Hoofdstuk 34- dood?

3.5K 222 32
                                    


~*BELANGRIJK*~ hopelijk lezen jullie dit, anders is het moeilijk om te begrijpen. Als een vampier gedood wil worden, moet hij of zij gebeten worden door een andere vampier. Als er dan weer gif in hem of haar komt, gaat hij of zij dood. Ja? Oké. Dan kum je dit I



"Je leven is als een balletje.
Het rolt en rolt,
En dan valt het.
Kapot."

Wat heb ik medelijden met Dealorian! Waarom heeft ze niets tegen me gezegd?! En waarom heb ik niets gemerkt? Ik ben zo'n sukkel. Maar ik kan het goedmaken! Ik moet de dader vinden.
-

-Stefan-

"Ik zit vol." ik duw mijn bord met spaghetti van me af. "Ieuw, knoflook begint echt smerig te worden als je er te veel van eet"
"Knoflook ís smerig." zegt Sam.
"Denk je dat ik genoeg van dat stinkspul heb gegeten?"
Sam kijkt even bedenkelijk. Dan knikt hij. "Ja. Ja, ik denk het wel."
"En nu?" vraag ik.
"Nu gaan we James zoeken."
"En die loopt hier ergens rond?"
"Euh. Hoop ik wel."
"En wat nou als James hem is gesmeerd?"
"Dan.. Hebben we een probleem. Maar James is hier nog ergens in de buurt."
"Hoe weet je dat?"
Sam haalt zijn schouders op. "Ik ruik hem. Hij is redelijk dichtbij."
Er valt een stilte. "Spreek je Rosalie nog eens?" vraag ik terwijl ik een beetje aan het grijze wiel van mijn rolstoel pruts.
Sam kucht. "Ik
eh.. Er is iets wat je moet weten."
Ik kijk met een op ruk op. "Wat? Is er iets met haar gebeurd?!"
Sam schud zijn hoofd. "Nee, maar.." Hij zwijgt.
"Maar wat?"
"Je wordt toch niet boos als ik je het vertel?"
Ik kijk hem achterdochtig aan. "Ik ga niets beloven. Zeg op, wat is er?"
"Ik was laatst aan het jagen toen ik James geur rook.." Sam zoekt naar woorden. "We kwamen elkaar tegen toen we allebei op hetzelfde hert wilden gaan jagen. Het hert liep weg, en James en ik bleven allebei staan. Er was iets met hem, maar ik wist niet wat." Sam lijkt ver in gedachten verzonken. Ik zwijg even, maar mijn nieuwsgierigheid overwint me. "En toen?"
"James vertelde me iets. Iets over Dealorian.. En jou.. Maar ook over Rosalie. Hij.. Hij wilde me waarschuwen voor de dood van Dealorian."
Ik weet niet of ik hem moet geloven. "De dood van Dealorian?"
"Ja, ik wist niet wat hij bedoelde, maar.. Dealorian ligt in het ziekenhuis, ze was bijna gestikt."
"Ik weet het."
"Je wéét het? Je wist dat ze in het ziekenhuis ligt?"
"Ja. Rosalie kwam naar me toe." zeg ik terwijl ik even met mijn tong over mijn droge lippen lik.
"Hoe bedoel je, ze kwam naar je toe? Dat mocht toch niet van jou?" zegt Sam verward.
"Het was niet echt geplant. Maar ja, ze vertelde over Dealorian en zo."
"Hm." Sam kijkt even naar buiten. De lucht is donkergrijs en het lijkt alsof het gras minder groen is. De bomen staan triest in de tuin. Alsof ze het leven op willen geven. Hun takken hangen een beetje naar beneden, en de eerst nog zo mooie herfstbladeren liggen doods op de grond. Behalve één blaadje. Één sterk blaadje hangt nog aan de boom, afgezonderd van de rest. Het laatste blaadje lijkt een symbool van hoop. Misschien is het een goed logo voor een goed doel.
"Ben je er klaar voor?" onderbreekt Sam mijn gedachten. Ik knars even met mijn tanden. "Meer dan ooit."

-Rosalie-

"-en toen was ik eindelijk gipsloos!" roept Dealorian met glunderende ogen. "Staat sexy hè, Rose?"
"Héél erg sexy!" zeg ik. De deur gaat open en mijn moeder komt binnen. "Gaan jullie mee naar buiten? Even een frisse neus halen in het bos?"
Dealorian springt op. "Ja! Wanneer? Nu?" Mijn moeder knikt. "Papa gaat ook mee."
"Leuk! Ik pak mijn jas!" roept Dealorian ze rent naar de deur.
"Neem ook die van mij mee!" roep ik haar achterna.
Mijn moeder komt naast me zitten en aait even over mijn wang. "Hoe gaat het Rose?"
Ik kijk naar mijn handen. "Euh.. Goed?"
"Ik maak me zorgen om je." mijn moeders stem klinkt bezorgd. Ik kijk op. "Waarom?"
"Je spreekt nooit meer af met Sam of Stefan. Ik weet dat je niet vaak met mensen afspreekt, maar die twee leken wel een sterke band met je te hebben."
Ik bijt op mijn lip. Stefan.. Sam.. "Ik euh.. Stefan ligt nog in het ziekenhuis en Sam is.." ik denk heel snel na. "Druk met.. Van alles."
"Oh. Maar het gaat niet alleen daarom. Je praat ook niet meer zo veel en vrolijk als vroeger. Je bent niet meer wie je was, Rose."
"Mensen veranderen" zeg ik terwijl ik verdrietig aan Sam denk.
Dealorian komt de woonkamer weer in lopen met mijn jas in haar hand, die van haar heeft ze al aan.
"Laten we gaan!" roept ze vrolijk. Ik sta vlug op, zodat dit ongemakkelijke gevoel met mijn moeder tot een einde loopt.
"Thanks" zeg ik als ik mijn jas pak. Niet dat het nodig is om hem aan te doen, maar het zou vreemd zijn als ik in december zonder jas een wandeling ga maken. Dus beter doe ik hem aan.
"Pap?" roept Dealorian. "Kom! Ik wil gaan!"
Ik hoor de zware voetstappen van mijn vader de trap af lopen. Even later verschijnt hij in de deuropening. "Kom, laten we gaan dan!"
We lopen met zijn vieren, papa, mama, Dealorian en ik, het huis uit. Mijn moeder trekt de deur dicht. Met een klap klikt hij in het slot. Het grint knarst als we er overheen lopen. Een frisse december lucht dringt mijn neusgaten in. Gelukkig heb ik gisteravond nog even gejaagd, anders was ik misschien wel op de hertengeur afgelopen.
Mijn zusje is druk aan het kletsen tegen mijn ouders. Iets over cijfers op school en stomme leraren. Ik kijk even naar het dichtbegroeide bos waar we nu inlopen. De takken van de bomen waaien zachtjes in de wind, en werpen lange schaduwen op het bospad. Een vogeltje hupt een beetje over de dorre bladeren, op zoek naar eten. Als hij ons in de gaten krijg slaat hij zijn vleugels uit en vlucht hij naar een oude, met mos begroeide boom.
Ik mis Sam en Stefan. Ik weet het, ik heb Sam eergisteren nog gezien, maar toch. Hij liet me alles een beetje vergeten. Al het gedoe met James en Stefan. Stefan.. Mijn moeder raakte een pijnlijke snaar toen ze over Sam en Stefan begon. Je kunt haast niet raden hoeveel ik van hem hou. Ik denk de hele tijd aan hem. Aan alles, elk klein deeltje van hem. Binnen en buiten. Ik wou dat hij nu naast me liep, en mijn hand vast pakte. Ik wou dat hij zou zeggen dat alles goed kwam, dat ik me geen zorgen hoef te maken over Dealorian. Ik zucht en kijk naar mijn ouders die lachen om iets wat Dealorian zegt. Ik glimlach even naar ze. Ze zien er zo vredig en levend uit. Moet ik het ze eigenlijk ooit vertellen? Dat ik een vampier ben? Ik bedoel, het valt wel op als ik altijd rond de 17 blijf. Maar als ik het ze vertel worden ze vast bang. Ik vind het al best bijzonder dat Dealorian niet gillend is wegrent. Ik haal even diep adem. Fronsend kijk ik op. Waar ken ik die geur van? Het is een sterke geur, grote kans dat het van een man is. Opeens sper ik mijn ogen wagenwijd open. "Oh nee.." fluister ik. Met mijn ogen scan ik het hele pad en de bomen ernaast. Ik begin sneller te lopen, zodat ik bij mijn ouders loop. Dan ontmoeten mijn ogen een paar felgroene ogen.

De bezitter van de groene ogen doet een stap naar voren. James' gezicht, en zijn lichaam, verschijnt tussen de bomen door. Ik trek mijn bovenlip op en blijf met een ruk staan. Mijn ouders, die niet doorhebben dat James daar tussen de bomen staat, kijken verbaasd om. "Hé Rosalie. Wat is er?"
Mijn blik schiet snel naar mijn ouders ze staan met rode wangen van de kou op het bospad.
"Zo zo zo. Lekker aan de wandel, bloemetje?" hoor ik James' stem. Ik kijk met een kille blik naar James, die nu drie meter van mijn ouders en Dealorian afstaat. Die kijken verbaasd op, ze hadden James niet gezien. "Rot op." grom ik.
"Tuttuttut! Niet zo onbeleefd, bloemetje." hij kijkt me grijnzend aan.
"Waag het niet." grom ik.
Mijn vader onderbreekt ons boze gestaar. "Ehm.. Rosalie, meisje, moet je deze jongeman niet aan ons voorstellen?"
"Ja Rose, moet je mij niet voorstellen? Dat is wel zo aardig, toch?" James stopt zijn armen in zijn broekzakken en loopt op zijn gemak maar mij, mijn ouders en zusje toe. Ik krom mijn rug een beetje en sis. "Blijf staan, James. Waag het niet om ze aan te raken!"
James kijkt me glimlachend aan terwijl hij een stap dichterbij zet. "Moet ik nu bang zijn?"
"Je hebt erom gevraagd." grom ik terwijl ik naar hem toe loop.
"Worden je ouders dan niet bang?" James laat zijn blik langs mij heen gaan, naar Dealorian. "En jij dan, Dealorian. Vind jij het niet eng dat jou zus een-"
"Genoeg!" roep ik en ik vlieg door de lucht naar James. Ik smijt hem een tiental meters verderop tegen een oude eik aan. James komt er met een luide klap tegenaan. Ik kijk heel snel achterom en zie mijn ouders met open monden en opengesperde ogen van mij naar James kijken.
"Wat.." begint mijn moeder.
"Rosalie!" roept mijn vader bang. "Wat is er met je gebeurd? Hoe kan het dat je zo sterk bent?"
"Hahaha! Weten ze het nieteens?" buldert James. Ik draai mijn hoofd woest om. "Hou je bek!"
"Wat weten we niet?" zegt mijn moeder wanhopig en erg bang.
"Mam, laat me. Zorg dat je naar huis gaat!" zeg ik bevelend. Mijn vader doet een stap naar mijn richting. "Ik laat je hier niet achter met die.. Die jongen!"
"Achteruit." grom ik. James is ondertussen lachend opgestaan en staat nu voor mij. Hij strijkt een pluk bruin haar uit mijn gezicht. "Was dat alles wat je kon, Rosalie?"
Ik sla zijn hand van me af. "Blijf met je tengels van me af, James."
James laat zijn tanden even zien. "Wat zou je zusje ervan vinden als ik haar even zou begroeten?"
Opeens vallen alle puzzelstukjes in één. James. Hij was het! Sam is onschuldig, James stuurde de briefjes! Ik kan mezelf wel opvreten, hoe kan ik dit niet hebben gezien? James grijnst naar me en schiet dan naar mijn ouders. Hij pakt Dealorians arm vast en draait die op haar rug, Dealorian gilt. Ik kijk met een geschrokken blik naar James. "Laat haar los!" schreeuw ik terwijl ik op James afstorm. "Rosalie!" kermt Dealorian van de pijn. Ik sla James met alle kracht die ik heb van haar af. Dealorian zakt huilend op de grond. Ik ben woest op James. Mijn ogen spuwen vuur terwijl ik naar zijn puntige gezicht kijk. Opeens voel ik dat er nog iemand bij is komen staan. Sam. Ik ruik hem. "Ik zorg voor Dealorian en je ouders. Ik zorg dat ze thuis komen, Rose." hoor ik zijn kalme stem. Ik knik terwijl mijn blik nog steeds gefocust op James is. "Graag. Zorg dat ze veilig thuiskomen."
Sam tilt Dealorian in een beweging op. Ze begint te gillen. "Laat me niet alleen met Sam!" roept ze huilend. Ik voel hoe mijn hart breekt. "Lorie, je bent veilig bij hem. Vertrouw me. Pap, mam, ga met hem mee en blijf bij hem."
Mijn ouders knikken overrompelt. "Jij bent ons nog een uitleg verschuldigd.. Over dit.. Rare iets." zegt mijn vader met een trillende stem. Dan tilt Sam - hoe raar het ook is - mijn ouders op en rent hij weg. Nu zijn James en ik alleen op het verlaten bospad. James begint rondjes om me heen te lopen.
"Waarom doe je dit, James." zeg ik woedend. "Wat is hier ze leuk aan?! Mensen bang maken, vermoorden?"
"Het gaat niet om Dealorian. Het gaat om mijn lieve broertje." zegt James woedend.
Ik knipper verward met mijn ogen. "Stefan?"
"Ja die ja. Altijd was hij het lievelingetje van mijn ouders. Ik deed alles fout. Alles! Ik haatte- en nu nog steeds- hem met heel mijn hart."
"Poeh poeh. Meneer wordt emotioneel!" zeg ik sarcastisch.
"Trut." zegt James. "Het enige waarmee ik hem kapot kan maken is door jou"
"Door mij?" vraag ik verbaasd.
James rolt even met zijn ogen. "Ik weet heus wel hoe verliefd hij op je is! Door jouw zusje te doden, zal ik jouw leven verpesten, je zal misschien wel zelfmoord plegen."
James laat me even nadenken. "Klopt." zeg ik zacht.
"En doordat jij er niet meer bent, zal Stefans leven instorten." James lijkt tevreden te zijn over zijn plan.
"James, James, James.." zeg ik zuchtend. "Stefan wil me niet eens meer zien. Jouw plan is echt te dom voor woorden."
"Neuh, ik vond hem wel goed. Ik had het eerst bij Lotte geprobeerd, maar hij voelde minder voor haar dan voor jou."
Ik vernauw mijn ogen. "Dus, als ik het goed begrijp vermoord jij mensen voor Stéfan?" ik kijk hem ongelovig aan. "Man, jij moet echt naar een psycholoog."
"Nee. Lotte betekende toch niet zoveel. En die andere twee? Die waren alleen om op krachten te komen. Meestal eet ik alleen hert."
"Weetje James. Je zou misschien best aardig kunnen zijn. Als je al die mensen niet had vermoord, of willen vermoorden, had je wel oké kunnen zijn."
James kijkt heel even een beetje verward, maar kijkt dan weer met zijn typische blik. "Poeh poeh, emotioneel."
Ik draai me om en wil weglopen, maar ik voel James handen om mijn keel zitten. "Dacht het even niet." sist hij in mijn oor. "Na jouw toespraak heb ik besloten dat ik je zusje niet ga vermoorden, maar jou."
Ik sluit mijn ogen en wacht op de tanden van James.

-

En? Leuk? Stom? Zeg even waarom je het leuk of stom ofzo vindt :)

Mijn vraag: hoe denken jullie dat ik eruit zie?

x Sara

P.s. 40.000+ reads. Dafuq, echt wauw. Wat moet ik hier over zeggen? Serieus..

Little Secret (Voltooid)Kde žijí příběhy. Začni objevovat