Hoofdstuk 5

53 11 3
                                    

"We kunnen via het luik," zei ik, terwijl de grote zwarte leeuw naar de officiele ingang van de gevangenis rende. Twee grote houten deuren werden door Maltar opengebroken. Ik moest me stevig vastgrijpen aan zijn manen en hield mezelf laag tegen zijn rug.
Hij stormde de grote lange stenen trap op en brak daarna weer door een stevige houten deur heen.
We kwamen uit in de grote lange gang van het kasteel. Maltar rende hard en we zagen kasteelwachters opstaan van de grond.

"Wie is daar?!" hoorde ik ze roepen.

Maltar brulde en toen hoorde ik het geluid van zwaarden die getrokken werden.

"Pas op! Ze hebben zwaarden," zei ik hard tegen de leeuw.

"Hou je vast," gromde hij en hij besprong de kasteelwachters met zijn enorme lijf.
Zijn klauwen sloegen de mensen neer en er vlogen bloedspetters rond.

"Nee," zei ik zacht.

Maltar greep een kasteelwachter bij zijn been met zijn bek en slingerde hem meters de gang in. Hij stootte zijn hoofd tegen de muur en was in één klap dood.
Maltar brulde een paar keer en ik voelde dat we stilstonden.
Ik sprong van Maltar af en keek hem kwaad aan.

"Is dit hoe je alles doet?" vroeg ik en keek naar de dode kasteelwachters.

"Ze hebben mij opgesloten," gromde Maltar. Zijn bek zat onder het bloed en zijn poten ook.

"Je kan ze niet zomaar doden! Ik weet wat ze je hebben aangedaan, maar we zijn aan het ontsnappen. Geen wraak aan het nemen?" zei ik.

Maltar liep langzaam op me af. "Ik dacht dat je me wel begreep. Dit leven gaat om overleven. Denk je niet dat je lieve vadertje zijn leger er niet op uit gaat sturen om mij te doden? Mensen haten het magische leven dat de wereld heeft. Je moet stoppen met naiëf zijn en je ogen openen. Het gaat om meer dan alleen wraak. Het gaat om een eerlijk leven," zei hij.

Plots klonken er rennende voetstappen aan het einde van de gang.

"Ze komen," zei Maltar.

Ik keek even achterom naar het einde van de gang. De voetstappen kwamen dichterbij.

"Wil je hier soms blijven?" gromde Maltar en toen klom ik snel op zijn rug. Misschien had hij wel gelijk.

"Er is een zijgang die leidt naar de kasteeldeur," zei ik en Maltar volgde de route die ik hem gaf.
Zittend op een rennende leeuw voelde onwerkelijk.
Ik vond Maltar een indrukwekkend wezen en hij was interessant door hoe hij zijn leven leidde en hoe hij dacht over bepaalde dingen.

Toen we bij de kasteeldeur aankwamen stonden er een aantal wachters met zwaarden met elkaar te praten.
Ze keken op toen Maltar aankwam.
Hij brulde naar hen en vloog ze aan.
Een van de wachters zag mij en keek verbaasd.

"Prinses Lena?" zei hij hardop en plots greep Maltar hem bij zijn arm en trok hem naar de grond. Ik hield me stevig vast en Maltar versloeg binnen enkele minuten alle wachters.
Toen viel me op dat zijn linkerpoot geraakt was door een van de zwaarden.

"Je bent gewond," zei ik en Maltar brak de deur open.

De frisse lucht van de nacht voelde heerlijk. Maltar rende over het kasteelplein heen de stad in.
Mensen die nog op straat waren raakten in paniek en sloegen alarm.
Maltar trok zich er niks van aan.

"Prinses! Hij heeft de prinses!" hoorde ik het volk schreeuwen.
Onze weg naar de kasteelmuur om Catador te verlaten werd hevig.
Mannen met bijlen, harken en messen probeerden Maltar aan te vallen. De leeuw brulde naar hen en doodde een paar mannen. Maar ze waren met teveel. Ondertussen waren de soldaten op paarden achter ons aangegaan.

"Het zijn er teveel!" riep ik en plots vloog ik van Maltars rug af.
De leeuw werd in zijn achterpoot gestoken en ik hoorde hem brullen van de pijn.
Een paar vrouwen pakten me vast en wilden me wegtrekken.

The Sword of Starlight✅Where stories live. Discover now