Hoofdstuk 77

8 3 0
                                    

We volgden de groep soldaten op een ruime afstand en kwamen steeds dichterbij de muur

Hoppla! Dieses Bild entspricht nicht unseren inhaltlichen Richtlinien. Um mit dem Veröffentlichen fortfahren zu können, entferne es bitte oder lade ein anderes Bild hoch.

We volgden de groep soldaten op een ruime afstand en kwamen steeds dichterbij de muur.
Mira adviseerde me om ons nog even stil te houden.
Het was ongelofelijk om met de beesten samen te werken. We verstopten ons in de hoge struiken op een aantal tientallen meters afstand van de poort van de muur vandaan.

Plots hoorden we een hard geluid wat klonk als een hoorn.

"We moeten dichterbij komen," zei ik, maar Mira hield me tegen.
"Wacht," begon ze. "Dit zijn ongeveer vier tot vijf duizend soldaten,".

We zagen hoe de soldaten de muur op gingen en hoorden hoe de bevelen werden uitgedeeld.
"Boogschutters, klaar?! Vuur!" hoorde ik en er vlogen pijlen door de lucht.

"De muur wordt nu aangevallen," zei ik, maar Mira gebaarde nog steeds dat we moesten wachten.

Voor de poort stond een groot leger met half demonsoldaten klaar. Ook stonden er demonen tussen die er net anders uitzagen. Ze hadden scherpe zwarte klauwen, hun volledige gezicht was getransformeerd, droegen geen harnas en leken ook groter te zijn dan de half-demons.
Mijn vader moest aan de andere kant van de muur zijn. Ik moest hem helpen! Ik kon de brullende leeuwen al horen.

Toen vlogen er grote havikken over de muur heen die boogschutters van de muur gooiden. Het ging er bruut aan toe.
Ze gooiden de Trivanen van de muur die op het leger vielen die klaar stond om de grote klap op te vangen. Mensen kreunden van de pijn gemengd met het geluid van brekende botten.

"Oh nee," hoorde ik Mira zeggen en keek naar waar haar aandacht naartoe ging.
Een lang demonwezen kwam op een groot zwart paard met rode ogen aanrijden. Hij reed door het leger heen die een pad voor hem vrijmaakte.

"Wie is dat?" vroeg ik verbaasd.
"Niet een wie. Een wat," begon Mira zacht te zeggen. De monsters die achter ons stonden raakten onrustig van de aanwezigheid van deze demon.

"Ik ben lang op deze aarde en ik kan je zeggen dat dit geen creatie is van onze goden. Een demonheer. Een demoncommandant," vertelde Mira, terwijl ik zag hoe de demon zijn dubbelzijdige bijl omhoog hield.

"Het duister heerst!" klonk zijn kwaadaardige stem.
Toen zag ik ineens hoe grote wortelen over de muur heen glipten en er stukken steen vanaf trokken.

"Dit is het! De bomen zijn er! Val aan!" riep Mira en ze spoorde haar mison aan om te rennen.
De kynoka waar ik op zat volgde haar en we doken op de achterste linie in van het leger dat voor de poort te wachten stond.
De half demonsoldaten draaiden zich om en waren verrast door de verrassingsaanval van grote monsters die veel soldaten in één keer konden grijpen.

"Open de poort!" riep de demoncommandant en de poort ging open, terwijl de wortelen boogschutters grepen en hoog in de lucht gooiden.

Toen de poort openging begon het Trivaanse leger naar buiten te rennen. De monsters bleven de achterste soldaten aanvallen.
Ik hield de kynoka goed vast en voelde hoe het beest hoofden eraf trok en met zijn klauwen de lichamen van de Trivanen doorboorde.

The Sword of Starlight✅Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt