Hoofdstuk 1

187 15 12
                                    

Jaar 3419

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Jaar 3419

"Prinses Lena, ik heb uw jurk voor vanavond," zei de dienstmeid genaamd Kyra. Ze kwam mijn kamer binnen met een lichtblauwe jurk.

"De kleur zal u goed staan met uw huid," reageerde Kyra toen ze me zag zitten op mijn bed.

Ik keek naar de jurk en besefte me wat voor dag het was. Ik zou gaan trouwen met de prins van Trivah, het mensenrijk aan de andere kant van de oceaan. Trivah was een prachtig land met vele eilanden, maar mijn hart zei me dat dit niet juist was.

De prins van Trivah, Jonas, was heel aardig, maar ik voelde niks voor hem. Ik kende hem eigenlijk niet eens. Wat vond hij nou leuk? Wat was zijn favoriete lied?
Ik wist niks.

"Uwe majesteit?" zei Kyra en ik werd wakker uit mijn gedachtes.

"Sorry. Ja. Hele mooie jurk," antwoordde ik en stond op.

Ik bekeek de jurk van dichtbij en pakte het aan.

"De koning en koningin zullen het prachtig vinden," vertelde Kyra verder en ze klonk blij.

"Hey? Gaat het?" vroeg ze toen.
Ik keek haar aan.

"Wat vind je van Jonas?" vroeg ik.

"De prins van Trivah? Hij ziet er heel goed uit vind ik. Hoezo vraagt u dat majesteit?" antwoorde Kyra en ik zag dat ze het ongemakkelijk vond.

"Nee gewoon," zei ik en even later had ik de jurk aan.

Ik bekeek mezelf in de spiegel en de jurk stond me echt mooi. Helaas was de gedachte er achter minder fijn.

Ik liep de koninklijke trappen af en zag mijn moeder staan. Ze leek emotioneel te zijn en ik glimlachte zwakjes naar haar. Ik had haar weleens gezegd dat ik niet met Jonas wilde trouwen, maar ze bleef volhouden dat mijn vader, de koning van het mensenrijk Catador, er heel erg blij mee zou zijn, omdat een bondgenootschap met Trivah heel gunstig was voor de welvaart van het land. Dus het was niet voor mij, maar voor het volk. Maar goed, dat was het leven van een prinses.

Mijn moeder omhelsde me en gaf me twee kussen op mijn wang.

"Lena, mijn liefste. Je bent prachtig," reageerde mijn moeder.

"Je mooie bruine krullen en je prachtige groene ogen," complimenteerde ze door. Prins Jonas is al in het kasteel,".

Ik deed alsof ik blij was en volgde mijn moeder naar de balzaal. Kyra bleef altijd in de buurt voor als er iets mis ging.

In de balzaal stonden veel mensen naast de gouden loper die tot aan de tronen gelegd was.
Mijn vader zat op een van de tronen en stond op toen hij mij zag.

Er werd muziek gespeeld en ik liep samen met mijn moeder naar mijn vader toe. De mensen klapten en juichten. Ik zag jonge vrouwen naar me staren en werd er ongemakkelijk van.
Mijn moeder zei altijd dat alle meisjes mij wilden zijn. Prinses zijn was een droom.
Voor mij niet. Ze moesten eens weten.

"Mijn prachtige dochter," groette mijn vader en ik nam plaats op mijn troon. Dit zei hij ook alleen maar om te laten zien dat hij een leuke vader was, want normaal deed hij niet zo. Zeker niet bij mij.
Mijn moeder zat tussen mijn vader en mij in.
Ze keek me even aan.

"Ik weet wat je denkt, maar zo erg is het ook weer niet. Kijk naar de mensen. Al die jonge vrouwen die jou willen zijn. Jouw leven is waardevol en kan veel betekenen voor veel mensen. Jonas zal goed voor je zorgen. Geniet van vanavond en gedraag je," fluisterde ze en keek weer strak voor zich uit.

Wat dacht zij wel niet? Mijn handen begonnen langzaam te zweten en mijn wangen werden warm.
Ik voelde de woede in me koken, maar ik hield me rustig.

Een paar minuten later zag ik Jonas de zaal binnenkomen met zijn ouders. De koning en koningin van Trivah waren geen aardige mensen. Dit wist ik omdat ik als kind een keer zag hoe zij een oude man vernederde in het bijzijn van zijn vrouw en kinderen. Ze lieten hem opsluiten, omdat hij te laat was met belasting betalen. Zulke wrede mensen.

Zoals gewoonlijk groetten mijn ouders hen en Jonas kwam op mij afgelopen.
Hij kuste mijn hand en keek me aan.

"Ik hoop dat je zin in deze avond hebt," zei hij en ik keek naar zijn gezicht.

Ik had hem al jaren niet gezien en zag dat hij een echte man geworden was.
Hij was aantrekkelijk door zijn egale huid, lange wimpers en strakke kaaklijn, maar ik voelde het gewoon niet.

Mijn vader stond op toen de familie van Jonas plaats nam in de zaal. Iedereen werd stil.

"Welkom allemaal! Vanavond heb ik een verrassing voor iedereen. Het is een troffee die ons land nog groter maakt dan het al is. Aanschouw: onze gedaantewisselaar," riep mijn vader en een aantal soldaten kwamen binnen met een kar waar een paal op stond.
Er zat een man aan geketend. Hij had donker haar, helder blauwe ogen en was erg gespierd. Hij had littekens over zijn lichaam. Het leken wel littekens van klauwen. Grote klauwen.
Ik stond op door de verbaasdheid en mijn moeder trok me terug in de stoel.

"Blijf zitten," zei ze en ik keek toe hoe de geketende man de zaal in werd gereden en voor de trappen voor onze tronen werd stilgezet.
Mijn vader liep de trappen af en keek naar de man.
Hij zag er kwaad uit.

"Ben ik nu een show voor je?" vroeg de man hard en gromde.

"Laat ons zien wie je echt bent, gedaantewisselaar," riep mijn vader naar hem.

"En dan wat? Zodat je je volk kunt laten zien hoe machtig je bent? Ik zal nooit voor jou vechten! Nooit voor dit vieze schofterige mensenland van je," riep de man en plots stompte mijn vader hem in zijn gezicht met zijn vuist. Iedereen schrok van de plotse klap die gegeven werd.

"Durf nog eens zo te praten tegen jouw koning," zei mijn vader streng.

"Jij bent mijn koning niet. Ik buig voor niemand!" was de reactie van de gedaantewisselaar.

Het was doodstil in de zaal.

"Haal hem hier weg!" riep mijn vader en ik merkte dat hij op zijn tenen was getrapt. Mijn vader was een ingewikkelde man. Men vond hem arrogant en hebzuchtig.
Over zijn hebzucht gesproken, mijn vader was erg rijk en verborg zijn schatten en goud ergens in het kasteel. Zelfs ik wist niet waar het lag. Hij was erg gesteld op zijn rijkdommen en daarom wist ik ook dat ik niet zoveel aan hem had. Hij was er nooit voor me. Hij was niet de vader die me het advies gaf wat mijn moeder niet kon geven. Hij was niet de vader met wie ik altijd kon lachen. Hij was alleen maar bezig met zichzelf.
Het volk leed er ook onder, maar niemand durfde erover te spreken.
Het was ook niet zo heel erg, maar het kon altijd beter.

 Het was ook niet zo heel erg, maar het kon altijd beter

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
The Sword of Starlight✅Where stories live. Discover now