Ugh, het is half 6, dan kan ik dat overbezorgde gedoe echt niet hebben hoor.

Snel probeer ik hem gerust te stellen, op fluistertoon, omdat mijn familie anders wakker wordt om half 6 op een zaterdag dus dan vermoorden ze me. Zou ik andersom ook doen dus ik neem het ze dan niet kwalijk.

"Er is niets aan de hand, echt. Ik droomde dat ik verdronk dus misschien ben ik wel tijdens het slapen met mijn gezicht in mijn kussen gerold en kreeg niet zo veel lucht. Het is niets. Echt."

Caiden snuift op een manier die me verteld dat hij er echt helemaal niets van gelooft.

Opzich klonk het niet heel geloofwaardig op het moment dat ik het vertelde maar ik droomde dat echt! En dat van mijn kussen zou best een aannemelijke theorie zijn. Dat soort dingen hoor je vaker.

Baby's moeten ook een speciaal kussen, anders gaan ze zich perongeluk omrollen en stikken in hun kussen omdat ze nog niet genoeg kracht hebben om terug te draaien. Ik had wel genoeg kracht maar ben toch nog deels baby denk ik. Autsj.

"Er is nog iets wat je me niet wilt vertellen. Ik kom naar je toe." zegt Caiden na een korte stilte.

Nee! Nee nee nee nee! Iedereen is thuis en slaapt, ik heb een pyjama aan en geen make-up op, en ik wil niet alleen met hem zijn in mijn slaapkamer als hij aldoor van die vreemde dingen doet. Dat is eng.

Zoals gisteren toen hij opeens zo hard reed en me niet naar huis leek te gaan brengen. Of toen we zoenden en ik terug trok... wat heel moeilijk was om eerlijk te zijn... en hij zo kwaad werd. Zijn ogen werden helemaal rood.

Mijn god, dat gevoel van onze lippen op elkaar, ik moet er aldoor aan denken. Het voelde zo goed. Zo ontzettend goed.

"Niet doen. Iedereen is thuis en slaapt nog, en ik ga ook weer slapen. Het is half 6. En zaterdag. Over een uur of 6 ben ik wel weer wakker denk ik. Dan kunnen we praten." mompel ik.

Een beetje slaap zou goed zijn. Ik ben gesloopt. Dat amulet zoek ik wel een andere keer, de wc wacht wel.

Hm. Mijn gedachtegang wordt steeds vreemder. Ik wordt ook nu pas echt heel moe, alsof met Caidens stem ook de slaap kwam. Zal wel weer een mate dingetje zijn.

"Ik ben heel stil. Geloof me. En slapen kan je pas het best als ik bij je ben." dringt Caiden aan.

Het spijt me Caiden, maar dit soort opdringerig gedrag kan je maar op 1 manier echt afkappen.

"Welterusten." zeg ik en hang op.

Zo. Voila. Ik schakel mijn mobiel uit en leg hem weer op mijn bureau.

Voorzichtig schuifel ik terug naar mijn bed, extra langzaam, omdat ik mijn teen niet wil stoten aan een van de vele dingen die op de grond liggen.

Schoolboeken, kleding, pennen, volle en lege tassen, een koffer, mijn krultang. Ik moet echt opruimen.

Een ijskoude windvlaag komt weer door het openstaande raam. Hmm die doe ik toch maar dicht denk ik.

Snel spring ik over de rommelige vloer, met al veel beter zicht dan eerst, en schuif het raam met een klap dicht.

De gordijnen stoppen met wapperen en even open ik ze om naar de bijna volle maan te kijken, die zo een lange baan met zilverachtig wit licht mijn kamer in schijnt.

Lang kijk ik niet naar de maan. Ik ben afgeleid door het meisje dat door onze tuin loopt. Ik zie alleen een silhouette. Ze fouilleert een boom lijkt wel. Alsof ze iets zoekt.

Gelijk begint mijn hart heel snel te kloppen en een gevoel van angst nesteld zich in mijn buik. Ik herken haar wel.

Ik dacht dat de weerwolven van Caidens roedel Rebekah hadden gevangen en opgesloten..?

He's The Alpha (dutch!) Opowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz