Het bos is schemerig, volgens mij nog donkerder dan de andere keren dat ik 's nachts in het bos was. De bomen staan hier dichter op elkaar dan in het deel waar het meer is en daardoor komt het maanlicht amper door het dichte bladerdek. De enige rede waarom ik nog iets kan zien is door de zaklamp van Donna. De straal beweegt zo'n twee meter voor me uit en beweegt regelmatig heen en weer. We lopen al tijden door het bos en nog niemand heeft iets gezegd sinds we lopen en ik voel niet bepaald te drang om dat te veranderen. Dus lopen we nog een tijd zonder te praten door. Aangezien niemand iets zegt kan ik me concentreren op de geluiden van het bos. Het normale geluid van tjirpende vogels is niet echt te horen, alleen in de verte een uil, maar ook die klinkt ver weg. Het is alsof het bos zijn adem inhoudt om me zenuwachtig te maken en dat werkt. De stilte maakt me nu nerveus en herinnert me eraan hoe belangrijk het is dat ik iets vind wat me kan helpen mijn geheugen terug te krijgen. Zonder zoiets heb ik geen idee wat ik moet hier in dit dorp. Als ik mijn geheugen terugkrijg, kan ik helpen de moordende rollen op te sporen en als ik niets kan vinden... Dan heb ik een probleem en heb ik geen idee wat ik moet.

'Hoe diep gaan we eigenlijk het bos in?', vraag ik, meer om de stilte te verbreken dan omdat ik het echt wil weten. Ik hoor Donna zuchten, alsof ik een zeurend kind ben die continu vraagt hoe lang het nog duurt.

'We zijn er bijna', antwoordt Thomas zonder zich om te draaien. Na nog eens een hele tijd lopen in stilte totdat Donna en Thomas eindelijk stoppen. We zijn bij een omgevallen boom in een groot kuil. Ik zie weinig bijzonders. Eerlijk gezegd had ik iets meer bijzonders verwacht voor de plek waar de moordende rollen met hebben aangevallen.

'Herken je deze plek?', vraagt Thomas. Voor het eerst deze avond kijkt hij me aan, zijn blik is hoopvol.

'Nee, nog niet', zeg ik. Ik hoor Donna geërgerd snuiven. Ik kijk om me heen. Het zou best dezelfde plek kunnen zijn als uit mijn vage herinneringen. In mijn herinnering was het dag geweest. Thomas had verteld dat de moordende rollen overdag niet aanvallen. Hadden ze voor mij een uitzondering gemaakt.

Plotseling zie ik iets glinsteren in een holte in de boom. Ik twijfel even of ik me vergist heb, maar ik weet het zeker. Ik hoop eigenlijk dat Donna even niet oplet zodat ik het kan pakken, maar ze houdt me strak in de gaten. Het ziet er niet naar uit dat ze me ook maar een seconde uit het oog gaat verliezen. Ik moet dat ding pakken, misschien heb ik het daar zelf wel verstopt met de bedoeling dat Destiny of een van de anderen het zou vinden. Donna leunt verveeld tegen een boom aan. De kans dat ze me ziet als ik het ding pak, maar ik moet weten wat het is. Als Donna even om zich heen kijkt, duik ik naar de holte en vis snel het voorwerp uit het gat. Ik voel koud metaal in mijn hand. Mijn reflexen zijn snel en ik sta weer net op tijd overeind als Donna weer naar mij kijkt. Het voorwerp, wat in een flits alleen een bronzen waas was, druk ik in mijn zak dicht tegen me aan. Donna fronst, ze vermoedt iets. Ze heeft vanuit haar ooghoeken sowieso iets gezien. Ze kijkt me aan en ik kijk dapper terug. Ik moet niets laten merken. Pas als ze haar blik weer afwendt, kan ik weer normaal ademhalen. Ze heeft zeker weten iets door, maar ze weet niet wat ik gedaan heb. Thomas kijkt ook naar me. Hij heeft waarschijnlijk wel gezien wat ik deed. Ik heb niet opgelet of hij niets heeft gezien. Kan ik hem vertrouwen en hem laten zien wat ik gevonden heb? Misschien wel, maar in ieder geval niet nu.

'Waarom is je broek vies?', vraagt Donna ineens. Ik kijk naar mijn broek. Ter hoogte van mijn knieën zitten bruine vlekken door de modderige grond.

'Ik eh...', ik heb geen idee wat ik moet zeggen.

'Ze struikelde', antwoordt Thomas zonder naar mij te kijken. Alweer helpt hij me. Donna snuift.

'Kan je je al iets herinneren of zijn we hier voor niks heen gegaan?', vraagt ze geïrriteerd. Ik schud mijn hoofd.

Untold Tales (Nederlands)Where stories live. Discover now