', zegt ze tegen Lynn en de anderen. Ze volgt me totdat we een paar meter van hen afstaan zodat ze ons niet horen.

'Waarom gaan we het bos in om half negen? Kan het niet eerder?', kom ik direct ter zake.

'Tot acht uur is er een vergadering van de middencirkel, eerder kan niet, antwoordt Myrthe kortaf. Ze wil zich alweer omdraaien en teruglopen, maar ik houd haar tegen.

'Kan het dan niet een andere dag? Ik weet niet of het een goed plan is om als het donker is het bos in te gaan. We kunnen dan sowieso weinig zien', probeer ik, maar Myrthe schudt haar hoofd.

'Ik stel het niet verder uit. En als je niet komt dan bedenk ik me alsnog en dan laat ik je wel vermoorden.' Dan draait ze zich om en loopt weg. Dat ging niet zoals ik gehoopt had. Ik loop ook weg en wil terug richting mijn huis gaan. Het buurthuis ligt in dezelfde cirkel om het middenplein als mijn huis aan ongeveer dezelfde kant, dus ik hoef niet heel ver te lopen.

Als ik thuiskom, wil ik meteen naar bed gaan, maar ik raak afgeleid door een jas die over de stoel hangt. Daar had Liz gezeten, ze was haar jas waarschijnlijk vergeten. Ik pak de jas en wil hem aan de kapstok hangen als ik voel dat er iets zwaars in de zak zit. Nieuwsgierig als ik ben haal ik het eruit. Het blijkt een telefoon. Ik herinner me dat er in deze tijd smartphones bestaan en dit dus een oude telefoon is. Deze heeft een klein schermpje en toetsen, je kan hem zelfs dichtklappen. Ik wist niet dat er hier in dit dorp telefoons waren. In mijn huis had ik geen telefoon gevonden en ik had ook nog niemand met een telefoon gezien. Ik had eigenlijk ook niet verwacht dat hier bereik zou zijn. Thomas had verteld dat de sommige rollen, zoals de moordende rollen via briefjes met de 'bazen' communiceerden. Hij had er niet heel precies over ingewijd. Wat als de rollen een nieuwere manier hadden om met de bazen te communiceren, namelijk telefoons.

Ik zet de telefoon aan en zie dat er twee ongeopende berichten zijn. Ik druk eerst een paar toetsen in voordat ik doorheb hoe deze telefoon werkt en ik het eerste bericht open krijg.

'Van: privénummer

Aan: Liz

Vanavond is jouw rol actief.'

Ik had dus gelijk, het was een communicatiemiddel met waarschijnlijk de bazen. In het hele gesprek had Liz geen enkele keer geantwoord. De bazen stuurden alleen dit soort berichten. Liz moest vermoedelijk alles doorgeven op de manier zoals Thomas me had uitgelegd. Ik denk dat dat vooral is zodat niemand je berichten kan lezen en dan je rol weet, zoals ik nu Liz's berichten lees. Beschaamd stop ik de telefoon terug in de jaszak. Ik moet vertrouwen hebben in Liz en dat andere bericht niet lezen. Liz is geen moordende rol, ik vertrouw haar. Ik hang de jas aan de kapstok, ga naar bed en probeer niet aan het berichtje te denken. Toch val ik snel in slaap.

Het geluid van iets wat tegen mijn raam tikt, maakt me de volgende ochtend wakker. Nog half in slaap sta ik op en kijk naar het raam. Het gordijn is dicht, dus ik kan niets zien. Voorzichtig schuif ik de gordijnen een beetje open en doe bijna een sprong naar achteren als er een steentje tegen mijn raam aan knalt. Wat was dat? Dan zie ik Liz, ze staat bij het pad naar mijn voordeur met een handvol steentjes, die ze blijkbaar al even tegen mijn raam aan het gooien was. Als ze me ziet zwaait ze naar me. Waar is ze mee bezig? Ik ren snel de trap af naar de voordeur. Als ik die opendoe staat Liz al voor de deur.

'Eindelijk, ik was al bijna bang dat ik je raam moest ingooien voordat je wakker zou worden', zegt ze lachend.

'Waar was dat voor?', vraag ik. Ik snap niet waarom ze lacht.

'Je reageerde niet toen ik aanklopte.'

'Wat is er zo belangrijk?', vraag ik vermoeid.

'Ligt mijn jas hier nog? Ik ben hem kwijt. Mijn telefoon zit erin.' Ik had niet verwacht dat ze over de telefoon zou vertellen.

Untold Tales (Nederlands)Where stories live. Discover now