Hoofdstuk 32

20 5 0
                                    

Een aantal wachters van Agotta maakten een wagen klaar waar twee grote paarden voor stonden.
"Je durfde wel," zei Maltar en sloeg een arm om me heen.
Hij keek me aan en ik glimlachte. Hij kuste me en ik streelde zijn wang.
"Ik ben blij dat je me vertrouwde," zei ik dankbaar en Maltar knikte.
"Je bent een koningin nu en je word moeder. Natuurlijk vertrouw ik je," zei hij en ik glimlachte.
"Hoe heette het land waar de gedaantewisseaars vandaan kwamen?" vroeg ik.
"We hadden niet echt een land voor onszelf. Vroeger waren al deze landen namelijk één met elkaar. Het heette Aderia. Totdat de mensen kwamen," vertelde Maltar. "Hoezo vraag je dat?"
"Als we terug zijn in het Land van de Maan dan wil ik het Aderia noemen," zei ik.
"Ik voel me vereerd, maar waarom zou je dat doen?" vroeg Maltar nieuwsgierig.
"Zonder jou stond ik hier nu niet. Je had me kunnen achterlaten in Catador, maar je stelde zelf voor dat jij mijn uitweg zou zijn. Zonder jou," antwoordde ik, maar Maltar onderbrak me met een zoen.
"Je bent bijzonder," zei hij en ik lachte.

Even later stapten we de wagen in en één van de wachters ging met ons mee om de paarden te begeleiden.
We vertrokken uit Agotta en de reis was enorm lang, al waren de paarden wel sneller dan een normaal paard.

Tijdens de reis sliepen we veel, want iedereen was moe. Aveline hield me in de gaten, want mijn buik begon steeds groter te worden.
"Het gaat sneller dan een normale zwangerschap," zei Aveline toen we nog geen dag reizen van het Land van de Maan vandaan waren. Het zou nog een goede 10 uur duren voordat we er waren.
Het was een regenachtige avond en de hoeven van de paarden waren overduidelijk te horen in het modderige pad.
"Dus de baby kan sneller komen?" vroeg Maltar.
Aveline legde haar handen op mijn buik en Kyra hield mijn hand vast.
"Ja. Ik denk dat het komt door de oorlog. Je hebt enorm veel magie gebruikt en dat gaat ten koste van de baby," zei Aveline.
"Ten koste?!" vroeg Maltar en ik hoorde paniek in zijn stem.
"Ik bedoel niet dat de baby dood kan gaan, maar het wil er nu sneller uit. Het groeiproces is versneld," vertelde Aveline en keek me aan.
"Hoe voel je je?" vroeg ze.
"Prima. Gewoon normaal," zei ik rustig.
"We zijn bijna in het Land van de Maan," zei Stef.
"Ik ga het Aderia noemen," zei ik.
"Dat is een mooie naam," zei Kyra en de rest was het daarmee eens.
"Je bent een koningin nu. Jij kan dat gewoon als je dat wilt," lachte Kyra en ik moest ook lachen.
"Het voelt zo gek," zei ik. "Dit. Maar ook zo goed. Ik kan niet geloven dat we dit allemaal hebben meegemaakt. Stef en Aveline," Ik keek de twee aan.
"Orla krijgt een prachtige herdenkingsplek in Aderia. Jullie mogen de plek uitzoeken," zei ik en Aveline pakte dankbaar mijn hand.
Stef ging bij me zitten en glimlachte.
"Dat is lief en dat waarderen we," zei Stef.

"Kyra. Ik ben blij dat jij hier bent," zei ik. "En jij ook David,".
De twee verliefde tortelduifjes glimlachten.
"Lura," zei ik en ze keek me aan.
"Jullie zijn altijd welkom in Aderia. Dit wil ik en mijn moeder zou dit ook gewild hebben," zei ik en Lura waardeerde het.
"Normaal hou ik niet van mensen, maar ik denk dat ik er nu wel een paar mag," zei ze en we lachten.

"We zijn er," zei Stef en ik zag door het raam het paleis van mijn moeder staan. Het was nu van mij.
De wagen reed door de stad heen en ik zag alle burgers ons aankijken. Toen hadden ze door dat ik er in zat en ze begonnen onze wagen te volgen.
Aveline lachte en zwaaide naar een paar kinderen.
"Dit is wauw," zei Stef vol bewondering.
De wagen reed het plein op voor de grote deuren van het paleis.
Maltar stapte als eerste uit en hield de deur voor me open. Ik voelde hoe de ochtendzon op mijn huid scheen en zag alle burgers op het plein staan. Ook de centauren stonden klaar. Twee kwamen naar me toe.
"Koningin Amara, welkom thuis," zeiden ze.
"Dank je wel," zei ik en werd een beetje emotioneel.
"Koningin Amara!" riep één van de centauren en de burgers knielden voor me neer. Ik kon het niet geloven, maar ik was een koningin nu. Ik had een land en burgers waar ik voor moest zorgen. Dit was een grote taak, maar toch voelde het alsof ik er klaar voor was.
"Sta alstublieft op, allemaal," begon ik en de iedereen keek me aan.
Het volk stond op en wachtte af wat ik ging zeggen.

"Ik ben jullie dankbaar voor zo'n mooi en warm welkom," begon ik en keek rond. Vaders, moeders en kinderen. Ze zagen er allemaal zo aardig uit.
"Koningin Reya, mijn moeder, mijn echte moeder, stierf tijdens de strijd. Maar ze stierf als een heldin. Ze vocht. Samen met haar soldaten. Samen met de andere koningen. Zoals een koningin hoort te doen. Ze is een heldin en zal voortleven in onze verhalen die we vertellen aan onze kinderen. En zij weer aan hun kinderen," zei ik en voelde een traan over mijn wang glijden.
Ik knipperde.
"Een koningin moet ook staan voor haar eerlijkheid. Een aantal dagen geleden waren we in Agotta, omdat ze dacht dat ik een bedreiging zou vormen. Wij vochten allemaal tegen het kwaad om ons allen te beschermen tegen een kwaadaardige wereld waar onze kinderen uiteindelijk van zouden moeten proeven. Agotta is bang. Bang voor het onbekende en dus bang voor mij. Voor ons. Voor wat wij kunnen, voor wat wij zijn en voor wat wij staan," zei ik vol vertrouwen.
Het volk begon te knikken en hoorden hen het eens zijn met mij.

"Het Land van de Maan staat voor de vrijheid tussen mens en magie. Een plek waar iedereen welkom is. Aderia was ooit ook zo'n plek. Ik zal vechten voor wat mijn moeder altijd wilde. Wat haar ouders, mijn grootouders, altijd hadden gewild. Dit land zal hernoemt worden naar Aderia. Het land waar ook de gedaantewisselaars kunnen samenleven met anderen," zei ik en keek Maltar en Lura aan.

"Voor Aderia!" riepen de centaursen en het volk herhaalde het.
"Voor Aderia!" riep ik.

Drie dagen later...

"Auw!" gilde ik en begon hevig adem te halen.
"Amara! Wat is er?!" vroeg Maltar toen op de grond zakte. Ik wilde net uit bed stappen, maar een pijnlijke kramp schoot door mijn rug heen. Maltar kroop uit bed en knielde naast me neer. Hij legde zijn hand op mijn rug.
"Maltar," zei ik zacht. "Haal Aveline,".
Maltar knikte en rende de kamer uit.
Kyra snelde de kamer in en zag me op de grond zitten.
"Komt de baby?!" vroeg ze geschrokken en ze hielp me op het bed zitten.
"Ik denk het!" riep ik uit van de pijn.
"We moeten je ademhaling onder controle houden," zei Kyra. "Doe met me mee. Adem in en adem uit,".
Ik greep naar mijn buik en voelde mezelf warm worden. Het zweet droop over mijn gezicht.
"Amara! Ik ben er!" riep een bekende stem en Aveline rende de kamer binnen.
Ze voelde aan mijn gezicht en legde haar andere hand op mijn buik.
Ik begon steeds waziger te zien.
"De baby komt," zei Aveline en keek Maltar snel aan.
"Kan je wat doeken en een teil water halen?" vroeg ze snel en Maltar knikte.
"Amara, jullie kindje komt er aan. Het is belangrijk dat je dit onthoud, want wat je gaat voelen wordt heel intens," zei ze.
"Dit maakt me niet minder paniekerig," zei ik. "Wat gebeurt er met me? Ik voel me zo... zo..," zei ik, maar ik had geen energie meer om wat te zeggen.
Langzaam hoorde ik Aveline's woorden vervagen. Ik sloot mijn ogen.

The Sword of Starlight✅Where stories live. Discover now