Hoofdstuk 45

106 17 0
                                    

'Noah... Ik weet waar de moordende rol op uit zijn', fluister ik. Het lukt me niet mijn blik van Erins gezicht af te wenden. Had ze gisteravond een vermoeden gehad van wat er zou gaan gebeuren. Toen ze haar aanvielen, was ze bang of had ze het verwacht? Ging het snel of was het lang en pijnlijk?

'Wat?' Zijn stem klinkt vlak achter me. Als ik met moeite mijn blik afwend van Erin, zie ik dat hij vlak achter me op zin hurken zit. Tot nu had ik me niet eens gerealiseerd dat hij daar zit.

'Ze willen de voorwerpen in de loods. Ze willen iedereen die daar werkt vermoorden om erbij te komen. Eerst werd ik aangevallen, toen Tijmen, toen...' Mijn woorden worden onderbroken door een snik. Ik kan mezelf niet langer meer bedwingen. Tranen rollen over mijn wangen en ik weet niet eens met welke rede precies. Is het om wat er is gebeurd met Erin of de angst voor wat er met de rest zal gebeuren?

'Shhhjjj, rustig maar.' Ook zijn wangen zijn nat door de tranen, dat was me nog niet eerder opgevallen. Hij komt iets naar voren en slaat zijn arm om me heen. Ik laat mijn hoofd tegen zijn schouder rusten.

'Ze zullen voor jou komen hierna.' Noah wiegt me zacht heen en weer. Ik durf niet meer naar Erin te kijken en staar naar zijn broek die zwart is door de aarde.

'Denk je echt dat ze me te pakken zullen krijgen?', fluistert hij zacht. Het klinkt alsof hij een poging doet me op te beuren met een grapje, maar dat werkt totaal niet op dit moment.

'Eigenlijk wel', antwoord ik zacht. 'Daarom ga ik vanavond mijn vermoedens voorleggen in de dorpsvergadering.'

'Wat?' Hij duwt zijn bril verder op zijn neus en kijkt me verbaasd aan. 'Over...' Zijn zin blijft onafgemaakt. We beseffen ons beiden dat weer dat Liam er ook nog steeds bijzit, al lijkt hij weinig mee te krijgen van ons gesprek. Hij heeft zijn hand op die van Erin gelegd en laat hem daar rusten. Hij gaf echt om haar, realiseer ik me. Eigenlijk zijn het ook niet de doden waar we medelijden mee moeten hebben. Voor hen is het nu gewoon voorbij. De echte pijn is voor de mensen die ze achterlaten, de mensen die hen zullen missen. In plaats van Noahs vraag te beantwoorden richt ik me daarom tot Liam.

'Ze had het gisteravond nog over je.' Hoewel hij nog steeds naar Erin blijft kijken, weet ik dat hij me gehoord heeft en luistert. 'Ze gaf ook om jou. Ze was alleen bang, door het dorp. Ze wilde geen dingen beginnen ten midden van al deze ellende.' Langzaam komt Liams blik nu omhoog. Wezenloos staart hij me aan, maar geleidelijk lijken mijn woorden tot hem door te dringen.

'Heeft ze dat echt gezegd?' Ik knik. Dat lijkt hem goed te doen. Onder zijn ogen zijn nog rood en gezwollen en ik denk niet dat de trieste blik ergens binnenkort zal verdwijnen, maar het doet hem wel goed. Voor hem is het waarschijnlijk het verschil van iemand kunnen missen om wie je gaf en die ook om jou gaf, of iemand missen waarvan je niet weet of diegene om je gaf. Het blijft een vreselijk verlies, maar het eerste geeft in ieder geval opheldering. Heeft Thomas ooit echt om me gegeven? Misschien maakt het ook niet uit. Ik kan niet samenzijn met iemand die zichzelf weet te rechtvaardigen bij zulke vreselijke daden, dat zou ik mezelf niet kunnen vergeven.

Plotseling ben ik me er heel erg van bewust dat ik mijn hoofd nog steeds op Noahs schouder heb liggen. Voorzichtig kom ik weer overeind en klop wat modder van mijn broek. Noah haalt zijn hand door zijn haar en komt dan ook overeind.

'Liam? Ik denk dat het tijd is', zegt hij. Liam werpt nog een laatste blik op Erin en komt dan ook overeind. Voorzichtig doet het de deksel op de kist. Dat ik haar niet meer zie, maakt het niet minder erg. Het pijnlijke besef dat ik haar nooit meer zal zien, drukt op mijn hart. Noah en Liam tillen samen de kist in het gat. Met behulp van de scheppen gooien Noah en ik het zand er terug overheen. Liam kerft ondertussen met een mes een tekst in een steen. Ik lees de tekst pas als hij, als het gat dicht is, de steen in de aarde plant. De tekst lijkt op die van Hayley, maar dan toch persoonlijker.

"Erin Maeren.

Leeftijd: 17.

Dood: 18 november, neergestoken.

Plaats: eigen huis.

De laatste rustplaats voor het meisje dat altijd bleef vechten."

Het is vreemd om Erins achternaam te lezen. Ik ben het zo gewend dat het alleen voornamen zijn, misschien omdat ik mijn eigen achternaam niet eens weet. Liam wist blijkbaar die van Erin, dus iemand zal vast wel die van mij weten. Dat zou nog van pas kunnen komen als ik mijn familie ga zoeken, als we ontsnappen.

'Het is prachtig Liam', zeg ik met een brok in mijn keel.

'Willen we allemaal nog iets zeggen?', vraagt Noah. Liam is de eerste die reageert.

'Erin was veel dingen voor veel mensen. Een collega, een vriendin, een dorpsgenoot. Voor mij was ze het meest dappere meisje dat ik ken. Ze vertelde me hoe ze lange tijd ziek ik geweest als klein kind en dat haar ouders haar motiveerden om te blijven leven. Ik weet echter dat het toen iets anders was wat haar in leven hield: haar vechtlust. Ze had een enorme wil om te blijven leven en te blijven doorgaan. Met diezelfde vechtlust bleef ze in iedere dag gemotiveerd zoeken naar een uitweg uit dit vervloekte dorp. Aan opgeven deed ze niet. Ze was ervan overtuigd dat we een uitweg zouden vinden. Zijzelf zal die uit weg nooit vinden.' Hij aarzelt even en lijkt moeite te hebben om door te gaan. Noah klopt hem bemoedigend op zijn schouder. 'Maar haar werk zal wel blijven bestaan. Haar moeite zal voortleven en haar vechtlust zal ons inspireren. Voor Erin zullen wij een uitweg vinden, zodat haar offer niet voor niets is geweest.' Misschien is dat nog wel een betere manier om Erin te herdenken dan ik had bedacht. Thomas ontmaskeren is vooral om mijn vrienden die nog leven te beschermen. Erin zelf wilde verder gewoon heel graag vrij zijn. Ze heeft mij nooit verteld dat ze ziek is geweest. Ik weet niet eens heel veel van haar, maar ik weet dat ze graag vrij wilde zijn en hard naar een uitweg zocht.

'Erin en ik werkten sinds het begin van Mystic Valley als samen in de loods. Haar sarcastische opmerkingen en doorzettingsvermogen hebben mij door veel slechte momenten geholpen. Eerst Tijmen, nu Erin. De groep valt uiteen jongens... En nou ja, het spijt me dat ik er niet was om jullie te helpen of te beschermen.' Noahs stem klinkt schor en hij begint te huilen. Nu is het mijn beurt om hem te kalmeren.

'Erin. Liam en Noah kenden je allebei beter dan ik, dankzij mijn geheugenprobleem, maar in die korte tijd dat ik je kende ben ik om je gaan geven. Ik sluit me volledig aan bij wat zij ook al hebben gezegd. Dit is niet hoe het had moeten gaan, maar ik hoop dat je nu ergens rust hebt gevonden.' Ik aarzel even, niet wetend of ik daar nog iets aan toe moet voegen. Er is weinig nuttigs wat ik kan zeggen. Het meeste is al gezegd door de anderen en ik kende haar toch het minst. Ik voel Noahs warme vingers tegen mijn koude. Hij voelt het ook en pakt mijn hand om hem op te warmen. Zo blijven we daar even in stilte staan. Ik weet niet voor hoe lang, maar het voelt als het enige juiste, als respect voor Erin.

Uiteindelijk begint het, ondanks Noahs warme handen, te voelen alsof mijn vingers bevriezen. Noah heeft dat ook door.

'Laten we maar terug naar het dorp. Het is al laat.' Hij loodst me mee richting het dorp. Liam blijft daar alleen achter.

'Kunnen we hem wel daar achterlaten?', vraag ik aarzelend.

'Hij zal toch niet meekomen. We kunnen hem het beste alleen laten rouwen', luidt Noahs antwoord. Hij heeft gelijk ook. Ik zou niet verbaasd zijn als Liam er vanavond ook niet bij is bij de dorpsvergadering. Tot mijn verbazing brengt Noah me naar mijn eigen huis. De laatste dagen heb ik deze plaats veelal gemeden, maar toch laat ik hem zonder aarzeling binnen. Het is niet de plek waar ik bang voor ben, maar het alleen zijn. Het enige wat me nog meer beangstigd is het idee dat mijn vrienden kunnen worden aangevallen op elk moment dat ik dat niet word.


Untold Tales (Nederlands)Where stories live. Discover now