Nu springt hij overeind en even dacht ik ook bij hem tranen te zien, maar toen ik beter keek waren ze weg.

"Je voelt wél wat voor me, je houd van me, je bent verliefd! En ik houd ook van jou Paige, ik wil alles voor je doen, ik zal je altijd beschermen!" schreeuwt hij me toe.

Mijn woede borrelt nu op en is niet meer onder controle te houden.

"Dat is NIET waar! De dag dat je me kwam halen zei je dat je me nooit pijn zou doen, dat ik je mate bent en dat je die nooit iets aan zou doen, en wat is daarvan terecht gekomen?! NIETS! JE KNEUSDE MIJN RIBBEN EN RUG, PROBEERDE ME TE VERMOORDEN EN HEBT ME ZO VAAK OP DE GROND GEGOOID DAT MIJN HELE LICHAAM VOELT ALS EEN BEURSE APPEL!" gil ik terug.

Ook ik ben opgestaan. Mijn hoofd doet pijn en ik voel me ontzettend duizelig, maar ik sta. Dat is een begin.

"Wij zijn uitgepraat. Het is half 11, zo tegen de middag kom ik je pijnstillers brengen en iets te eten. Je bent te mager mevrouw beurse appel." gromt hij.

Met grote stappen beent hij de kamer uit en slaat de deur met een enorme klap dicht en draait die op slot. De deur trilt na van de klap, net als ik.

"En ik wil mijn hockeystick terug!" roep ik naar de dichte deur.

Gatver, Caiden is echt eng als hij boos is. En dit was nog maar gewoon boos. Het kan nog veel erger.

Ik zak terug op het bed en denk na over mijn leven voordat Caiden daarin voor kwam, en nadat Caiden daarin voor kwam. Groot verschil.

Van gelukkig en vrolijk, een innemend en verlegen meisje voor mensen die ik niet ken ging ik naar wantrouwend, bang, huilerig en onstabiel.

3 dagen geleden was ik gezond, gelukkig, had ik vrienden, ik kon sporten en ik ging naar school.

School! Ik loop nu achter, als ik dat allemaal moet inhalen ben ik een week lang bezig met huiswerk en leren voor de gemiste toetsen. Ik heb hier mijn boeken niet eens. En ik zit in het examenjaar....

Caiden wat een rotzak! Door hem ga ik mijn diploma niet halen! Zonder diploma heb ik helemaal geen kans op een toekomst.

Ik wil iets kapot gooien. Ik moet nu iets kapot maken, anders flip ik.

Ik spring op van het bed en loop naar een stel dure siervazen.

De grootste, een lelijke vaas in een bruinige kleur, ziet er breekbaar uit. Mooizo.

Voorzichtig pak ik de vaas op en klem hem stevig vast. Ik wil hem niet laten vallen, dan is de lol er wel heel snel vanaf.

Diep adem ik in en denk ik aan alle dingen die Caiden me heeft aangedaan. Met een gil van woede gooi ik de vaas kapot tegen de muur. En de volgende ook. En die daarna ook.

Gillend gooi ik alle breekbare spullen in de kamer kapot.

Zo. Dat lucht op.

Maar dit is niet wie ik ben. Dit had ik 3 dagen geleden nóóit gedaan, ik zou geen spullen van andere mensen kapot gooien tegen de muur.

Nou hoewel, Caiden verdiende het dus... Caiden zou het zelf ook doen. Lijk ik op hem?

Nee. Dit is niet wie ik ben. Ik mag zo niet worden, ik moet tot rust komen.

Als ik boos werd toen ik klein was, zei mijn vader altijd dat ik moest kalmeren voordat ik naar de situatie keek.

Omdat ik zelf te boos was om te kalmeren bleef mijn vader bij me zitten tot ik rustig was. Soms duurde dat 10 seconden, soms 10 minuten. Lang duurde het nooit.

He's The Alpha (dutch!) Unde poveștirile trăiesc. Descoperă acum