Hoofdstuk 43

109 16 0
                                    

Het is weer een enorme drukte op het middenplein als ik daar kom. Dit keer lijkt de groep echter niet gericht op een punt, maar krioelt iedereen als mieren over het plein. Er is duidelijk iets aan de hand. Tobias is het eerste bekende gezicht en ik loop naar hem toe. Hij staat een beetje op een afstandje en kijk fronsend naar de mensen die door elkaar heen lopen en met elkaar praten.

'Wat is er aan de hand?'

'Geen idee. De meesten hierzo lijken niet te weten wat er is.' Dat verbaast me. Als niemand weet wat er aan de hand is, hoe weten ze dan wel dat er iets is?

'Waarvoor is al deze chaos dan?' Op dat moment klimt Myrthe op de verhoging van het standbeeld in het midden. Achter haar staan vier mensen: Thomas, Merina, Donna en een jongen die ik herken als lid van de hoofdcirkel. Ik heb hem een tijdje geleden tijdens de dorpsvergadering gezien. Toen had hij naast Myrthe gezeten. Zodra Myrthe staat, valt de hele groep stillen en kijken ze afwachtend naar haar. Hoewel ik weet hoeveel respect de meeste mensen hier voor Myrthe hebben, sta ik er toch van versteld hoe snel ze de groep gekalmeerd heeft, zonder ook maar iets te hoeven doen. Dit doet me denken aan die keer dat Tobias' lichaam hier op het plein lag. Toen was de groep alleen nog veel drukker, waarschijnlijk ook doordat er daadwerkelijk een dode hun midden was.

'Mensen.' Ondanks dat de burgermeester met haar rug naar me toe staat, kan ik haar goed verstaan. 'Het gerucht gaat dat er vanochtend een lijk is gevonden. Tot mijn ongenoegen moet ik deze geruchten bevestigen.' Hoewel de mededeling die ze doet heftig is, klinkt haar stem kalm, bijna afstandelijk. Er klinkt gefluister door de menigte en Myrthe wacht tot iedereen weer stil is voordat ze haar verhaal vervolgt. 'Dit keer is het Erin die het slachtoffer is van de moordende rollen.' Haar woorden doen er even over om tot me door te dringen. Erin. Erin is dood. Dat kan niet waar zijn. Het voelt onrealistisch. Gisteren had ik haar nog gezien. Ze kan niet dood zijn.

'Werk jij niet met haar?', fluistert Tobias, maar ik ben niet in staat om antwoord te geven. Mijn keel voelt dichtgeknepen. In mijn gedachten flitsen beelden van Erins gezicht op, vermengd met de aanblik van het lijk van Tijmen.

'Ze is gevonden in haar eigen huis. Er zijn enkele aanwijzingen gevonden op de plaats delict, maar die zal ik bij de volgende dorpsvergadering vertellen. Deze is vanavond om zes uur en ik verwacht dat iedereen er zal zijn.' Na deze aankondiging springt ze weer van de verhoging af en beent ze weg, gevolgd door de rest van de hoofdcirkel. Geen aankondiging voor een begrafenis, niets. Er is niet eens een verdere uitleg over hoe ze gestorven is. Ze is vermoord door de moordende rollen natuurlijk, maar hoe? Zijn de moorden echt zo normaal geworden? Erin verdient meer dan dit. De menigte begint weer te praten en lijken allemaal in de war en geschrokken.

'Dit kunnen ze niet menen...', mompel ik.

'Tja, wat wil je eraan doen?' Hij kijkt me even aan. Blijkbaar verraadt mijn blik wat ik van plan ben. 'Je gaat niet achter ze aan', voegt hij er dan aan toe. Voordat Tobias me kan stoppen, ren ik achter de leden van de hoofdcirkel aan. Geen van hen draait zich om terwijl ik achter hen aan ren. Ze lopen voor me uit het de dorpshuis binnen. Tot mijn verbazing laten ze deur open. Even aarzel ik. Is dit echt het beste idee? Waarschijnlijk niet, maar ik kan hier niet blijven en niets doen, niet als mijn vrienden dankzij mijn nietsdoen worden gedood. Ik recht mijn rug en loop naar binnen.

De leden van de hoofdcirkel zitten op hun plaats in het midden van de tribune waar ze tijdens de dorpsvergadering hadden gezeten. Sommigen hadden omgedraaid gezeten, maar als ik binnenkom draaien ze zich allemaal naar me om. Twaalf paar ogen kijken naar mij. Ik voel me belachelijk klein doordat ze vanaf de tribune op me neer kijken. Even ontmoeten mijn ogen die van Merina, de enige die me nog niet nog nerveuzer maakt. Opnieuw recht ik mijn rug en herinner mezelf eraan dat er niets is om bang voor te zijn. Dit zijn ook mensen en de meesten van hen weten niet eens dat er een moordende rol in het midden is. Het is mijn taak om daar iets aan te doen.

'Ik heb een verdenking waarvoor ik jullie graag op de hoogte wil brengen', zeg ik zo dapper als ik kan. Terwijl ik praat kijk ik Myrthe recht aan.

'En wat zou jouw verdenking zo bijzonder maken? Volgens mij kan je net zoals de rest tot de dorpsvergadering wachten', merkt Donna vinnig op. Ik wil haar een hatelijke blik toe werpen, maar ik houd me in. Op hetzelfde moment voel ik Thomas' ogen ook op me gericht, nog sterker dan de anderen.

'Ik heb flarden van herinneringen terug en deze bevestigen mijn vermoedens.' Thomas' wenkbrauwen schieten verrast omhoog, maar ik let vooral op de reactie van Myrthe, die verraadt echter weinig emotie.

'Deze verdenkingen kan je vanavond voordragen bij de dorpsvergadering zoals Donna ook al zei', antwoordt Myrthe. Haar toon is verheven, bijna kleinerend. Hiermee is de zaak voor haar blijkbaar afgedaan, want ze draait zich weer om. Hierbij wil ik het niet laten.

'Dan wil ik graag Thomas spreken.' Ik kijk niet naar zijn reactie. Zijn blik hoef ik niet te zien. Hij zal me overdag niets doen, daarvoor is het risico te groot.

'Nu?', vraagt Myrthe.

'Nu.' Merina kijkt me vragend aan, maar ik reageer niet. Ik ben haar geen uitleg verschuldigd. Anderen kijken elkaar verbaasd aan. Waarschijnlijk heeft er nog nooit iemand zo voor hen gestaan.

'Emily, ik begrijp best dat je van slag bent door de dood van Erin...' Ik sta er zelf van versteld hoe ik zonder aarzeling Myrthe onderbreek. Haar autoritaire gezag is nu niet van belang.

'Het is geen kwestie van emotie, slechts een kwestie van het oppakken van een moordende rol.' Myrthe onderbreken was geen slimme zet. In haar ogen zie ik haar irritatie.

'En bij zo'n belangrijke zaak moet je natuurlijk per sé je vriendje spreken', zegt Donna snerend. Achter haar klinkt gelach. Als ik kijk, zie ik dat het Lynn is. Natuurlijk, zij lacht volgens mij om alles wat Donna zegt.

'Hij is mijn vriendje niet, daarbij heb jij hier geloof ik niets mee te maken.' Tegen Donna ingaan voelt goed, beter nog dan tegen Myrthe.

'Volgens mij mag ik dit inderdaad bepalen', stemt Thomas in. Het goede gevoel is op slag weg. Het irriteert me dat hij niet tegen me ingaat.

'We zitten midden in een vergadering', werpt Myrthe tegen. Haar irritatie is nu op Thomas gericht.

'Jullie hebben mij toch niet de hele tijd nodig. Het duurt maar even.' Waarom doet hij dit? Hij werkt zichzelf in de problemen bij de rest van de hoofdcirkel terwijl hij al weet wat ik ga zeggen. Hij weet dat ik hem verdenk. Ik had verwacht dat hij zou protesteren, niet dit.

'Je hebt vijf minuten', geeft Myrthe uiteindelijk toe. Zonder verder nog iets te zeggen, loopt Thomas de trap af. Weifelend blijf ik staan, niet zeker wetend of ik hem moet volgen of juist vooruit moet lopen. Dit keer neem ik de leiding. Dus ik loop met ferme stappen voor hem uit naar buiten. Achter me hoor ik dat Thomas me volgt.

Gelukkig is het dorpshuis net buiten de cirkels van huizen van het dorp gesitueerd, daardoor is er hier bijna niemand. Als ik ver genoeg van het dorpshuis weg ben en zeker weet dat ze ons binnen niet kunnen horen, sta ik stil. Ik plant mijn voeten stevig in het gras en overtuig mezelf er nogmaals van dat ik dit kan. Thomas staat vlak voor me stil. Zijn donkere ogen brengen herinneringen naar boven waar ik niet aan wil denken. In zijn blik zit iets hoopvols.

'Je hebt nieuwe flarden van herinneringen. Kan je je herinneren wie de moordende rollen zijn?' Het enthousiasme in zijn stem is duidelijk hoorbaar. Is hij echt zo dom?

'Houd hier maar mee op. Ik weet dat jij een moordende rol bent. We hebben dit al gehad.' Ik doe mijn best om mijn woede in bedwang te houden. Zijn wenkbrauwen gaan verbaasd omhoog.

'Ik ben geen moordende rol.' Hij leek daarna nog iets te willen zeggen, maar slikt de rest van zijn woorden in.

'Laten we stoppen met deze act. Je hebt het zelf toegegeven de vorige keer.' Hij kijkt ineens alsof hij zich plotseling iets beseft. Bijna lijkt er een glimlach op zijn gezicht te komen, maar hij trekt zijn gezicht snel weer in de plooi.


Untold Tales (Nederlands)Where stories live. Discover now