Hoofdstuk 57

12 4 0
                                    

De weg naar het Lorthren vloog ik zo snel als ik kon

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

De weg naar het Lorthren vloog ik zo snel als ik kon. De wind onder mijn vleugels voelde vertrouwd en heerlijk aan. Vliegen was indrukwekkend en ik had medelijden met alle wezens die dat niet konden.
De leeuwen en de wolven vonden zichzelf heel wat, maar een havik zijn had pas echt een titel.

Terwijl ik over de bossen van het Wilde Woud heen vloog besloot ik een pauze te nemen. Ik daalde neer en vond niet veel later zoete roze bessen in de struiken. Als havik had ik een goed instinct. Ik wist precies wat giftig was en wat niet.

Na het eten keek ik naar de rivier die voor me lag. Het water stroomde zachtjes en ik wilde een bad nemen.
In mijn menselijke gedaante stapte ik de rivier in en voelde het koude water tegen me aan stromen. Ik raakte er snel aan gewend en waste mijn lichaam met mijn handen.
De zonnestralen schenen op het water, waardoor het glinsterde.

Het Wilde Woud was prachtig en rustgevend. Misschien wilde ik hier wel uiteindelijk gaan rondtrekken. Land verkennen en nieuwe culturen ervaren. Ik hield van Ina, maar ik was het zat om haar slaaf te zijn.
De enige reden dat ik ermee instemde om rond te vliegen was omdat de wereld in gevaar liep. Blijkbaar ook voor de dochter van Maltar. Half mens en half leeuwin. Zij zou nog een grote rol kunnen spelen in de toekomst.
Nog nooit was er een mens met een leeuw gegaan. Nog nooit was er daaruit ook een baby uit voortgekomen.
Wanneer de tijd daar zal zijn zal ik er voor haar zijn.

Toen hoorde ik een zacht geritsel in de struiken en draaide me snel om.
Met mijn blik gleed ik langs elk blad, maar toen besefte ik me dat het ook een dier kon zijn.
Rustig keek ik weer naar het stromende water, dat scheen als glinsterende diamanten.
Plots hoorde ik het geluid van de ritselende bladeren opnieuw.
Razendsnel klom ik de oever op en sloop op het geluid af.

"Wie is daar?" vroeg ik dreigend. "Laat jezelf zien,".

Het geritsel ging verder.

"Ik ben van de havikstam. Met mij wil je geen ruzie," zei ik dreigend in de hoop dat ik antwoord zou krijgen. Langzaam veranderde ik in mijn havikgedaante. Ik spreidde mijn vleugels en was klaar om aan te vallen.
Hoe dichterbij ik kwam hoe sterker ik de geur van mensen rook.

"Sorry! Sorry!" hoorde ik de struik zeggen en verbaasd bleef ik staan.

Een man van ongeveer 50 jaar kroop uit de struiken.

"Ik was u echt niet aan het bespieden," riep hij en zag er bang uit. "Eet me niet op, prachtige vogel,".

"Ik ben geen vogel, maar een havik," zei ik geïrriteerd.

"Dat is toch hetzelfde?" zei de man.

Ik zuchtte en deinsde achteruit. De man stapte de struiken uit en liet zien dat hij niks in zijn handen had.

"Prima. Bespieden is hetzelfde als het stiekem staren naar een naakte vrouw," zei ik en zag in de verte een paard en wagen staan.

De man lachte ongemakkelijk. "U kunt de ogen van een man toch wel begrijpen?" zei hij en krabte achter zijn oor.

"Wat vervoer je daar?" vroeg ik terwijl ik naar de wagen keek.

"Ehm.. Linnen en wol," antwoordde hij.

"Als je het wilt goedmaken wil ik een lap stof," zei ik en wees met mijn grote vleugel naar de kar. De man knikte en we liepen naar de wagen toe.

De man pakte lange lap roze stof en bood me deze aan.

"Heb je geen andere kleur?" vroeg ik, want ik vond roze geen mooie kleur.

De man schudde zijn hoofd en ik pakte de lap stof met mijn snavel aan.

"Draai je om," zei ik en de man deed wat ik hem zei.

Langzaam verdwenen mijn veren en veranderde ik terug in een mens.
Ik bond de lap stof om me heen zodat het er als een jurk uit zag.

"Waar ligt Lorthren?" vroeg ik.

"We zijn dichtbij. Het is voorbij dit bos," antwoordde de man.

"Ik moet daarheen," zei ik.

"Ik kan u wel brengen. Dat ben ik u verschuldigd, mevrouw de vogel," zei hij zo beleefd mogelijk.

Ik knikte en we gingen op de wagen zitten. De man had een zweep in zijn hand en gaf een tik op het achterwerk van het paard. Het dier begon te lopen.
Ik had beter kunnen vliegen, dacht ik, maar ik kon het waarderen dat deze man me bracht. Daarnaast moest ik anders kleren vinden in de stad. Misschien was dit dus wel de manier hoe het had moeten lopen.

"Mevrouw de vogel, als ik vragen mag, wat voor zaken heeft u in Lorthren? Ik heb nog nooit iemand zoals u gezien," zei de man.

"Noem me maar gewoon Ilya," zei ik.

"Ilya, mooie naam. Mijn naam is Middas," reageerde hij.

"Oke," zei ik kortaf en keek naar de bomen die we passeerden.

"Kan je paard niet wat harder lopen? Rennen misschien?" vroeg ik.

"Een ongeduldig typetje hé? Waarom heeft u zo'n haast?" vroeg hij lachend.

"Een bemoeial hé? Dat zijn mijn zaken," zei ik om hem stil te krijgen.

"Sorry," zei hij. "Ik snap het. Ik ben ook heel nieuwsgierig. Mag ik dan wel weten hoe u kunt veranderen in een grote vogel?".

"Omdat ik een gedaantewisselaar ben. Nooit in de geschiedenisboeken gelezen?" vroeg ik.

"Helaas is kennis niet voor iedereen weggelegd. Ik ben maar een koopman. Een man van de markt. Waar ik nu weer naartoe ga. Elke dag reizen naar verschillende steden en dorpen om linnen en wol te verkopen," vertelde hij.

"Dan maak ik je hierbij wat wijzer," begon ik en vertelde hoe de gedaantewisselaars Agotta beschermden en hoe zij hen verraden had.
Ik vond het leuk om het te vertellen en toen besefte ik me diep vanbinnen dat het belangrijk was wat ik deed. Ondanks ik als een postduif heen en weer moest vliegen was iedereen afhankelijk van elkaar. De mens en de duistere magie waren samengesmolten en wij moesten dat tegenhouden.

De wereld had ons nodig en ookal had ik een diepe haat voor Agotta wij hadden de wereld ook nodig om in vrede te kunnen leven. Vrede dat nu van ons af werd gepakt.

Uiteindelijk verlieten we het Wilde Woud en voor ons strekte een savanne landschap uit. Het gelige gras zag er eerder uitgedroogd dan gezond uit, maar de rivier gaf het gelige uitzicht een blauwe tint. Kleine konijnen knaagden aan de grasstengels en schoten weg toen onze kar voorbij reed.
"Daar," wees Middas naar een fort in de verte waar bergen achter lagen. "Lorthren,".

The Sword of Starlight✅Where stories live. Discover now