Hoofdstuk 39

25 5 2
                                    

Jonas trok zijn zwaard en Maltar liep vooruit. We volgden hen zo stil als we konden.
Er leek geen einde aan de tunnel te komen, totdat er eindelijk licht te zien was.
We liepen de tunnel uit en stonden voor een stenen muur. Er was links en rechts een pad dat de hoek om ging.
"Welke kant gaan we op?" vroeg Stef.
Maltar rook in de lucht en keek ons aan. "Beide kanten ruiken hetzelfde," zei hij.
"Laten we opsplitsen," stelde Jonas voor.
"Dat is een slecht idee," zei Stef.
"Mee eens," zei Maltar. "We kennen deze plek niet, dus bij elkaar blijven is de beste optie,".
Ik keek naar links en rechts en besloot naar rechts te lopen.
"Amara, wat doe je?" hoorde ik Maltar zeggen.
"We moeten een kant kiezen en we hebben geen tijd te verliezen," zei ik en bleef doorlopen.
Iedereen volgde me en toen we de hoek om liepen zagen we dat het brede pad zich weer opsplitste. Aan elke kant stonden stenen muren.

"Dit is een doolhof," zei Aveline zacht.
"Waar heeft Lunawyn me heen gestuurd?" zei ik zachtjes in mezelf.
Toen hoorde ik een zacht gesis en aan Maltar en Lura's reactie te zien hoorden zij het ook.
De ruiters die mee waren stonden paraat en Stef pakte zijn boog.
Ik pakte mijn zwaard en Maltar gebaarde dat we dicht tegen de muren moesten blijven.
"Welke kant gaan we op?" vroeg Lura zacht.
"Links," zei Maltar en we liepen langzaam weer de hoek om.
Mijn hart bonkte razendsnel. Wat konden we verwachten?
Weer hoorden we het gesis en deze keer hoorden we ook iets over de grond glijden.
"Het is dichtbij," zei Maltar en hij keek Jonas aan.
"Wij blijven naast uw zijde," zei Rayon en de centaursoldaten bleven bij mij in de buurt staan.
"Mannen, sta klaar voor een mogelijke aanval," beval hij zijn ruiters en de mannen knikten.
We keken naar het einde van het pad waar zich opnieuw een splitsing bevond. We hoorden iets uit die richting komen.

Plots gleed er een reuzachtige slangachtig beest de hoek om en keek ons aan. Het had de kop van een draak, glinsterende schubben over zijn hele lichaam, een gevorkte tong en twee grote hoektanden.
De wyrm siste en ik zag dat zijn tanden onder oud bloed zaten. Dit monster vrat iedereen op die in de doolhof kwam.
Maltar en Lura transformeerden onmiddelijk in hun leeuwengedaante en brulden naar de wyrm.
Het beest brulde en Jonas zijn ruiters vuurden pijlen af op zijn kop.
Velen doorboorden de schubben, maar toch het beest gleed op ons af.
De grond was een en al modder, dus de wyrm was snel.
Ik begon te rennen. De centauren bleven bij me en vuurden ondertussen pijlen op het beest af.
"Ren!" riep Maltar en we renden weer terug de hoek om.
Iedereen rende zo hard al die kon, terwijl we het geluid van de wyrm steeds harder achter ons aan hoorden komen.

"Welke kant?" riep Aveline toen we een ander pad zagen.
"Dit is een doolhof. Natuurlijk raken we verdwaald," merkte Stef op en ik keek achter ons. De wyrm kwam eraan.
"Gewoon rennen," riep ik en we sloegen het pad in. We bleven rennen door het hele doolhof heen en door de modder gleden een paar van ons soms uit.
De ruiters van Jonas die achteraan renden werden gepakt door de grote wyrm. Hij hapte de rompen van hun benen af en de overgebleven ledematen lagen nog bloedend op de grond.

Op een gegeven moment renden we de zoveelste hoek om en zagen we voor ons een oude stenen stad staan.
We renden zo snel als we konden naar de oude stad toe en ik keek achter me. Waar was dat beest?

Het was een ruïne, maar er stonden nog een paar stenen huizen. Althans zo leek het.
Maltar en Lura renden voorop en doken een huis binnen.
Het was ruim genoeg voor ons allemaal en iedereen probeerde op adem te komen.
Ik keek Jonas aan.
"Het spijt me dat je mannen...," maar ik kon mijn zin niet afmaken.
"Als we dat beest niet afmaken zijn ze niet voor niets gestorven," zei Jonas en ik was even stil.
"Kom met een plan dan. Hoe gaan we tegen zo'n grote slang vechten? Amara heeft haar krachten niet eens," zei Stef en ik keek hem aan.
"Sorry, ik bedoel dat," stotterde Stef, maar ik onderbrak hem.
"Ik begrijp wat je bedoeld. Helaas is de realiteit dat mijn krachten niet volledig zijn en ik dus niet weet of ik het kan opnemen tegen dat beest," zei ik.
"Je vergeet dat wij gedaantewisselaars zijn," zei Lura. De witte leeuwin keek ons allen aan.
"Wij zijn geboren om zulke monsters te verslaan," zei ze. "Wij zijn nu een troep,".
"Lura heeft gelijk," zei Maltar en hij schudde zijn zwarte manen.
"We zijn jagers en jagers lokken hun prooi in een val," ging hij verder.
"Een verrassingselement. Ik hou daar wel van," merkte Jonas op.

Toen hoorden we een luide brul en Aveline liep naar een raam toe.
"Hij komt eraan," zei ze en ik keek naar Maltar en Jonas.
"Hebben we een plan?" vroeg ik.
Maltar keek Jonas aan.
"Ik zorg voor afleiding," zei Jonas en Maltar knikte.
"Dan vallen wij van achteren aan. Maak gebruik van de stad," reageerde Maltar.
"Jij blijft hij Rayon," zei hij daarna tegen mij.
"Doe voorzichtig," zei ik snel en kuste zijn kop.

Jonas en zijn ruiters renden het huisje uit en Aveline zei dat de wyrm al bijna hier was.
Maltar, Lura en Stef gingen via een achteruitgang het huisje uit.
Rayon en zijn centauren bleven bij mij, net zoals Aveline ook deed.

De wyrm gleed de stad in en ik zag zijn grote geschubde lijf langs het huisje waar wij in zaten bewegen. Ik bleef doodstil en hoorde toen ineens luid geschreeuw buiten.
Jonas en zijn ruiters hadden zichzelf verspreid verstopt in de stad en lokten door middel van geschreeuw en het vuren van pijlen het beest door de oude stad heen.
Maltar, Lura en Stef slopen achter de wyrm aan en wachtten tot het juiste moment om aan te vallen.
Ik wilde het zien dus ik liep het huisje uit.
"Amara! Wat doe je? We moesten hier blijven," zei Aveline en Rayon achtervolgde me meteen.
"Uwe majesteit, alstublieft blijf binnen," zei hij en ik schudde mijn hoofd.
"Ik moet zien of het goed gaat," zei ik en liep door de oude straten heen van de stad.
Jonas had de wyrm al aardig ver door de stad heen gelokt. Zijn ruiters vuurden pijlen af en de wyrm brulde. Hij greep een ruiter bij zijn hoofd en slingerde hem de lucht in. Daarna opende hij zijn bek en de in de lucht geslingerde ruiter viel erin.
Toen zag ik Maltar en Lura van achteren op de rug van de wyrm klimmen. Hun nagels doorboorden de schubben en het slangachtige beest begon wild heen en weer te bewegen. Ik zag dat de leeuwen het moeilijk hadden om op het beest te blijven, dus ik rende hun kant op.
Ik trok mijn zwaard en hoorde het galop van Rayon en de centaurwachters achter me aankomen.
Ik stond vlakbij het puntje van de staart en zonder na te denken hakte ik deze er met mijn zwaard af.
De wyrm maakte een krijsend geluid en draaide zich naar me om.
"Amara!" hoorde ik en de wyrm kwam met zijn kop dichterbij.
Ik probeerde mijn krachten weer te voelen en stak mijn armen vooruit. Ja! Ik voelde het.
De krachten in mij vuurde ik op het beest af en ik hield zijn kop tegen voordat hij me wilde bijten.
Hij probeerde met zijn kop dichterbij te komen en ik voelde hoe sterk hij was.
Mijn krachten... langzaam voelde ik mezelf uitgeput raken en mijn krachten verloren de druk. De kop van de wyrm schoot naar voren en ik rolde net op tijd weg toen hij me bijna te pakken had.
Rayon sloeg met zijn zwaard een diepe snee op de kop van de wyrm.
Maltar en Lura klommen ondertussen verder en waren bijna bij de kop van het beest.
Ik kroop snel overeind en rende onder het wild bewegende lichaam van de slang door.
Ik keek om me heen en zag Stef boven op een oude stenen toren staan. Hij vuurde zijn pijlen af en één raakte net een oog. De wyrm brulde en sloeg met zijn staart de toren kapot waar Stef op stond.
"Nee!" hoorde ik Aveline gillen.
"Stef!" riep ik en rende naar de toren.

Doordat de wyrm zo wild bewoog vloog Lura van zijn lichaam af. De witte leeuwin viel met een harde plof op de grond.
Alles leek in duigen te vallen.
Ik keek naar Maltar en zag dat hij de kop had bereikt. De wyrm schudde met zijn kop, maar Maltar was sterk.
Hij dook bovenop de neusvleugel van het beest en boorden zijn klauwen in de kop.
De wyrm probeerde hem te bijten, maar Maltar krabte toen zijn andere oog kapot. Daarna liet Maltar zich zakken naar de kaken van het beest en terwijl hij zich daar aan vast hield bungelde hij hoog boven de grond.
"Maltar!" riep ik bang.
Ik zag hoe hij met slechts één harde beweging toen de kaak lostrok van de kop. Maltar viel naar beneden en het bloed spoot rond. De onderkaak van het beest hing aan een draadje huid nog vast aan de kop, maar het beest viel op de grond neer.

 De onderkaak van het beest hing aan een draadje huid nog vast aan de kop, maar het beest viel op de grond neer

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
The Sword of Starlight✅Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu