Hoofdstuk 9

196 22 0
                                    


'Ik weet dat je me iets niet verteld hebt. Iets wat ik wel moet weten', kom ik meteen ter zake. Ik heb Thomas apart genomen van de rest zodat we rustig kunnen praten. We zitten nu buiten gehoorafstand op een boomstam. Hij lijkt al nerveus sinds we hier zijn.

'Ik heb geen idee waar je het over hebt.' Hij kijkt me aan en ik zie in zijn ogen dat hij tegen me liegt.

'Alsjeblieft. Je zei dat je me wilde helpen, dit weten kan helpen.' Ik sla mijn armen stellig over elkaar. Hij zucht.

'Het is echt niets belangrijks. Het maakt niet uit.'

'Als het toch niet uitmaakt, waarom vertel je het dan niet gewoon?', protesteer ik. Thomas zucht.

'Je gedraagt je als een kind. Kom op, je weet niet eens waar dit over gaat', zegt hij boos.

'Ik weet dat ik zoveel mogelijk moet weten over mijn verleden.'

'Dit zou alles alleen gecompliceerder maken en het helpt waarschijnlijk niets.'

'Alles is al ingewikkeld', zeg ik geërgerd.

'Voor je aanval zou je het met me eens zijn geweest.'

'Hoe weet je dat zeker?' Hij zwijgt even en zijn stem klinkt zachter en minder boos als hij weer praat.

'Je hebt het me zelf verteld.' Ik kijk hem onthutst aan.

'Hoe bedoel je?' Thomas kijkt om zich heen voordat hij antwoord geeft.

'Je wist al wat er zou gaan gebeuren. Je wist dat het slechts een kwestie van tijd was voordat ze je zouden aanvallen.'

'Wist ook dat ik mijn geheugen zou kwijtraken?', vraag ik niet begrijpend.

'Nee, je zei toen alleen dat je het allemaal het liefst wilde vergeten en het er niet over wilde hebben en ik het er met niemand over moest hebben als jou iets zou overkomen', antwoordt hij.

'Nou dat vergeten is goed gelukt, zeg ik met een vreugdeloze lach. Wat heeft het leven toch een vreemde vorm van humor.

'Ik begrijp dat je zo veel mogelijk wil weten, maar dit is niet van belang. Ooit, als we hier wegkomen en alles voorbij is, vertel ik het je', zegt hij en hij kijkt me aan.

'Je gelooft dat we hier ooit wegkomen?', vraag ik, ik had zelf eigenlijk nog bijna niet aan die mogelijkheid gedacht.

'Waar moeten we anders nog op hopen?'

'Waarom wilde Rowena wel dat je het me vertelde?', vraag ik ineens.

'Rowena kent niet het hele verhaal en ze weet niet wat ik jou toen beloofd heb', antwoordt hij, maar ik merk dat hij liegt. Ik knik. Hij liegt, dat weet ik zo goed als zeker, maar alsnog... Ik heb het gevoel dat hij echt het goede wil doen.

'Laten we maar teruggaan naar de rest', stelt hij voor en hij staat op. Ik kom ook overeind en we lopen terug naar de anderen. Blaire kijkt nieuwsgierig naar me als ik weer naast haar kom zitten. Thomas gaat ondertussen bij Justin zitten.

'Heeft hij het je verteld?', vraagt ze op fluistertoon. Ik schud mijn hoofd.

'Hij zei dat hij niet van belang was en het alles alleen maar ingewikkelder zou maken.'

'Het zou alles inderdaad ingewikkelder maken, maar ik denk dat het wel degelijk van belang is. Soms snap ik zijn redenatie ook niet', zucht ze. Ik kijk even richting Thomas en onze blikken kruisen een seconde, dan kijk ik weg.

'Kan je het met echt niet vertellen?', vraag ik, maar Blaire schudt meteen haar hoofd.

'Hij heeft vast een goede rede waarom hij het niet wil vertellen.' Ik snuif, wat heb ik aan goede redenen?

Untold Tales (Nederlands)Where stories live. Discover now